hoofdletters

Welkom
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Ik ben de herfst.
Ik ben de regen.
Ik ben de storm.
Zoek mij maar op,
ik sta in alle gedichten.
Houd mij maar vast,
ik heb het koud en ik ben moe,
en nog zoveel bladeren aan de bomen,
nog zoveel bladeren overal.


Slide 2 - Tekstslide

les van vandaag
2e SE
onderwerpen SE
theorie
oefenen

Slide 3 - Tekstslide

2e SE Nederlands
Datum : laatste week van november
Onderwerp: taalverzorging
Toetsduur : 80 minuten
Aantal vragen : 65

Slide 4 - Tekstslide

SE Taalverzorging 
Onderwerpen: 
  • Hoofdletters ( Amsterdam, Jansen, oktober)  
  • Leestekens en voegwoorden ( , dan  , maar    en) 
  • Samenstellingen ( fiets+bel = fietsbel ) 
  • Meervoudsvormen ( fietsbellen, lolly's en paprika's ) 
  • Trappen van vergelijking  (groter dan, hetzelfde als ) 
  • bezittelijke voornaamwoorden ( jouw/jou   me/mijn) 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een hoofdletter?
  • Een hoofdletter is een letter die staat aan het begin van een nieuwe zin of bijvoorbeeld aan het begin van een naamwoord (Amsterdam, Frank) staat 
  • Een hoofdletter ziet er anders uit dan een kleine letter!
  • Een hoofdletter is altijd groter dan de volgende letter 
  • Als je schrijft moet je dit ook duidelijk laten zien!
msterdam            otterdam               adje     ansen     
A
R
A
        J

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer gebruik je hoofdletters 
  • Eerste letter van de zin
  • Namen van mensen ( Peter Jansen ) 
  • Aardrijkskundige namen ( Amsterdam, Rotterdam, de Rijn ) 
  • Namen van bedrijven en merken ( McDonald's , Nike ) 
  • Talen ( Nederlands, Engels, Spaans) 
  • Heilige namen : Islam, Allah, God, Pasen
  • Titels van boeken of films ( Oorlogswinter) 
  • Na een dubbele punt

Slide 7 - Tekstslide

oefenen
Maken : Blz 108 
Tekst 6 Pas 14, maar hij maakt japan nu al gek
tijd : 5 minuten
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Pas 14, maar hij maakt Japan nu al gek

Sota Fuji is zijn naam, een schooljongen nog en hij speelt shogi. Dit is een Japanse vorm van schaken. 29 keer won hij achter elkaar en daarmee heeft hij een dertig jaar record verbroken. Zijn laatste zege was op het kampioenschap in Tokyo. Zelfs de premier Abe vond tijd om Fuji te komen feliciteren. Hij zei: 'Een jonge ster heeft vandaag geschiedenis geschreven.' Als Fuji het kampioenschap wint, verdient hij omgerekend 340.000 euro: Een hoop zakgeld voor een schooljochie van 14. 

Slide 9 - Tekstslide

1. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
de boom valt om.
B
De boom valt om.

Slide 10 - Quizvraag

2. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
25 euro moest ik betalen voor dat t-shirt.
B
25 Euro moest ik betalen voor dat t-shirt.

Slide 11 - Quizvraag

3. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.3
A
'S Nachts zie je de maan het best.
B
'S nachts zie je de maan het best.
C
's nachts Zie je de maan het best.
D
's Nachts zie je de maan het best.

Slide 12 - Quizvraag

4. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
'S-Hertogenbosch is de hoofdstad van Noord-Brabant.
B
's-Hertogenbosch is de hoofdstad van Noord-Brabant.
C
'S-Hertogenbosch is de hoofdstad van Noord-Brabant.
D
's-hertogenbosch Is de hoofdstad van Noord-Brabant.

Slide 13 - Quizvraag

5. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
Is jeroen vandaag ziek?
B
Is Jeroen vandaag ziek?

Slide 14 - Quizvraag

6. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
Vanavond eten we italiaanse salade met mozzarella.
B
Vanavond eten we Italiaanse salade met mozzarella.

Slide 15 - Quizvraag

7. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
De beste serie vind ik Game of Thrones.
B
De beste serie vind ik game of thrones.
C
De beste serie ik Game of thrones.
D
De beste serie vind ik game of Thrones.

Slide 16 - Quizvraag

8. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
Met pasen eten we bij mijn oma.
B
Met Pasen eten we bij mijn oma.

Slide 17 - Quizvraag

9. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
Zijn dat echte Nike-schoenen?
B
Zijn dat echte nike-schoenen?

Slide 18 - Quizvraag

10. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
Dat kasteel is gebouwd in de middeleeuwen.
B
Dat kasteel is gebouwd in de Middeleeuwen.

Slide 19 - Quizvraag

11. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
De zon komt op in het oosten.
B
De zon komt op in het Oosten.

Slide 20 - Quizvraag

12. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
In de kerstvakantie ga ik naar de bioscoop.
B
In de Kerstvakantie ga ik naar de bioscoop.

Slide 21 - Quizvraag

13. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
Deze zomer gaan we op vakantie naar Spanje.
B
Deze zomer gaan we op vakantie naar spanje.

Slide 22 - Quizvraag

14. Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
Die nieuwe Samsung-telefoon vind ik erg duur.
B
Die nieuwe samsung-telefoon vind ik erg duur.

Slide 23 - Quizvraag

Volgende les : 
  • Boek 4B meenemen!
  • Deze heb je nodig voor het 2e SE

Slide 24 - Tekstslide