NASK Hfdst 6 par 2 Lesjaar 1 KGT les 17 Lesson-up

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De zon is een?
A
Kunstmatig lichtbron
B
Lichtbron
C
Diffuus terruggekaats
D
Schaduw

Slide 3 - Quizvraag

Een voorbeeld van een kunstmatige lichtbron is
A
Kaars
B
Maan
C
Zon
D
Sterren

Slide 4 - Quizvraag

De schaduw aan de linker en rechterkant noem je
A
Kernschaduw
B
Lichtschaduw
C
Halfschaduw
D
Randstralen

Slide 5 - Quizvraag

Een voorwerp dat zelf geen licht geeft, kaatst licht diffuus terug.
Wat is de betekenis van 'diffuse terugkaatsing'?
A
terugkaatsing in alle richtingen
B
terugkaatsing in één richting

Slide 6 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Wat is in deze afbeelding met rode pijlen getekend?
A
de buitenste lichtstralen die een lamp uitzendt
B
de eerste lichtstralen die worden tegengehouden door de auto
C
de lichtstralen die net niet worden tegengehouden door de auto
D
het gebied

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noemen we de stralen die hier met een rode pijl zijn getekend?

Slide 8 - Open vraag

Een tafel wordt verlicht door twee hanglampen. Als je je hand boven de tafel houdt, zie je verschillende schaduwen.
Hoe noem je de donkere schaduw in het midden?
Dit noem je de ............….........schaduw.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Een lichtstraal wordt door een spiegel teruggekaatst. De hoek tussen de teruggekaatste lichtstraal en de normaal bedraagt 20 graden.
Hoe groot is de hoek van inval?
De hoek van inval is...………………. graden.

Slide 30 - Open vraag

Peter legt een spiegeltje tussen zichzelf en een paal zo (horizontaal) neer, dat hij via het spiegeltje net de punt van de paal kan zien.
Welke lichtstraal is de invallende lichtstraal?
A
de straal die van de paal naar de spiegel gaat
B
de straal die van de spiegel naar de paal gaat
C
de straal die van het oog naar de spiegel gaat
D
de straal die van de spiegel naar het oog gaat

Slide 31 - Quizvraag

In de afbeelding zie je hoe een spiegel een lichtstraal gericht terugkaatst.
Welke hoek is de hoek van terugkaatsing?
A
hoek A
B
hoek B
C
hoek C
D
hoek D

Slide 32 - Quizvraag

Een zonne-energiecentrale bestaat uit een groot aantal vlakke spiegels die het zonlicht naar een oven moeten weerkaatsen. De spiegels staan op palen. Je ziet in de afbeelding de oven met het zwarte gat waar de lichtstralen heen moeten worden gestraald, drie palen met spiegels en de richting van het zonlicht.
Bij welke spiegel is de hoek van inval het grootst?
A
de linker spiegel
B
de middelste spiegel
C
de rechter spiegel

Slide 33 - Quizvraag

Peter legt een spiegeltje tussen zichzelf en een paal zo (horizontaal) neer, dat hij via het spiegeltje net de punt van de paal kan zien.
Welke lichtstraal is de terugkaatsende lichtstraal?
A
de straal die van de paal naar de spiegel gaat
B
de straal die van de spiegel naar de paal gaat
C
de straal die van het oog naar de spiegel gaat
D
de straal die van de spiegel naar het oog gaat

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Zijn de beweringen juist of onjuist?
Puck zegt: "In een spiegel zie je diepte."
A
juist
B
onjuist

Slide 42 - Quizvraag

Zijn de beweringen juist of onjuist?
Karim zegt: "Voorwerpen die dichtbij de spiegel zijn, zie je in de spiegel ver weg."

A
juist
B
onjuist

Slide 43 - Quizvraag

De jongen ziet het spiegelbeeld van de kaars in de spiegel.
Kruis de juiste bewering aan over de punt van de vlam en zijn spiegelbeeld.
A
de punt van de vlam ligt iets dichter bij de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam
B
de punt van de vlam ligt even ver van de spiegel als het spiegel beeld van de punt van de vlam
C
de punt van de vlam ligt iets verder weg van de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Wat is het grote verschil tussen een spiegelbeeld en de echte wereld?

Slide 47 - Open vraag

Wat is de spiegelwet?
A
Hoek van inval > hoek van terugkaatsing
B
Hoek van inval < hoek van terugkaatsing
C
Hoek van inval = hoek van terugkaatsing

Slide 48 - Quizvraag

Hoe heet de loodrechte lijn die je tekent daar waar een lichtstraal een spiegel raakt?

Slide 49 - Open vraag