Start H2 Cultuur van de Kerk, Historisch, Beeldende kunst en Architectuur

Startles Cultuur van de Kerk
H2 Cultuur van de kerk
Elfde tot en met de veertiende eeuw (Middeleeuwen)
Toets periode 3 (H2 en Begrippen Kunstbeschouwing)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startles Cultuur van de Kerk
H2 Cultuur van de kerk
Elfde tot en met de veertiende eeuw (Middeleeuwen)
Toets periode 3 (H2 en Begrippen Kunstbeschouwing)

Slide 1 - Tekstslide

Cultuur van de Kerk
Waar denk je aan bij deze titel?
Wat zien we hiervan nog terug in ons dagelijks leven?

Slide 2 - Tekstslide

Historische context
We bekijken het filmpje 'Historische context' uit de Bespiegeling.

Opdracht: Noteer zoveel mogelijk begrippen die in het filmpje genoemd worden en probeer de betekenis te beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Sainte-Foy, Conques, Frankrijk
Timpaan met Laatste oordeel

- Verschil links en rechts
- Onderdeel architectuur
- Voorheen beschilderd
Wat zie je?

Slide 4 - Tekstslide

2.1 Kloosters
  • Timpaan en kapitelen
  • Relief
  • Niet realistisch  
  • Verhoudingen kloppen niet 

Doel?
  • Boodschap overbrengen
  • Geen technische hoogstandjes

Slide 5 - Tekstslide

Romaans
Gotiek
Welke verschillen zie jij?

Slide 6 - Tekstslide

Romaans
Gotiek

Slide 7 - Tekstslide

Oorsprong Romaans
  • Romeinse basilica wordt aangepast.  Toevoeging dwarsschip: kruisvorm


  • ‘Romaans’ komt van ‘Romeins’. Doet Romeins aan vanwege de rondbogen en dikke muren.

  • Veel toegepast op kloosterkerken. Kloosterleven is in afzondering -> gesloten karakter van kloosterkerken.
Saint-Sernin, Toulouse, Frankrijk, ca. 1080-1120​
Basilica van Constantijn, Trier, Duitsland, 310

Slide 8 - Tekstslide

Romaans 

  • Constructiebouw: gewicht van het dak wordt door dikke, massieve muren gedragen. 


Kenmerken:
  • Dikke muren: massief en gesloten
  • Kleine ramen: donker
  • Rondbogen
  • Tongewelf  >>>
  • Horizontaal karakter


1000 - 1200 na Chr.

Slide 9 - Tekstslide

Oorsprong Gotiek
  • Door de welvaart en stabiliteit in de hoge middeleeuwen groeit de bevolking. Door erediensten geloof toegankelijker maken.

  • Ook door pelgrimstochten zijn grotere (pelgrims)kerken nodig.


  • Kerk is 'stukje hemel op aarde': torens reiken naar de hemel, het 'Goddelijk Licht' valt door glas-in-loodramen naar binnen.
Ontstaat in Noord-Frankrijk. 

Abt Suger: ‘We zochten naar architectuur van het licht die de beschouwer van het materiële naar het goddelijke moest verheffen’.

God = licht. Licht is de essentie van schoonheid. 

Slide 10 - Tekstslide

Gotiek

  • Skeletbouwconstructie: skelet draagt het gewicht (niet de muren), gewicht wordt afgeleid door kruisribgewelf, pilaren, luchtbogen en steunberen (en pinakels).

Kenmerken:
  • Dunnere muren: open en sierlijk
  • Grote glas-in-loodramen, roosvensters
  • Spitsbogen
  • Kruisribgewelf>>>
  • Verticaal karakter


1150 - 1500 na Chr.

Slide 11 - Tekstslide

Tongewelf                   Kruisgewelf             Kruisribgewelf
        (Rom.)                                                             (Got.)             
 Soorten gewelven

Slide 12 - Tekstslide

ROMAANS
GOTIEK
DUNNERE MUREN
DIKKE MUREN
SPITSBOGEN
RONDBOGEN
GROTE VENSTERS
KLEINE VENSTERS
KRUISRIBGEWELF
SKELETBOUW
TONGEWELF
HORIZONTAAL GEBOUWD
VERTICAAL GEBOUWD
STEUNBEREN
PINAKEL
LUCHTBOGEN
GESLOTEN, DONKER, MASSIEF
OPEN EN SIERLIJK

Slide 13 - Sleepvraag

Opdrachten
1. Maak een begrippenlijst bij 2.1: 
- Lees 2.1 (blz. 22 t/m 28): 
Noteer in je schrift de begrippen (met blauwe stippellijn). Schrijf de betekenis erachter (zoek op in tekstboek blz. 248 t/m 266)
2. Maak de volgende opdrachten van H2 uit het Opdrachtenboek: 
- 2.1: opdracht: 7, 9, 14 en 16
- 2.2: opdracht: 20, 21, 24 en 29

Slide 14 - Tekstslide

Welke begrippen hebben we gehoord?

Slide 15 - Woordweb

HD2 Research Middeleeuwen
Startopdracht: Middeleeuwen in de buurt
Zoek een gebouw in je/de buurt dat dateert uit de Middeleeuwen. (1000-1400)
Onderzoek
1: Wanneer men is begonnen met de bouw ervan en wat je kunt vinden over de bouwgeschiedenis; 
2: Waarvoor het gebouw in de loop der jaren is gebruikt;  
3: Aan welke kenmerken van de bouwstijl je kunt zien dat het een Middeleeuws gebouw is. Maak daarbij onderscheid tussen Romaanse en Gotische bouwstijl (zie H2.1 en 2.2)
Film: Ga naar het gebouw toe en maak een kort filmpje waarin de architectuur van het gebouw goed te zien is en je de onderzochte informatie op aansprekende wijze deelt.

Slide 16 - Tekstslide