Ongelijkheid in arme en rijke landen

Herhaling leerstof
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling leerstof

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen de formele en informele sector?

Slide 2 - Tekstslide


A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 3 - Quizvraag


A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 4 - Quizvraag


A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 5 - Quizvraag

deze les gaan we het hebben over ongelijkheid

- Sociale ongelijkheid
- Regionale ongelijkheid

Slide 6 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
= Grote verschillen in welvaart tussen groepen mensen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid
Grote verschillen in gebieden in een land noemen we regionale ongelijkheid. 

Slide 9 - Tekstslide









Mexico

Regionale ongelijkheid

In welke sector zullen de meeste mensen werken in:
A
B
C

Slide 10 - Tekstslide









Mexico

Regionale ongelijkheid

In welke sector zullen de meeste mensen werken in:
A Diensten
B
C

Slide 11 - Tekstslide









Mexico

Regionale ongelijkheid

In welke sector zullen de meeste mensen werken in:
A Diensten
B Industrie
C

Slide 12 - Tekstslide









Mexico

Regionale ongelijkheid

In welke sector zullen de meeste mensen werken in:
A Diensten
B Industrie
C Landbouw

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Maken Opdracht A: vragen 1, 2, 3, en 4.

Voor deze opdrachten heb je de GROTE Bosatlas nodig

Na 10 minuten bespreken we de opdrachten

timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

De wereld kan je indelen in:

- Koplopers (rijke landen)
- Volgers (ontwikkelingsland)
- Achterlopers (ontwikkelingsland)

Slide 15 - Tekstslide

Is het welzijn in een ontwikkelingsland hoog of laag?
A
Hoog
B
Laag

Slide 16 - Quizvraag

Waar is de levensverwachting het hoogst?
A
Koplopers
B
Volgers
C
Achterlopers

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kan je welzijn weten
A
Door te kijken naar het inkomen
B
Door te kijken naar het analfabetiseringsgraad
C
Door te kijken naar de levensverwachting
D
Door te kijken naar de hoeveelheid inwoners

Slide 18 - Quizvraag

Maken opdracht C van " Ongelijkheid in arme en rijke landen" . Hiervoor heb je je antwoorden nodig van opdracht C in 'Hoe meet je welzijn"


Slide 19 - Tekstslide