Cursus 5 - Grammatica - paragraaf 4 - samengestelde zinnen

Programma deze les
  • Lezen in je leesboek
  • Nakijken §9: vragend voornaamwoord
  • Lesdoelen bespreken
  • Voorkennis
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Afsluiting les
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Programma deze les
  • Lezen in je leesboek
  • Nakijken §9: vragend voornaamwoord
  • Lesdoelen bespreken
  • Voorkennis
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Afsluiting les

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Je hebt intussen 10 woordsoorten geleerd. Welke
moet je nu ook alweer kennen?
  • werkwoord - lidwoord - zelfstandig naamwoord - bijvoeglijk naamwoord - voorzetsel - voegwoord - persoonlijk voornaamwoord - bezittelijk voornaamwoord - aanwijzend voornaamwoord - vragend voornaamwoord


Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1
  1. Wie wil mij even helpen met deze wiskundeopdracht?
  2. Welke bus zullen we nemen: die van half acht of die van kwart voor?
  3. Wat doet een werkvoorbereider in de bouw precies?
  4. Wat voor boeken lees jij het liefst?
  5. Weet jij wat voor een vogel dat daar is?
  6. Is al bekend wie meneer Mol vervangt tijdens zijn ouderschapsverlof
  7. Waar ben je en wat ben je aan het doen?
  8. De Consumentenbond heeft onderzocht welke zonnebrandcrème het best is.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2
  1. Wie is je grote voorbeeld?
  2. Wat voor een nummer is je nieuwste single: is het een dansplaat of een ballad?
  3. Welke / Wat voor een boodschap wil je overbrengen met je muziek?
  4. Wat is je grootste blunder op het podium?
  5. Wat is de hoogste plaats die je in de top 40 hebt bereikt?
  6. Vraag je je weleens af wie je allergrootste fan is?

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 3
  1. Wie speelde Batman in de laatste Batman-film? ja
  2. Wat zullen we vanavond eten: rijst of pasta? ja
  3. Waarom staat de muziek zo hard? nee
  4. Ik vraag me af wie de bondscoach morgen gaat opstellen. ja
  5. De docent van wie we Engels krijgen, geeft ook Frans. nee
  6. Daniël vroeg aan mij waar de toiletten zijn. nee
  7. Weet jij al wat je in de zomervakantie gaat doen? ja
  8. Hebben we alles wat we nodig hebben om te kamperen? nee

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 4
  • Linde vierde haar verjaardag dit jaar met ons in de tuin.
  • bez.vnw - aanw.vnw - pers.vnw
  • Welke tips geeft deze website om de batterij van je telefoon te sparen
  • vr.vnw - aanw.vnw - bez.vnw
  • Merlijn bedenkt wat hij van zo’n mooi stuk hout kan maken.
  • vr.vnw - aanw.vnw
  • Weet Gaby al wie die Valentijnskaart aan haar heeft gestuurd?
  • vr.vnw - aanw.vnw - pers.vnw




Slide 6 - Tekstslide

Grammatica

Zinsdelen                                                                 Woordsoorten 

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen
Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
Ik kan de persoonsvormen in een samengestelde zin vinden.

Ik

Slide 8 - Tekstslide

Voorkennis
We hebben het gehad over voegwoorden.

Voegwoord
een woord dat 2 zinnen, woorden of woordgroepen aan elkaar plakt / bij elkaar voegt

Slide 9 - Tekstslide

Voorkennis
Voorbeelden van voegwoorden:
en - of - terwijl - omdat - zodat - nadat - als - toen - want - maar - dus

Zij is blij, want ze heeft de loterij gewonnen.

Slide 10 - Tekstslide

Instructie 
SAMENGESTELDE ZIN 
2 losse zinnen die aan elkaar geplakt zijn

Een samengestelde zin heeft 2 persoonsvormen!

Slide 11 - Tekstslide

Instructie 

Slide 12 - Tekstslide

Instructie 
In een samengestelde zin staat ook een voegwoord.

Meestal staat hij tussen de zinnen, maar soms staat hij ook vooraan!

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg pv in samengestelde zinnen 
Zo vind je de persoonsvormen in samengestelde zinnen
Gebruik de tijdproef. Probeer alle werkwoorden van tijd te veranderen.
De werkwoorden waarbij dat kan, zijn persoonsvormen. De werkwoorden waarbij dat niet kan, zijn geen persoonsvormen.

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg pv in samengestelde zinnen 
Even oefenen:

Mijn buurman heeft aangifte gedaan, omdat hij meerdere malen is lastiggevallen.

Welke werkwoorden kun je van tijd veranderen? Dat zijn de persoonsvormen. 


Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Gezamenlijk:
opdracht 1 (blz 204)
Zelfstandig:
opdrachten 2, 3 en 4 maken 
(blz 204 + 205)
Ben je klaar?
Open het online boek en ga naar Cursus 5 §2 ZD Herhaling leerjaar 1th.  
Klik op Start en maak de oefeningen

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
Ik kan de persoonsvormen in een samengestelde zin vinden.

Ik

Slide 17 - Tekstslide