Deze periode is het thema spreken en gesprekken. Deze eerste periode wordt er gewerkt aan leesvaardigheid (begrijpend lezen). Hierover krijg je ook een toets.
Na het leesvaardigheid gaan we starten met het maken van een presentatie.
Slide 3 - Tekstslide
Leesvaardigheid
Vandaag gaan we aandacht besteden aan onbekende woorden.
Startvraag:
Waarom is het belangrijk dat we dit behandelen? Waarvoor heb je dit nodig bij begrijpend lezen?
Slide 4 - Tekstslide
Doel van de les:
De betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordstrategieën te gebruiken.
Je begrijpt een tekst beter wanneer je de betekenis van een woord weet.
Slide 5 - Tekstslide
Instructie filmpje
Slide 6 - Tekstslide
Strategie 1
Een synoniem zoeken.
Wat wordt hiermee bedoelt?
Slide 7 - Tekstslide
Uitleg strategie 1
Sommige woorden hebben ongeveer dezelfde betekenis. Deze woorden noem je synoniemen. Zo is trottoir een synoniem van stoep.
Slide 8 - Tekstslide
Zo zoek je een synoniem
Kijk of in dezelfde zin een synoniem staat. Zo niet, lees dan ook de zin voor het moeilijke woord en de zin erna. Bij een synoniem gaat het om één woord dat dezelfde betekenis heeft als het onbekende woord.
- Amin transpireert in de zon. Hij rent over het voetbalveld en zweet enorm.
Welk synoniem zie je in de bovenstaande zin?
Slide 9 - Tekstslide
Strategie 2
Een omschrijving zoeken.
Wie weet wat hiermee bedoeld wordt?
Slide 10 - Tekstslide
Uitleg strategie 2
In een tekst kan ook een omschrijving van een moeilijk woord staan. Een omschrijving is een uitleg van een onbekend woord. Let op: bij een omschrijving worden meer woorden gebruikt en bij een synoniem wordt maar één woord gebruikt.
- Lotte houdt de waarheid hardnekkig vol, ze houdt vast aan wat ze gezegd heeft.
Wat is de uitleg van hardnekkig in de bovenstaande zin?
Slide 11 - Tekstslide
Zo zoek je een omschrijving.
Omschrijvingen staan vaak tussen haakjes of tussen komma’s in dezelfde zin of in de zin ervoor of erna:
- Hidde werkt in de akkerbouw, een vorm van landbouw, waar hij mais en suikerbieten kweekt.
Welk woord wordt hier omschreven en wat is de omschrijving bij dit woord?
Slide 12 - Tekstslide
Strategie 3
Een voorbeeld zoeken.
Wat doe je bij deze strategie?
Slide 13 - Tekstslide
Uitleg strategie 3
Soms kun je moeilijke woorden begrijpen door de voorbeelden die genoemd worden:
- Yoesra verzamelt haar tekengerei (potloden, wasco en stiften) om verder te werken aan haar kunstwerk.
Welk woord wordt hier uitgelegd en welke voorbeelden worden er genoemd?
Slide 14 - Tekstslide
Zo zoek je een voorbeeld.
• Er komt vaak een voorbeeld na de volgende woorden: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van.
- In het ziekenhuis werken veel specialisten, bijvoorbeeld een oogarts en een chirurg.
• Voorbeelden staan vaak na een dubbele punt, tussen haakjes of tussen komma’s.
- Tijdens biologie hadden we het over het gebruik van onze zintuigen: zien, horen, proeven, voelen en ruiken.
Slide 15 - Tekstslide
Alle drie de strategieën op een rij:
1. Een synoniem zoeken: stoep - trottoir.
2. Een omschrijving zoeken: hardnekkig - ze houdt vast aan wat ze gezegd heeft.
3. Een voorbeeld zoeken: tekengerei - potloden, wasco en stiften.
Slide 16 - Tekstslide
Wat als het niet lukt?
Lukt het niet om de betekenis van een moeilijk woord te vinden in de tekst? Gebruik dan een (online) woordenboek.
Slide 17 - Tekstslide
Hebben jullie nog vragen?
Slide 18 - Tekstslide
Zelfstandig aan de slag!
* Bladzijde 11 t/m 14 - opdracht 1 t/m 5.
* Kijk je werk na.
* Wanneer je eerder klaar bent ga je nog even lezen
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.