Lezen, luisteren kijken 1.4 - opbouw en indeling

Lezen, luisteren, kijken
1.4 Opbouw en indeling
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lezen, luisteren, kijken
1.4 Opbouw en indeling

Slide 1 - Tekstslide

Planning voor deze les
  1. Korte herhaling
    1.3 Betrouwbaarheid en bruikbaarheid

  2. Uitleg + opdrachten
    1.4 Opbouw en indeling van teksten 

Slide 2 - Tekstslide

Op welke vier punten moet je letten om te bepalen of een tekst betrouwbaar en bruikbaar is?

Slide 3 - Open vraag

Beoordeel de betrouwbaarheid
van deze tekst (denk aan de 4 punten)
[Bron: www.utopianieuws.nl]

Slide 4 - Open vraag

1.4 Opbouw en indeling
De opbouw van een tekst

Teksten hebben vaak een vaste structuur / opbouw. 

Als je weet hoe een tekst in elkaar zit, helpt je dat om een tekst te begrijpen.

Slide 5 - Tekstslide

Inleiding
Middenstuk
Slot
Dit deel is opgedeeld in meer alinea's 
Het onderwerp wordt benoemd
De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt
Aandachttrekker: er wordt bijv. een vraag gesteld of een probleem besproken.
Een samenvatting van de tekst
Er wordt bijv. een vraag beantwoord of een oplossing bij een probleem besproken.
De tekst wordt stap voor stap uitgewerkt

Een conclusie 

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Geef in 30 seconden zo veel mogelijk voorbeelden van signaalwoorden.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Tekststructuren

Slide 11 - Tekstslide

Tekststructuren

Slide 12 - Tekstslide

Lees de volgende inleidende alinea

Slide 13 - Tekstslide

Welke tekststructuur zou de tekst op de vorige dia kunnen hebben?
A
verklaringsstructuur
B
probleem-oplossingsstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
argumentatiestructuur

Slide 14 - Quizvraag

Lees de volgende inleidende alinea

Slide 15 - Tekstslide

Welke tekststructuur zal tekst op de vorige dia hebben?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
voor- en nadelenstructuur
C
verleden-heden-toekomststructuur
D
aspectenstructuur

Slide 16 - Quizvraag

Welk soort signaalwoorden zal de schrijver vooral hebben gebruikt om de belangrijkste verbanden in de tekst aan te geven?
A
reden/argument
B
tegenstelling
C
opsomming
D
conclusie

Slide 17 - Quizvraag

Opdrachten
Nu Nederlands online
  • Lezen, luisteren, kijken
    1.4 - opbouw en indeling




Slide 18 - Tekstslide