K4 Mens en Activiteit - Ken je doelgroep

Hoofdstuk 3
 Ken je doelgroep

Lesdoelen:
  • Tijdens deze drie lesuren leer je wat een doelgroep is en hoe je rekening kunt houden met de wensen van de doelgroep bij het bedenken van een activiteit.
  • Tijdens deze drie lesuren kun je het verschil tussen homogene- en heterogene groepen door de vragen die gesteld worden juist te beantwoorden.


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
 Ken je doelgroep

Lesdoelen:
  • Tijdens deze drie lesuren leer je wat een doelgroep is en hoe je rekening kunt houden met de wensen van de doelgroep bij het bedenken van een activiteit.
  • Tijdens deze drie lesuren kun je het verschil tussen homogene- en heterogene groepen door de vragen die gesteld worden juist te beantwoorden.


Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
7e lesuur: Maken opdrachten hoofdstuk 3 t/m 3.10 (blz 147)
8e lesuur: Werkkaart maken van de activiteit die jullie groepje heeft bedacht (Google classroom)
9e lesuur: Nakijken van de opdrachten en werkkaart (moet af)
                      Beschuit met muisjes  

Slide 2 - Tekstslide



Heterogene groepen: verschillende eigenschappen zoals leeftijd, interesses, leefstijl en geslacht.

Homogene groepen: dezelfde eigenschappen zoals leeftijd, interesses, leefstijl en geslacht.



Slide 3 - Tekstslide

Is een beauty middag voor de leden van de dames yoga een...
A
Homogene groep
B
Heterogene groep

Slide 4 - Quizvraag

Een knutselmiddag met 20 kinderen
A
Homogene groep
B
Heterogene groep

Slide 5 - Quizvraag

Informatie verzamelen
CBS: Centraal  Bureau voor Statistieken
Wanneer je een activiteit organiseert in een bepaalde wijk moet je onderstaande weten:
  • Aantallen
  • Mannen en vrouwen
  • Culturele achtergrond  
  • Inkomens
  • Werkend of werkeloos


Slide 6 - Tekstslide

Ontwikkelingsfase en gezondheid
Als je een activiteit gaat organiseren moet je rekening houden met de ontwikkelingsfase en de gezondheid.








Slide 7 - Tekstslide

Wie hoort niet tot je sociale omgeving
A
vrienden
B
collega's
C
familie
D
de presentator van weer

Slide 8 - Quizvraag

Fimokleien met een groep kinderen van 1,5-3 jaar.
A
ja
B
nee, fimoklei is niet bestemd voor kinderen voor deze jonge doelgroep.

Slide 9 - Quizvraag

Waarom moet je rekening houden met ontwikkelingsfase, omdat
A
je moet weten hoeveel personen aanwezig zijn
B
je moet weten wat de doelgroep kan
C
je moet weten waar je de activiteit moet houden

Slide 10 - Quizvraag

Multiculturele samenleving
200 nationaliteiten in Nederland, met verschillende culturen die vreedzaam naast elkaar bestaan en
leven.

Slide 11 - Tekstslide

Waarden & normen

Waarden zijn de dingen in het leven waar je waarde aan hecht, die je belangrijk vindt.

Normen zijn regels waardoor je deze waarden kunt uitvoeren. Normen heb je dus nodig om je waarden na te leven.








Slide 12 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een norm?
A
Hygiëne
B
Elke zondag naar de kerk gaan
C
Iedere dag douchen
D
Geloof

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van waarden?
A
Respect
B
Elke zondag naar de kerk
C
Bidden voor het eten en slapen gaan
D
Warm huis

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Formeel/ informeel
Een formeel gesprek= 
een officieel gesprek

Een informeel gesprek= 
een spontaan gesprek

Slide 16 - Tekstslide

Observeren
Je leert het verschil tussen:
Objectief: Dit is een ................trui.



Subjectief: Dit is een ............trui.

Slide 17 - Tekstslide