De valentie is een kracht die het werkwoord uitoefent op de naamwoorden. Afhankelijk van de betekenis van het werkwoord bevat een zin één, twee of drie noodzakelijke zinsdelen bij het gezegde.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnSecundair onderwijs
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Valentie
De valentie is een kracht die het werkwoord uitoefent op de naamwoorden. Afhankelijk van de betekenis van het werkwoord bevat een zin één, twee of drie noodzakelijke zinsdelen bij het gezegde.
Slide 1 - Tekstslide
Valentie
1 valentie: O : dormire
2 valentie: O + LV : monere
3 valentie: O + LV + MV : dare
3 valentie: O + LV + BVG : creare
Slide 2 - Tekstslide
Tijdsgebruik
Absoluut of relatief tijdsgebruik:
We spreken van relatief tijdsgebruik wanneer de tijd van het gezegde afhangt van de tijd van het regerend gezegde.
We spreken van absoluut tijdsgebruik, wanneer dat niet het geval is.
Slide 3 - Tekstslide
propterea quod a cultu atque humanitate provinciae longissime ABSUNT.
A
1 valentie
B
2 valentie
C
3 valentie MV
D
3 valentie BVG
Slide 4 - Quizvraag
DBG I,1
1 valentie
2 valentie
3 valentie
Dividit
important
praecedunt
gerunt
Slide 5 - Sleepvraag
Absoluut of relatief? Hi omnes lingua ... inter se differunt.
A
Absoluut
B
Relatief
Slide 6 - Quizvraag
Absoluut of relatief? dum milites quos IMPERAVERAT convenirent
A
Absoluut
B
Relatief
Slide 7 - Quizvraag
Confrontatie met de Nerviërs
Slide 8 - Tekstslide
sed ratio ordoque agminis aliter se HABEBAT ac Belgae ad Nervios detulerant.
Slide 9 - Open vraag
sed ratio ordoque agminis aliter se habebat ac Belgae ad Nervios DETULERANT