Lezen - Quiz
1 / 19
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is globaal lezen?
A
Hoofdzaken vinden
B
De tekst goed begrijpen
C
Belangrijkste informatie onthouden
D
Bruikbare informatie zoeken
Slide 2 - Quizvraag
Wat is intensief lezen?
A
Hoofdzaken vinden
B
De tekst goed begrijpen
C
Belangrijkste informatie onthouden
D
Bruikbare informatie zoeken
Slide 3 - Quizvraag
Wat is zoekend lezen?
A
Bruikbare informatie zoeken
B
De tekst goed begrijpen
C
Belangrijkste informatie onthouden
D
Snel vaststellen of een tekst bruikbaar is
Slide 4 - Quizvraag
Wat vind je door een stukje terug of vooruit te lezen?
A
Onderwerp
B
Niks
C
Onbekend woord
D
Inleiding
Slide 5 - Quizvraag
De montagehandleiding bij een Ikea kastje is een voorbeeld van een:
A
amuserende tekst
B
instructieve tekst
C
betogende tekst
D
informatieve tekst
Slide 6 - Quizvraag
Je bent jong, leergierig en een doorzetter.
Welke functie heeft 'en'?
Welke functie heeft 'en'?
A
Gevolg
B
Opsomming
C
Reden
D
Volgorde
Slide 7 - Quizvraag
Een krantenartikel is een
A
tekstsoort
B
tekstdoel
Slide 8 - Quizvraag
Tekstdoel?
A
instrueren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren
Slide 9 - Quizvraag
Tekstdoel?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overhalen/activeren
D
Overtuigen
Slide 10 - Quizvraag
Ik werk het liefst met een laptop omdat ik dan overal kan werken.
Welke functie heeft 'omdat'?
Welke functie heeft 'omdat'?
A
Gevolg
B
Opsomming
C
Reden
D
Volgorde
Slide 11 - Quizvraag
Bo was vaak te laat gekomen zodat zij een negatieve beoordeling kreeg.
Welke functie heeft 'zodat'?
Welke functie heeft 'zodat'?
A
Gevolg
B
Opsomming
C
Reden
D
Volgorde
Slide 12 - Quizvraag
Hij heeft het liever niet, maar op het balkon mag je roken.
Welke functie heeft 'maar'?
Welke functie heeft 'maar'?
A
Gevolg
B
Opsomming
C
Reden
D
Tegenstelling
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?
A
Ingezonden brief
B
Advertentie
C
Weblog
D
Nieuwsbericht
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een activerende tekst?
A
Ingezonden brief
B
Advertentie
C
Weblog
D
Nieuwsbericht
Slide 15 - Quizvraag
In het geval dat, mits, tenzij,wanneer. Dit zijn voorbeelden van een ...
A
gevolg
B
voorwaarde
C
reden-verklaring
D
tegenstelling
Slide 16 - Quizvraag
Met behulp van, om, waarmee, via.
Dit zijn voorbeelden van een ...
Dit zijn voorbeelden van een ...
A
Gevolg
B
Voorwaarde
C
Reden-verklaring
D
Doel-middel
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een amuserende tekst?
A
Ingezonden brief
B
Advertentie
C
Weblog
D
Spannend verhaal
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het doel van een activerende tekst?
A
Overtuigen
B
Overhalen
C
Informeren
D
Uitleg geven
