Paragraaf 1.4 - Kom je uit met je geld?

Economie & Ondernemen klas 2
Welkom
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Economie & Ondernemen klas 2
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • begrippen oefenen en opschrijven
  • start H1.4 - uitleg via LessonUp.
  • Letters afmaken

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen
  • Oefen in Quizlet de begrippen van 1.3 en 1.4. (kaarten en combineren)
  • Schrijf de begrippen van 1.4 netjes in de schrift en zet er achter wat het inhoudt.
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

In deze les leer je:
Welke soort inkomens er zijn
Wat een begroting is
Wat reserveren inhoudt
Welke soort uitgaven er zijn

Slide 4 - Tekstslide

§ 1.4 Kom je uit met je geld?

Slide 5 - Tekstslide

Soorten inkomens
Er zijn drie soorten inkomens.
  • Loon of salaris : ontvang je als je voor een baas werkt.
  • Winst : is je inkomen als je een eigen bedrijf hebt.
  • Een uitkering: ontvang je van de overheid. Bijvoorbeeld als je werkloos of arbeidsongeschikt bent. Ouders van kinderen onder de achttien krijgen kinderbijslag.

Slide 6 - Tekstslide

Begroting
Heb je genoeg inkomsten om al je uitgaven te kunnen betalen? Dat kun je van tevoren zien als je een begroting maakt.

Een begroting is een overzicht van je verwachte inkomsten en je verwachte uitgaven voor de komende periode

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Soorten uitgaven
Er zijn drie soorten uitgaven:
  • Vaste lasten: Uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen, zoals huur, abonnement, contributie.
  • Huishoudelijke uitgaven of dagelijkse uitgaven: 
 Uitgaven voor het huishouden, voor persoonlijke verzorging, cadeautjes en uitgaan.
  • Incidentele uitgaven: Meestal grote uitgaven die je af en toe doet, zoals aanschaf van kleding, apparaten of vakantie.

Slide 9 - Tekstslide

Reserveren
Voor incidentele uitgaven heb je niet meteen geld klaarliggen. Daarom is het verstandig ervoor te reserveren. Dan zet je telkens een bedrag opzij, zodat je later een bepaalde grote uitgave kunt betalen.

Slide 10 - Tekstslide

Maak H1.4
Maak: 43/44/45/46/47/48/53
samen nakijken

Klaar: 
Maak je poster af of  verf en versier de laatste letters.

timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide