NASK Hfdst 6 Par X Lesjaar 1 KGT les 20 Lesson-up

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 3 - Quizvraag

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 4 - Quizvraag

Een voorbeeld van een natuurlijke lichtbron is
A
Zaklamp
B
Maan
C
Vuurvliegje
D
Kaars

Slide 5 - Quizvraag

Er zijn natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen. 
Selecteer de juiste lichtbron in de tweede kolom. 

planeet
kaars
bosbrand
ster
straatlantaarn
televisie
kunstmatige lichtbron
kunstmatige lichtbron
kunstmatige lichtbron
kunstmatigelichtbron
natuurlijke lichtbron
natuurlijke lichtbron

Slide 6 - Sleepvraag

In de foto zie je de schaduw van een hand die door twee lampjes wordt verlicht.
Wat voor schaduw is er bij 2 ?

A
Halfschaduw
B
Kernschaduw

Slide 7 - Quizvraag

We zetten een lampje aan in het bos. We lopen steeds verder van de lamp, het licht van de lamp zie je steeds minder goed. We zeggen dan dat het licht steeds ......... wordt.

Slide 8 - Open vraag

Het licht dat op een voorwerp valt, wordt in alle richtingen teruggekaatst. Je ziet het voorwerp wanneer een deel van dit teruggekaatste licht in je ogen terechtkomt.
Hoe noem je deze terugkaatsing?
Deze terugkaatsing noem je...……………………………...

Slide 9 - Open vraag

Een bal is geen lichtbron. Toch zie je de bal.
Welke bewering is juist?
A
Ieder voorwerp zend een klein beetje licht uit. Een deel van dit licht komt in je ogen terecht.
B
Het licht dat op de bal valt, wordt in alle richtingen teruggekaatst. Een deel van dit licht komt in je ogen terecht.
C
Je ogen zenden licht uit. Een deel ervan komt op de bal terecht. en wordt in alle richtingen teruggekaatst. Een deel van dit licht komt in je ogen terecht.

Slide 10 - Quizvraag

Een voorwerp dat zelf geen licht geeft, kaatst licht diffuus terug.
Wat is de betekenis van 'diffuse terugkaatsing'?
A
terugkaatsing in alle richtingen
B
terugkaatsing in één richting

Slide 11 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Wat is in deze afbeelding met rode pijlen getekend?
A
de buitenste lichtstralen die een lamp uitzendt
B
de eerste lichtstralen die worden tegengehouden door de auto
C
de lichtstralen die net niet worden tegengehouden door de auto
D
het schaduwgebied

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noemen we de stralen die hier met een rode pijl zijn getekend?

Slide 13 - Open vraag

Een tafel wordt verlicht door twee hanglampen. Als je je hand boven de tafel houdt, zie je verschillende schaduwen.
Hoe noem je de donkere schaduw in het midden?
Dit noem je de ............….........schaduw.

Slide 14 - Open vraag

De schaduw aan de linker en rechterkant noem je
A
Kernschaduw
B
Lichtschaduw
C
Halfschaduw
D
Randstralen

Slide 15 - Quizvraag

Schrijf op wat de spiegelwet is.

Slide 16 - Open vraag

Hoe heet de lijn die loodrecht op de spiegel staat?
A
De normaal
B
Hoek van inval
C
Hoek van terugkaatsing
D
geen idee

Slide 17 - Quizvraag

Een lichtstraal wordt door een spiegel teruggekaatst. De hoek tussen de teruggekaatste lichtstraal en de normaal bedraagt 20 graden.
Hoe groot is de hoek van inval?
De hoek van inval is...………………. graden.

Slide 18 - Open vraag

Waarvoor gebruiken we de spiegelwet?
A
Om spiegelbeelden te kunnen tekenen
B
Dat de hoek van inval = de hoek van terugkaatsing
C
Om lichtstralen te kunnen tekenen die teruggekaatst worden door de spiegel

Slide 19 - Quizvraag

In de afbeelding zie je hoe een spiegel een lichtstraal gericht terugkaatst.
Welke hoek is de hoek van inval?
A
hoek A
B
hoek B
C
hoek C
D
hoek D

Slide 20 - Quizvraag

Peter legt een spiegeltje tussen zichzelf en een paal zo (horizontaal) neer, dat hij via het spiegeltje net de punt van de paal kan zien.
Welke lichtstraal is de invallende lichtstraal?
A
de straal die van de paal naar de spiegel gaat
B
de straal die van de spiegel naar de paal gaat
C
de straal die van het oog naar de spiegel gaat
D
de straal die van de spiegel naar het oog gaat

Slide 21 - Quizvraag

Zijn de beweringen juist of onjuist?
Puck zegt: "In een spiegel zie je diepte."
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Is de afstand van het voorwerp tot de spiegel gelijk aan de afstand van de spiegel tot aan het virtuele beeld?

A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quizvraag

Peter legt een spiegeltje tussen zichzelf en een paal zo (horizontaal) neer, dat hij via het spiegeltje net de punt van de paal kan zien.
Welke lichtstraal is de terugkaatsende lichtstraal?
A
de straal die van de paal naar de spiegel gaat
B
de straal die van de spiegel naar de paal gaat
C
de straal die van het oog naar de spiegel gaat
D
de straal die van de spiegel naar het oog gaat

Slide 24 - Quizvraag

De jongen ziet het spiegelbeeld van de kaars in de spiegel.
Kruis de juiste bewering aan over de punt van de vlam en zijn spiegelbeeld.
A
de punt van de vlam ligt iets dichter bij de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam
B
de punt van de vlam ligt even ver van de spiegel als het spiegel beeld van de punt van de vlam
C
de punt van de vlam ligt iets verder weg van de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het grote verschil tussen een spiegelbeeld en de echte wereld?

Slide 26 - Open vraag

Hoe heet de loodrechte lijn die je tekent daar waar een lichtstraal een spiegel raakt?

Slide 27 - Open vraag

Hoe noem je alle kleuren die in het licht zitten?
A
Infrarood
B
Spektakel
C
Prisma
D
Spectrum

Slide 28 - Quizvraag

Waarmee kun je het spectrum laten zien?
A
Trapezium
B
Driehoek
C
Kubus
D
Prisma

Slide 29 - Quizvraag

Het licht van een gloeilamp ervaren mensen als 'warmer' licht. Welke kleur zit hier meer in?
A
Geel
B
Groen
C
Rood
D
Violet

Slide 30 - Quizvraag

Welke kleuren zitten er wél meer in TL licht waardoor het 'koel' voelt
A
Violet en rood
B
Groen en geel
C
Rood en geel
D
Groen en violet

Slide 31 - Quizvraag

Welke kleur licht wordt door een wit papiertje weerkaatst?
A
Geel
B
Groen
C
Violet
D
Alle kleuren uit het spectrum

Slide 32 - Quizvraag

Deze broodtrommel staat
onder een blauwe lamp.
Wat zie je?
A
een zwarte broodtrommel
B
een rode broodtrommel
C
een blauwe broodtrommel
D
een magenta broodtrommel

Slide 33 - Quizvraag

Deze broodtrommel staat
onder een rode lamp.
Wat zie je?
A
een zwarte broodtrommel
B
een rode broodtrommel
C
een blauwe broodtrommel
D
een paarse broodtrommel

Slide 34 - Quizvraag

Een groene trui wordt beschenen door een zuiver rode lamp.
Je ziet deze trui dan:
A
geel
B
groen
C
rood
D
zwart

Slide 35 - Quizvraag

Zwarte voorwerpen
A
weerkaatsen nauwelijks licht.
B
absorberen geen licht.
C
weerkaatsen bijna al het licht.

Slide 36 - Quizvraag

Infrarood licht is ...
A
alleen natuurlijk
B
alleen kunstmatig
C
zowel natuurlijk als kunstmatig

Slide 37 - Quizvraag

Infrarode straling is schadelijk
voor de mens.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Als iets veel infrarood straling uitzendt, dan is dat voorwerp .........
A
Warm
B
Koud

Slide 39 - Quizvraag

Infrarood licht zit aan
de .........
kant van
het spectrum.
A
Linker
B
Rechter

Slide 40 - Quizvraag

Noem twee voorbeelden waarbij Infrarood straling word gebruikt

Slide 41 - Open vraag

Uv-straling is schadelijk
voor de mens.
A
waar
B
niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Aan welke kant van het lichtspectrum bevindt UV-straling zich

Slide 43 - Open vraag

Waarvoor wordt UV-licht zoal gebruikt?

Slide 44 - Open vraag

Waar komt UV-licht vooral vandaan?
A
Warmte lampen
B
Speciale UV-lampen
C
De zon
D
Zonnebanken

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide