Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3.1 koninkrijk der Nederlanden
Burgers en stoommachines
paragraaf 3.1 Democratie en een koning in Nederland
1 / 43
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
43 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Burgers en stoommachines
paragraaf 3.1 Democratie en een koning in Nederland
Slide 1 - Tekstslide
1789:
De Franse Revolutie
Strijd voor vrijheid, gelijkheid en broederschap
Einde aan Koninkrijk Frankrijk
Meer gelijkheid: einde aan de standenmaatschappij
Een grondwet
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
1795-1801:
Bataafse Republiek
Revolutie o.l.v. de
Patriotten
: zij willen meer van het volk (...en zijn wel klaar met de Oranjes)
De Patriotten krijgen hulp van de Fransen
Frankrijk bezet Nederland (1795-1813) en erfstadhouder Willem V moet vluchten naar Engeland
Slide 4 - Tekstslide
Willem I komt aan op Scheveningen (1813)
Slide 5 - Tekstslide
1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Napoleon verslagen bij Waterloo
Zoon van prins Willem V wordt
koning
Willem I
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
: Nederland, België en Luxemburg
Slide 6 - Tekstslide
Ko
ning-Koopman
Willem I wil van Nederland een modern land maken.
Om dit te kunnen betalen richtte hij de Nederlandsche Handelsmaatschappij (NHM) op en De Nederlandsche Bank.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Tekstslide
Wat zijn de sterke kanten van het Zuiden?
A
Handelaren
B
Textielindustrie
C
Visserij
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de sterke kant van het Noorden?
A
Handelaren
B
Textielindustrie
C
Visserij
Slide 11 - Quizvraag
Hoe moesten de producten worden vervoerd in deze moderne economie?
A
Trekschuit
B
Lopend
C
paard en wagen
D
Stoomtrein
Slide 12 - Quizvraag
Noem twee voordelen van de stoomtrein?
Slide 13 - Open vraag
Noem twee bedrijven die Koning Willem 1 sticht?
Slide 14 - Open vraag
Belgische Revolutie
1830
Tijdens de viering van de verjaardag van koning Willem I in Brussel, slaat de vlam in de pan en komt het volk in opstand.
Ruim een maand later roepen de Belgen hun onafhankelijkheid uit
Slide 15 - Tekstslide
1830-1839: België wordt onafhankelijk
Oorzaken
:
Nederlands officiële taal
Protestantse geloof is de staatsgodsdienst: België is katholiek
Belangrijke banen vaak in handen van Nederlanders
Nederland wordt voorgetrokken
Slide 16 - Tekstslide
Gevolgen
1831: Leopold I wordt de eerste Belgische koning
1831: Tiendaagse Veldtocht
1839: onder internationale druk erkent Willem I de onafhankelijkheid
1840: Willem I treedt af
Slide 17 - Tekstslide
1840-1848:
Koning Willem II
Conservatief/ouderwets
: geen ruimte voor veranderingen
Regeert, min of meer, als absolute vorst
Moet niets weten van democratie
Moeizame relatie met zijn vader
Vindt het jammer dat België onafhankelijk is
Slide 18 - Tekstslide
Onrust in 1848
De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"
Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.
Er breken rellen uit in Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Italië
Slide 19 - Tekstslide
Paniek bij de vorsten
in heel Europa!
Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal
Slide 20 - Tekstslide
Hoe zag het bestuur van Nederland er uit
tussen 1815-1848?
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Nieuwe Grondwet
1848
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
De nieuwe grondwet
Thorbecke adviseerde Willem II, de koning van Nederland, om een democratische verandering door te voeren
De koning wilde hier eerst niets van weten, maar wanneer er ook in Nederland rellen uit breken gaat hij toch akkoord
Niet de koning, maar de ministers maken voortaan de wetten. En deze worden gecontroleerd door het parlement dat door de bevolking wordt gekozen
Slide 25 - Tekstslide
Hoe zag het bestuur
van Nederland
er
vanaf 1848* uit?
*de meeste onderdelen zijn vandaag nog steeds geldig
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Geen democratie
Met de nieuwe grondwet kon nog niet iedereen stemmen, alleen de mensen die voldoende belasting betaalden mochten stemmen
Dit waren dus de mensen met veel geld, en zij waren vaak liberaal
Veel liberalen waren bang dat het volk hun stem zou gebruiken om de rijkdommen van de liberalen af te pakken
Slide 28 - Tekstslide
Wie kan ze allemaal benoemen? geef je antwoord in de volgende slide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Wat is een constitutionele monarchie?
A
Koninkrijk met een grondwet
B
Koninkrijk zonder grondwet
C
Land met een grondwet maar geen koning
D
Koninkrijk met een absolute koning
Slide 32 - Quizvraag
Wanneer is er sprake van echte democratie in Nederland?
A
1848
B
1879
C
1917
D
1919
Slide 33 - Quizvraag
In welk jaar kreeg Nederland voor het eerst een Nederlandse koning?
A
1813
B
1815
C
1830
D
1848
Slide 34 - Quizvraag
De belangrijkste politieke groep in 1848 waren de ......?......
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen
Slide 35 - Quizvraag
Wie hebben er kiesrecht in 1848?
A
Mannen mogen stemmen
B
Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
C
Als een man genoeg belasting betaald mag hij stemmen
D
Niemand mag stemmen
Slide 36 - Quizvraag
Liberalen willen vooral.....
A
Weinig overheidsbemoeienis
B
Gelijkheid
C
Geen vrijheid
D
Politiek met de bijbel
Slide 37 - Quizvraag
Welke politieke groep mocht een nieuwe grondwet maken
A
Socialisten
B
liberalen
C
democraten
D
prinsgezinden
Slide 38 - Quizvraag
Wat betekent ' algemeen kiesrecht? '
A
stemrecht voor vrouwen
B
stemrecht voor rijke mannen
C
stemrecht voor mannen
D
stemrecht voor mannen en vrouwen
Slide 39 - Quizvraag
Een koninkrijk met een grondwet is:
A
Parlementaire democratie
B
Constitutionele monarchie
Slide 40 - Quizvraag
Het volk regeert via gekozen volksvertegenwoordigers
Dit noem je:
A
Een dictatuur
B
Een monarchie
C
Een parlementaire democratie
D
Verkiezingen
Slide 41 - Quizvraag
Kies een kenmerk van de Parlementaire Democratie.
A
Grondwet
B
Vrije en geheime verkiezingen
C
Parlement als hoogste macht
D
Trias Politica
Slide 42 - Quizvraag
Leg uit waarom we niet direct na de grondwetswijziging van 1848 van een democratie konden spreken?
Slide 43 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
2. Het Koninkrijk der Nederlanden
Mei 2019
- Les met
51 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Geschiedenisleraar.nl
2. Het Koninkrijk der Nederlanden
September 2017
- Les met
51 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Geschiedenisleraar.nl
2. Het Koninkrijk der Nederlanden
April 2018
- Les met
51 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Geschiedenisleraar.nl
2.2 Democratie in Nederland
December 2018
- Les met
22 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
1.2 De grondwet van 1848
Maart 2019
- Les met
12 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Geschiedenis Hfst 3: paragraaf 3.2 democratie in Nederland
Januari 2021
- Les met
47 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
les 1.1
September 2018
- Les met
38 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Koninkrijk der Nederlanden 1815-1848
April 2024
- Les met
14 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4