Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam: mevrouw Mentjox, mevrouw DeVletter
Let op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.) > kleine letters als ze tussen voor- en achternaam staan: Machteld de Vletter
In de aanhef gebruik je alleen de achternaam
Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam
Slide 5 - Tekstslide
Schrijfwijze van namen in de aanhef
Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,
Slide 6 - Tekstslide
De inleidende zin
In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.
Slide 7 - Tekstslide
Het middenstuk
Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk
In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht
Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken
Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf!
Beschrijf deze punten kort en bondig
Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten
Slide 8 - Tekstslide
Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
Ik hoop spoedig van u te horen.
Ik ontvang graag snel een reactie.
Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.
Slide 9 - Tekstslide
Maak de oefentoets
Je hebt hiervoor 25 minuten. Ben je klaar? Laat hem lezen door je buurman of buurvrouw en geef elkaar feedback aan de hand van de punten bij "controleren en verbeteren."