In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
NOVA 3HAVO les 6
Hoofdstuk 3.2
Nodig:
laptop
schrift
periodiek systeem
Slide 1 - Tekstslide
Dit heb je geleerd:
metalen
stoffen zouten
moleculaire
stoffen
Slide 2 - Tekstslide
groep stoffen
foto
geleidbaarheid in vaste fase
geleidbaarheid in vloeibare fase
metalen
zouten
moleculaire stoffen
ja ja
nee ja
nee nee
Slide 3 - Sleepvraag
Aan het soort atomen herken je welk soort stof het is
Slide 4 - Tekstslide
Dit heb je geleerd:
metalen alléén koper, Cu (s)
metaalatomen ijzer, Fe (s)
stoffen zouten metaalatomen én keukenzout, NaCl (s)
niet-metaalatomen kalksteen, CaCO3 (s)
moleculaire alléén niet- water, H2O (l)
stoffen metaalatomen zuurstof, O2 (g)
Slide 5 - Tekstslide
Dit heb je geleerd:
Metalen: geleiden in vaste en vloeibare fase. Bestaat uit alleen maar metaalatomen
Moleculaire stoffen: geleiden niet in vaste en niet in vloeibare fase. Bestaan uit alleen maar niet-metaalatomen
Zouten: geleiden niet in vaste en wel in vloeibare fase. Bestaan uit metaal- en niet-metaalatomen.
Slide 6 - Tekstslide
Na afloop van deze les
weet je wat ionen zijn
kun je een ion weergeven volgens het atoommodel van Bohr
kun je op microniveau uitleggen waarom zouten een hoog smeltpunt hebben en in vaste toestand geen stroom geleiden maar gesmolten of opgelost in water wel
Slide 7 - Tekstslide
Zouten zijn opgebouwd uit
voorkennis
A
metaal atomen en
niet-metaal atomen
B
metaal atomen
C
niet-metaal atomen
D
moleculen
Slide 8 - Quizvraag
Sleep de formules van zouten naar de afbeelding van zoutwinning. Gebruik het Periodiek Systeem
NaCl
HCl
H2S
P2O5
CaO
CO2
Fe2O3
SO3
BaF2
ZnS
SnCl2
K2O
Slide 9 - Sleepvraag
Aan het soort atomen herken je welk soort stof het is
Slide 10 - Tekstslide
de metaal- en niet-metaalatomen vormen ionen:
- een metaalion heeft een positieve lading
- een niet-metaalion heeft een negatieve lading
zouten bestaan dus uit geladen deeltjes: ionen
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een ion?
een atoom, waarbij het aantal elektronen niet gelijk is aan het aantal protonen:
lading van een ion = aantal protonen -aantal elektronen
Voorbeelden:
Slide 12 - Tekstslide
Wat is een ion?
een atoom, waarbij het aantal elektronen niet gelijk is aan het aantal protonen:
lading = aantal protonen -aantal elektronen
Voorbeeld: Teken volgens Bohr
1 atoom F (massagetal 19)
1 ion F-
Slide 13 - Tekstslide
Ionbinding
aantrekkingskracht tussen + en - ionen
erg sterk
het kost veel energie om binding te verbreken
ionrooster
Slide 14 - Tekstslide
Eigenschappen van zouten
MACRO niveau MICRO niveau
hoog smeltpunt ionbinding is erg sterk
NOTEER & LEER
Slide 15 - Tekstslide
Een zout is bros:
Als je een rij ionen in het ionrooster verschuift, stoten gelijke ladingen elkaar af.
Het ionrooster breekt
Slide 16 - Tekstslide
Eigenschappen van zouten
MACRO niveau MICRO niveau
hoog smeltpunt ionbinding is erg sterk
bros (breekt ipv buigt) bij verschuiven ionen stoten
gelijke ladingen elkaar af
stroomgeleiding
NOTEER & LEER
Slide 17 - Tekstslide
Stroomgeleiding van zouten
Een vast zout geleidt de stroom niet
Een gesmolten zout geleidt de stroom wel
> wat is nodig voor stroomgeleiding?
herhaling vorige les
Slide 18 - Tekstslide
Bekijk het volgende filmpje
> welke deeltjes zorgen hier voor stroomgeleiding?
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Bekijk het volgende filmpje
> welke stof ontstaat aan welke elektrode?
> hoe zou dat komen?
> welke deeltjes zorgen hier voor stroomgeleiding?
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Stroomgeleiding door gesmolten zout op microniveau:
De min-pool trekt ................................. aan. Deze zijn dus ................................ geladen
De plus-pool trekt ............................... aan. Deze zijn dus ................................. geladen
Stroomgeleiding door een gesmolten zout vindt plaats door
vrij bewegende ............................
positief
natriumionen
negatief
chloride ionen
natriumatomen
chlooratomen
elektronen
ionen
Slide 23 - Sleepvraag
Eigenschappen van zouten
MACRO niveau MICRO niveau
hoog smeltpunt ionbinding is erg sterk
een vast zout kan de ionen zitten op een vaste plek
géén stroom geleiden
een gesmolten zout kan de ionen bewegen vrij door elkaar
wel stroom geleiden
NOTEER & LEER
Slide 24 - Tekstslide
Elektrische geleidbaarheid
Bij metalen: beweging van vrije elektronen door metaalrooster heen. Kan altijd.
Bij zouten: beweging van ionen. Kan alleen in oplossing of gesmolten toestand.
Slide 25 - Tekstslide
leerdoelencheck
weet je wat ionen zijn?
kun je een ion weergeven volgens het atoommodel van Bohr?
kun je op microniveau uitleggen waarom zouten een hoog smeltpunt hebben, in vaste toestand geen stroom geleiden maar gesmolten of opgelost in water wel?
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
PHET Bouw een atoom
Google: PHET en bouw een atoom en ga naar de link (https://phet.colorado.edu/sims/html/build-an-atom/latest/build-an-atom_nl.html)
Kies Atoom of Symbool en oefen tot je door hebt hoe het werkt.
Kies Spel en doe allevier de spellen.
massagetal
(= aantal p + aantal n)
atoomnummer
(= aantal p)
lading: aantal p - aantal e
een proton = 1+ en een elektron = 1-
bij een neutraal atoom geldt aantal p = aantal e
Slide 28 - Tekstslide
eigen werk
Leer de betekenis van de blauwe woorden van H3.2
Oefen op NOVA online 3.2 Flitskaarten
Maak online H3.2 opdracht 4
Slide 29 - Tekstslide
Beheers je deze leerdoelen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 30 - Poll
Na deze les,
wil ik...
extra uitleg
oefeningen gaan maken
de leerstof thuis nog even bekijken
nog meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)