§2.2 Bevolking in beweging 11-9-24

§2.2 Bevolking in beweging
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§2.2 Bevolking in beweging

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- huiswerk (2.1 opdr. 1 t/m 5)
- vorige les
- Voorkennis activeren
- Uitleg
- Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
- start hoofdstuk 
- vraag 2 lastig, berekenen geboortecijfer...niet nodig bij toets
- jullie moeten nog opstarten, wij zelf ook...
- hoe is de atlastoets gegaan?


Slide 3 - Tekstslide

Het aantal kinderen dat in 1 jaar geboren wordt per 1000 inw
Als er in een jaar meer mensen sterven dan geboren worden.
Groei van de bevolking door het verschil tussen immigratie en emigratie.
Het aantal mensen dat in een jaar sterft per 1000 inw.
Groei van de bevolking door het verschil tussen geboorte en sterfte.
Het verhuizen.
Natuurlijke bevolkingsgroei
Migratie
Sterfteoverschot
Sterftecijfer
Sociale bevolkingsgroei
Geboortecijfer

Slide 4 - Sleepvraag

Bevolkingsdichtheid
Bevolkingsspreiding
Levens-
verwachting
Manier hoe de bevolking verspreid is over een land
Aantal inwoners per km2
Hoe oud worden mensen gemiddeld

Slide 5 - Sleepvraag

Juist of onjuist? Sleep de uitspraak naar de juiste cirkel! 
Juist
Onjuist
De verwachte bevolkingsgroei van Afrika wordt veroorzaakt door sociale bevolkingsgroei.

Slide 6 - Sleepvraag

Als er een sterfteoverschot is dan
A
is er kans op krimp
B
zal er 100% krimp zijn
C
is er groei
D
zal er 100 % groei zijn

Slide 7 - Quizvraag

Bevolkingsspreiding kan:
A
hoog/laag zijn
B
ongelijk/gelijk zijn

Slide 8 - Quizvraag

2.2 Leerdoelen
Je weet dat bevolking niet alleen verandert door natuurlijke, maar ook door sociale bevolkingsgroei
Je begrijpt wat het verschil is tussen aantrekkings- en afstotingsfactoren
Je kunt migranten indelen in drie groepen

Slide 9 - Tekstslide

Samen lezen 2.2 
blz. 44

Slide 10 - Tekstslide

Migratie
  • De bevolking in NL kan groeien door:
- Natuurlijke bevolkingsgroei (geboorte/sterfte)
- Sociale bevolkingsgroei (migratie)

  • Redenen om te verhuizen worden migratiemotieven genoemd:
  1. Aantrekkingsfactor: reden om in een gebied te vestigen, zoals werk. > Vestigingsoverschot, bijv. in grote steden.
  2. Afstotingsfactor: redenen om uit een gebied te vertrekken, zoals armoede. > Vertrekoverschot, bijv. op het platteland.

Slide 11 - Tekstslide

https://www.cbs.nl/nl-nl/visualisaties/dashboard-bevolking


Slide 12 - Tekstslide

geboorte-sterfte = - 5034    (krimp)

Slide 13 - Tekstslide

Immigratie - emigratie = +  166.147   (groei)

Slide 14 - Tekstslide

Dus?
166.147 mensen erbij door immigratie
- 5034 door teveel sterfte, te weinig geboorte

166.147 - 5034 = 161.113 mensen erbij in 2023

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Waar komen de meeste migranten vandaan?
https://www.bbc.com/news/magazine-34137358


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/dossier-asiel-migratie-en-integratie/hoeveel-immigranten-komen-naar-nederland


Slide 19 - Tekstslide

Redenen om te verhuizen worden migratiemotieven genoemd:


Aantrekkingsfactor: reden om in een gebied te vestigen, zoals werk. > 
Afstotingsfactor: redenen om uit een gebied te vertrekken, zoals armoede. 



Slide 20 - Tekstslide

Vormen van migratie
  • Er zijn verschillende vormen van migratie:
  1. Binnenlandse migratie: binnen een land verhuizen.
  2. Buitenlandse migratie: van het ene land naar het andere land verhuizen. 

  • Drie soorten migranten:
  1. Arbeidsmigratie: mensen die verhuizen vanwege hun werk.
  2. Kenniswerker: iemand met een hoog opleidingsniveau die is geboren in een ander land dan waar hij of zij woonachtig is.
  3. Vluchteling: iemand die op de vlucht is voor oorlog of andere bedreigingen.

Slide 21 - Tekstslide

Afstotingsfactor

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Aantrekkingsfactor

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat krijg je dan ?
Wat een groot gedeelte van ons zou proberen, je gaat naar de plek die voor jou/jullie wel wenselijk is 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Migratie
Vestigingsoverschot, bijv. in grote steden.
Meer mensen komen erbij dan vertrekken
 
Vertrekoverschot, bijv. op het platteland.
Meer vertrekken dan erbij komen

Slide 28 - Tekstslide

Vergrijzing & verjonging
  • Jongeren trekken weg uit een bepaalde regio, bijvoorbeeld om te gaan studeren in een andere stad. Dit proces heet ontgroening.


  • Gevolg: aandeel ouderen in die regio neemt toe. Dit heet vergrijzing.

Slide 29 - Tekstslide

Bevolkingspiramide - leeftijdsdiagram 
Vergrijzing
Ontgroening

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Urbanisatie
  • Tot ongeveer 1960-1970 trokken mensen massaal naar de stad: urbanisatie.


  • In de steden was toen sprake van een vestigingsoverschot.
  • Op het platteland was er juist een vertrekoverschot.

Slide 32 - Tekstslide

Suburbanisatie
  • Na 1960 trok men naar plaatsen nabij de stad, zoals Helmond. Dit noemen we: suburbanisatie


  • Om welke redenen verhuisde men uit de stad?
  1. Rust en ruimte
  2. Schonere leefomgeving
  3. Voorzieningen van de stad in de buurt

Slide 33 - Tekstslide

Verstedelijking > urbanisatie

Slide 34 - Tekstslide

Kennistest

Slide 35 - Tekstslide

Zorg dat je deze begrippen kent en kunt uitleggen!
Sociale bevolkingsgroei
Natuurlijke bevolkingsgroei
Geboorte en sterfte
Geboorteoverschot
Migratie
Sterfteoverschot
Vestigingsoverschot
Vertrekoverschot

Slide 36 - Sleepvraag

Hoe noem je vertrekredenen ook wel?
A
Pull-factoren
B
Push-factoren
C
Verhuis-factoren
D
Ga weg-factoren

Slide 37 - Quizvraag

Wat gebeurd er als er in een land zowel vergrijzing als ontgroening plaatsvindt?
A
De bevolking krimpt.
B
De bevolking groeit.
C
Er is een te kort aan jongeren, en teveel aan ouderen.
D
Er is een te veel aan jongeren, en te kort aan ouderen

Slide 38 - Quizvraag

Groei-
regio
Krimp-
regio
Genoeg voorzieningen
Verlies  van voorzieningen
Veel luchtvervuling
Veel werkgelegenheid
Vergrijzing en ontgroening
Veel leegstaande huizen
Dure woningen

Slide 39 - Sleepvraag

Vergrijzing is....
A
toename van het aantal jongeren
B
afname van het aantal jongeren
C
toename van het aantal ouderen
D
afname van het aantal ouderen

Slide 40 - Quizvraag

Kijk naar de afbeelding. Welke uitspraak is NIET juist?
A
Er zijn heel veel jonge mensen in dit land
B
Dit is een ontwikkelingsland
C
Er is hier sprake van vergrijzing
D
In dit land is de oudste persoon een vrouw

Slide 41 - Quizvraag

Hoe noem je de trek van de stad naar het omringend platteland?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Ontstedelijking
D
Verstedelijking

Slide 42 - Quizvraag

Wat is krimp
A
Dat de mensen steeds kleiner worden (kabouters in opkomst!!)
B
Dat een gebied of stad of dorp kleiner worden
C
Dat de bevolking in een gebied afneemt
D
Dat er meer kleinere huizen worden gebouwd

Slide 43 - Quizvraag

Wat iseerder begonnen?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie

Slide 44 - Quizvraag

Aan de slag!

Slide 45 - Tekstslide

Aantrekkingsfactor
Afstotingsfactor
Nieuwe baan 
Betere school voor kinderen
Noord-Groningen aardbevings gebied
Spoorlijn langs je huis
De Randstad
Geen werk kunnen vinden

Slide 46 - Sleepvraag

Wat is GEEN gevolg van de vergrijzing?
A
Het aantal voorzieningen in dorpen groeit
B
nieuwe markten zien kansen
C
jongeren vertrekken naar de steden
D
De AOW kost veel geld

Slide 47 - Quizvraag