Dagboekfragment schrijven

Schrijven maar
Pak je spelling/taalschrift en een pen of potlood.
Ga de komende minuten schrijven. 
Waarover je maar wilt. 
Niks is fout, alles is goed.
Even je hoofd leegmaken.
timer
5:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schrijven maar
Pak je spelling/taalschrift en een pen of potlood.
Ga de komende minuten schrijven. 
Waarover je maar wilt. 
Niks is fout, alles is goed.
Even je hoofd leegmaken.
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Waar luister je naar?

Slide 2 - Tekstslide

Waaraan herken je dat het om een dagboekfragment gaat?

Slide 3 - Open vraag

Een dagboekfragment schrijven
De nieuwe stelopdracht voor de komende weken

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk je aan bij een dagboek?

Slide 5 - Woordweb

Een paar voorbeelden...

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken dagboekfragment
  • Ik-verteller
  • Korte zinnen
  • Verleden tijd (je blikt vaak terug)
  • Datum
  • Chronologisch
  • Persoonlijk
    Wat denk je? Wat maak je mee? Wat zie je? Wat voel je?

Slide 7 - Tekstslide

Oktober 1944
Je gaat zo luisteren naar een fragment uit het boek 
'Papa, waar blij je?'.

Ondertussen speelt een muziekje af met bijbehorende foto's.
Laat dit allemaal op je inspelen en probeer te ontdekken welke gevoelens er naar boven komen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Gevoelens beschrijven
Schrijf in een paar zinnen op welke gevoelens naar boven kwamen tijdens het luisteren.
Beschrijf dit met minimaal twee verschillende gevoelens.
 
Vanmorgen was ik gestrest door de tijdsdruk, maar ik kreeg een lach op mijn gezicht door mijn kinderen.


Emotiewiel

Slide 10 - Tekstslide

Stel...
Jij beleeft de Tweede Wereldoorlog. 
Je schrijft in je dagboek over de dag of dagen die je hebt beleefd. 
Was je bang, was je moedig, wat heb je gedaan om iemand te helpen?

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Een dagboekfragment schrijven vanuit de rol van Anna, die wacht op de bevrijding van haar vader.

// OF //

Een dagboekfragment schrijven vanuit de rol van de vader, die in een geheime verstopplek zit. 

Slide 12 - Tekstslide

Mijn dagboekfragment is geslaagd als ik:
  • heb geschreven vanuit de ik-persoon
  •  elke zin begin met een ander woord dan de zin ervoor
  • minimaal 5                               heb gebruikt
  • minimaal 2                         heb beschreven
voegwoorden
Vermijd STOP-woorden: en toen, daarna.

Verbind hoofdzinnen met bijzinnen met voegwoorden als: 
doordat, zodat, nadat, dus, maar, sinds, terwijl, voordat, wanneer, zodra, als etc.
gevoelens

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Woordweb

Wat heb je geleerd?
vanuit de 
ik-persoon 
vertellen
persoonlijk maken door gevoelens te beschrijven
verbanden leggen door gebruik van voegwoorden

Slide 15 - Tekstslide

Dagboekfragmenten lezen
Je leert vandaag feedback te geven aan de hand van
de volgende drie vragen:


Welk woord/zin heeft het meeste indruk gemaakt?
Hoe is de opbouw van het verhaal?
Hoe komt het personage op je over? (Anna/vader)
1
2
3

Slide 16 - Tekstslide

Maar eerst...
Zorg dat je de volgende spullen voor je hebt:

  • iPad (scherm plat naar beneden)
  • Pen/potlood + papier

Slide 17 - Tekstslide

Delen
Deel je verhaal met je groepsgenoten.

Als je straks je verhaal voorleest, 
kunnen de anderen actief meelezen.

Slide 18 - Tekstslide

Voorlezen
Van wie mag ik (een stuk van) zijn/haar
dagboekfragment voorlezen?

Dan geef ik daar graag al (positieve) feedback op!

Slide 19 - Tekstslide

Nog meer voorlezen!
Van wie mag ik nog meer (en stuk van) zijn/haar dagboekfragment voorlezen?

Dan geef ik daar samen met jullie feedback op!

Slide 20 - Tekstslide

Nu jullie!
Tijdens het luisteren noteer je de antwoorden op onderstaande drie vragen voor jezelf. Daarna wissel je uit.


Welk woord/zin heeft het meeste indruk gemaakt?
Hoe is de opbouw van het verhaal?
Hoe komt het personage op je over? (Anna/vader)
1
2
3
timer
12:00

Slide 21 - Tekstslide

De volgende keer...
gaan we aan de slag met hoofdletters en interpunctie!

Slide 22 - Tekstslide