5.1 Fenotypen en genotypen kb

Thema 5 Erfelijkheid en evolutie

Basisstof 1: Genotype en fenotype

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 Erfelijkheid en evolutie

Basisstof 1: Genotype en fenotype

Slide 1 - Tekstslide

2c
Welkom
telefoon  op zijn kop op tafel
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.

timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 2 - Tekstslide

Ik lijk het meeste op ...
want ...

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

hoe komt deze man aan zijn tattoos?
A
Hij had deze bij zijn geboorte
B
Dit is door zijn genen ontstaan
C
Door in de zon te liggen
D
Dit is door mensen in zijn huid gedaan

Slide 5 - Quizvraag

Begrippen uit de paragraaf

DNA 
Gen 
Chromosomen
Celdeling
Genotype 
Fenotype

Slide 6 - Tekstslide

pak nu je plenda 
Zoek De volgende les  bio op:


2c do 18 -4 

Slide 7 - Tekstslide

HUISWERK VOOR VOLGENDE les
MAKEN PARAGRAAF 3.3
lees de blauwe blokken tussen de vragen

VRAAG 1 TOT EN MET VRAAG 11

BLZ. 116 TOT EN MET BLZ. 119
lees: blz 82 t/m 87

maak: opdr 1 t/m 9

 waar: blz 83 t/m 88



lees: blz 104 t/m 106

maak:  opdr: 1 t/m 10
 
waar: blz. 106 t/m 111
huiswerk volgende les

Slide 8 - Tekstslide

BS1: Genotype en fenotype
Lesprogramma:
  • Uitleg: basisstof 1
  • Opdrachten maken

Aan het einde van de les kunnen jullie: 
  • de kenmerken van chromosomen benoemen.
  • uitleggen wat een genotype en fenotype is.

Slide 9 - Tekstslide

Celmembraan
Cytoplasma
Chromosomen
Celkern

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

genotype
fenotype

Slide 13 - Tekstslide

Genotype
Je genotype de erfelijke informatie voor alle eigenschappen van het organisme (de mens bijvoorbeeld)

Je kunt ze niet veranderen!

Slide 14 - Tekstslide

Fenotype
Je fenotype komt tot stand door je genotype en de invloeden vanuit het milieu.
  • in de zon zitten
  • haar verven
  • tattoo
  • littekens

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Chromosomen
  • Chromosomen komen in paren voor in lichaamscellen
  • Lange dunne draden die in de celkern voorkomen
  • Een mens heeft 46 chromosomen (23 paar)

Slide 17 - Tekstslide

Geslachtscellen

  • Geen paren, enkelvoudig.
  • 23 chromosomen

  • Zaadcel
  • Eicel

Slide 18 - Tekstslide

2c
Welkom
telefoon  op zijn kop op tafel
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.

timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen uit de paragraaf

DNA 
Gen 
Chromosomen
Celdeling
Genotype 
Fenotype

Slide 20 - Tekstslide

pak nu je plenda 
Zoek De volgende les  bio op:


2c vr 17 -5 

Slide 21 - Tekstslide

HUISWERK VOOR VOLGENDE les
MAKEN PARAGRAAF 3.3
lees de blauwe blokken tussen de vragen

VRAAG 1 TOT EN MET VRAAG 11

BLZ. 116 TOT EN MET BLZ. 119
lees: blz 82 t/m 87

maak: opdr 1 t/m 9

 waar: blz 83 t/m 88



lees: blz 104 t/m 106

maak:  opdr: 1 t/m 10
 
waar: blz. 106 t/m 111
huiswerk volgende les

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Wat wordt bepaald door genotype of fenotype? Sleep de eigenschappen A t/m H naar genotype of fenotype. 
Genotype
Fenotype
Een wipneus
Stijl haar vanaf de geboorte
Piercings 
Behaarde bladeren
Een litteken
Wibi kan goed piano spelen
Eelt op je handen door hard werken
Blauwe ogen

Slide 24 - Sleepvraag

Hebben alle spiercellen van een man hetzelfde genotype of hebben ze een ander genotype?
A
Hetzelfde genotype
B
Verschillende genotypen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is van invloed op je fenotype
A
genotype
B
genotype + leeftijd
C
invloeden milieu en leeftijd
D
genotype en invloeden uit milieu

Slide 26 - Quizvraag

Heeft een vlinder hetzelfde fenotype als de rups waaruit hij is ontstaan? En hetzelfde genotype?
A
alleen hetzelfde fenotype
B
alleen hetzelfde genotype
C
zowel hetzelfde fenotype als hetzelfde genotype

Slide 27 - Quizvraag

Een lichaamscel van een
mens heeft ...
A
23 chromosomen
B
46 chromosomen
C
92 chromosomen
D
verschillend aantal chromosomen

Slide 28 - Quizvraag

Wat verandert er wel en wat niet?
A
wel: genotype niet: fenotype
B
wel: fenotype wel: genotype
C
wel: fenotype niet: genotype
D
niet: fenotype niet: genotype

Slide 29 - Quizvraag

Ja of nee:
Kun je oogkleur van je ouders erven?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Aangeboren blindheid
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 31 - Quizvraag

Vragen??

Slide 32 - Woordweb

HUISWERK VOOR VOLGENDE les
MAKEN PARAGRAAF 3.3
lees de blauwe blokken tussen de vragen

VRAAG 1 TOT EN MET VRAAG 11

BLZ. 116 TOT EN MET BLZ. 119
lees: blz 82 t/m 87

maak: opdr 1 t/m 9

 waar: blz 83 t/m 88



lees: blz 104 t/m 106

maak:  opdr: 1 t/m 10
 
waar: blz. 106 t/m 111
huiswerk volgende les

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Tekstslide