Stam: hele ww - en lopen: lop vliegen: vlieg
zweven: zwev
ik-vorm: stam of aangepaste stam (loop, vlieg, zweef)
(ik loop. loop jij? Ik zweef. zweef jij?)
jij/hij/zij/het: ik-vorm + t (jij loopt, hij zweeft)
wij/zij: hele werkweerd (infinitief) (wij zweven)