Paragraaf 2.4(2HC)
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de titel van § 2.4?
Slide 3 - Open vraag
Wat ga ik volgens de blauwe intro-tekst leren in deze paragraaf?
Slide 4 - Open vraag
Waar ligt het verstedelijkingstempo hoger?
A
Europa
B
Afrika
Slide 5 - Quizvraag
In Afrika zal in 2050 méér dan de helft van de stedelingen wonen in....
A
normale stadswijken
B
krottenwijken
Slide 6 - Quizvraag
De nieuwste krottenwijken bevinden zich vaak.....
A
middenin de stad
B
aan de rand van steden
Slide 7 - Quizvraag
De huizen in deze krottenwijken bestaan vaak uit materialen, zoals blik, karton en hout.
A
jonge krottenwijken
B
oudere krottenwijken
Slide 8 - Quizvraag
De oude krottenwijken bevinden zich vaak....
A
aan de rand van de stad
B
in de grote stad
Slide 9 - Quizvraag
Welke krottenwijken beschikken vaak over elektriciteit, riolering en stromend water?
A
de oudere krottenwijken
B
de nieuwste krottenwijken
Slide 10 - Quizvraag
In megasteden woont een meerderheid van de slum-bevolking in.....
A
de inmiddels tot volksbuurten opgeknapte krottenwijken
B
de jonge krottenwijken aan de rand van de stad
Slide 11 - Quizvraag
Bekijk bron 14. In welk deel van de wereld woont het grootste percentage van de stedelijke bevolking in slums?
Slide 12 - Open vraag
Bekijk bron 14. In welk deel van de wereld woont het laagste percentage van de stedelijke bevolking in slums?
Slide 13 - Open vraag
Bekijk bron 14. In welke 2 delen van de wereld is het percentage van de slum-bevolking het sterkst afgenomen in de periode 1990 - 2014.
Slide 14 - Open vraag
In deze bron zie ik de oude krottenwijk.
A
bron 15
B
bron 16
Slide 15 - Quizvraag
Hier lagen tijdens de verstedelijking de officiële banen voor het oprapen.
A
westerse steden
B
niet-westerse steden
Slide 16 - Quizvraag
Hier werken veel nieuwkomers in de informele sector.
A
westerse steden
B
niet-westerse steden
Slide 17 - Quizvraag
Dit is een ander woord voor 'scharreleconomie'.
A
formele sector
B
informele sector
Slide 18 - Quizvraag
Ik kan enkele voorbeelden noemen van baantjes die mensen hebben in de informele sector.
Slide 19 - Open vraag
Waarom is voor veel stedelingen in niet-westerse steden hun baantje in de informele sector zo belangrijk?
Slide 20 - Open vraag
Leg uit of het verhuizen van platteland naar de stad in niet-westerse landen nut heeft.
Slide 21 - Open vraag
Ik kan vertellen welke verkeers- en milieuproblemen zich in de overtreffende trap afspelen in megasteden.
Slide 22 - Open vraag
Ik kan aangeven waarom het milieu vaak niet hoog op de agenda staat in niet-westerse megasteden.
