Terminale zorg en EHBO

Terminale zorg en EHBO
Oefenstof ehbo en terminale zorg
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Terminale zorg en EHBO
Oefenstof ehbo en terminale zorg

Slide 1 - Tekstslide

Wat houdt de terminale fase in?
A
Fase met uitzicht op de dood binnen 6 weken
B
Fase met uitzicht op de dood binnen 3 maanden
C
Fase met uitzicht op de dood binnen enkele dagen
D
Fase met uitzicht op de dood binnen 1 jaar

Slide 2 - Quizvraag

Waarom is mondverzorging belangrijk in de terminale fase?
A
Om een frisse mond te hebben
B
Om ontstekingen en infecties te voorkomen in de mond
C
Om de speekselaanmaak te verminderen
D
Omdat de zorgvrager dit gewend is

Slide 3 - Quizvraag

Waarom heeft iemand grotere kans op huidproblemen?
A
Afnemende gezondheid
B
Slechte voedingstoestand
C
Minder beweging
D
Alle amtwoorden zijn juist

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de eerste fase in het model van Kubler-Ross?
A
Acceptatie
B
Boosheid
C
Onderhandelen
D
Ontkennen

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent hersendood?
A
Alleen de hersenen functioneren niet meer
B
Een zorgvrager ligt in een coma
C
Organen functioneren alleen met behulp van beademingsapparaat
D
Een zorgvrager heeft last van dementie

Slide 6 - Quizvraag

Waardoor ontstaan lijkvlekken?

Slide 7 - Open vraag

Waardoor ontstaat een reutelende ademhaling?

Slide 8 - Woordweb

Is euthanasie een recht?
A
Ja, euthanasie is een recht
B
Nee, euthanasie is geen recht

Slide 9 - Quizvraag


A

Slide 10 - Quizvraag

Welke zintuigen blijven het langst in takt?
A
Oren en ogen
B
Tast en reuk
C
Oren en tast
D
Reuk en ogen

Slide 11 - Quizvraag

Wat zie je hier voor hulpmiddel?

Slide 12 - Open vraag

Noem een oorzaak om te reanimeren

Slide 13 - Woordweb

Wat betekent gecompliceerde rouw?

Slide 14 - Woordweb

Na hoeveel uur treedt likstijfheid op?
A
Na 1-2 uur
B
Na 2-3 uur
C
Na 24 uur
D
na 48 uur

Slide 15 - Quizvraag

Wat wordt er bedoelt met de "suprise question"?

Slide 16 - Open vraag

Hoe noem je de greep die je ziet op de afbeelding?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Woordweb

Wat betekent de afkorting AED?

Slide 19 - Woordweb

Wat is het doel van palliatieve sedatie?
A
Versnellen van overlijden
B
Verlichten van lijden
C
Verlichten van pijn
D
Zorgvrager in slaap brengen en niet meer wakker worden

Slide 20 - Quizvraag

Behoort nazorg tot de palliatieve fase?
A
Ja, dit behoort tot de nazorg
B
Nee, dit staat los van de palliatieve fase

Slide 21 - Quizvraag

Welke van onderstaande stappen is onjuist
A
Zorg voor veiligheid. Stel het slachtoffer Stel de gerust en zorg voor beschutting
B
Beoordeel de toestand van het slachtoffer.
C
Alarmeer de hulpdiensten.
D
Verplaats eerst het slachtoffer

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noem je het wanneer een slachtoffer geen reactie op aanspreken, zachtjes aan de schouders schudden of op pijnprikkel heeft?
A
Allert
B
Verminderde bewustzijn
C
Bewusteloosheid
D
Diepe bewusteloosheid

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het doel van verbinden?
A
de bloeding stelpen
B
de wond ondersteunen
C
de wond beschermen tegen binnendringen van bacteriën
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 24 - Quizvraag

Noem een regel van verbinden

Slide 25 - Woordweb

Benoem de 3 huidlagen van buiten naar binnen

Slide 26 - Open vraag

Wat is de juiste borstcompressie?
A
10:2
B
15:1
C
30:2
D
40:2

Slide 27 - Quizvraag

Wanneer desinfecteer je niet?

Slide 28 - Woordweb

Hoe ontstaat een blaar?

Slide 29 - Open vraag

Waarom mag je nooit een voorwerp verwijderen uit de huid?

Slide 30 - Open vraag

Noem een functie van de huid

Slide 31 - Woordweb

Hoeveelste graad brandwond is dit?
A
eerstegraads
B
tweedegraads
C
derdegraagd
D
vierdegraads

Slide 32 - Quizvraag

Wat doe je met de chinlift?
A
controleren of het slachtoffer een gebit in heeft
B
Controleren of het slachtoffer nog ademt
C
De luchtweg vrijmaken
D
Controleren of het slachtoffer gegeten heeft

Slide 33 - Quizvraag

Ga je bij gasping reanimeren?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quizvraag

Waarom breken ouderen sneller een heup?

Slide 35 - Open vraag

Wat is het gevraar bij een open botbreuk?

Slide 36 - Open vraag

Wanneer een wond stootsgewijs bloedt is dit waarschijnlijk een...
A
veneuze bloeding
B
aterieele bloeding

Slide 37 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een inwendige bloeding

Slide 38 - Woordweb

Hoe herken je een heupfractuur?
A
Been is korter Been is naar buiten gedraaid en kan niet terug gedraaid worden
B
Been is naar binnen gedraaid en is langer
C
Been is blauw en koud
D
Been is naar binnen gedraaid en kan terug gedraaid worden

Slide 39 - Quizvraag