In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Stevigheid en Beweging basisstof 5 en 6
Slide 1 - Tekstslide
Welke van de blessures kun je niet zien op een röntgenfoto?
A
botbreuk
B
kneuzing
C
ontwrichting
Slide 2 - Quizvraag
Pijpbeen
Onregelmatig been
Plat been
Slide 3 - Sleepvraag
bot waar niets mee is gedaan
bot dat in verdund zoutzuur heeft gelegen
bot dat een vlam is gehouden
Slide 4 - Sleepvraag
Bij welke spierblessure trekt een spier plotseling samen?
A
Spierkramp
B
Spierpijn
C
Spierscheuring
Slide 5 - Quizvraag
Pijpbeenderen
Platte beenderen
scheenbeen
Opperarmbeen
schouderblad
dijbeen
heupbeen
schedel
Borstbeen
Vingerkootje
Ruggenwervel
Ribben
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is de antagonist van de spierbal op je bovenarm?
A
Triceps
B
Biceps
C
Kuitspier
D
Scheenspieren
Slide 7 - Quizvraag
Kraakbeen weefsel
Beenweefsel
Slide 8 - Sleepvraag
In je oor zit kraakbeen zodat het oor zijn vorm houdt, waar zit nog meer kraakbeen met deze functie ? kraakbeen waar
Slide 9 - Open vraag
Tussenwervelschijven bestaan is dus kraakbeen. Wat gebeurt er als kraakbeen slijt?
Slide 10 - Open vraag
Bot Kraakbeen
Slide 11 - Sleepvraag
Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen
Slide 12 - Sleepvraag
Welke persoon heeft een goed houding?
A
Persoon A
B
Persoon B
C
Persoon C
D
Persoon D
Slide 13 - Quizvraag
Bij welke blessure of blessures raken de gewrichtsbanden uitgerekt?
A
bij een botbreuk
B
bij een spierscheuring
C
bij een verstuiking
D
bij kramp
Slide 14 - Quizvraag
Drie veel voorkomende spierblessures zijn spierpijn, spierkramp en spierscheuring. Bij welk van deze blessures trekken de spiervezels allemaal tegelijk samen en lukt het niet ze weer te ontspannen?
A
Spierpijn
B
Spierkramp
C
Spierscheuring
Slide 15 - Quizvraag
Een van de veelvoorkomende blessures aan je botten zijn botbreuken. Je ziet hier een botbreuk bij een wielrenner. Welk bot is hier gebroken?
A
Opperarmbeen
B
Sleutelbeen
C
Schouderblad
D
Rib
Slide 16 - Quizvraag
Wat zit er tussen een bot en een spier?
A
Spierbundel
B
Spiervezel
C
Pees
D
Vlies
Slide 17 - Quizvraag
Als de armbuigspier samentrekt wordt hij:
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de antagonist van de biceps?
A
armbuigspier
B
armstrekspier
Slide 20 - Quizvraag
Wat is geen effect van een goede warming-up?
A
De hartslag gaat omhoog
B
De kans op blessures wordt kleiner
C
De spieren worden opgewarmd
D
Je verbrand de meeste calorieën
Slide 21 - Quizvraag
Spier pees
Spier
Spiervezel
Spierbundel
Slide 22 - Sleepvraag
Spier
Spiervezel
Pees
Spierbundel
Slide 23 - Sleepvraag
bot
pees
spier
Slide 24 - Sleepvraag
Wat is het doel van een Warming-up?
Slide 25 - Open vraag
De botten van kinderen zijn...?
A
Buigzaam
B
Hard
Slide 26 - Quizvraag
Welk bot is het bot dat roodgekleurd is?
A
Ellepijp
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Spaakbeen
Slide 27 - Quizvraag
De botten van ouderen hebben veel...
A
Kalkzout
B
Collageen
C
Kalkstof
D
Lijmzout
Slide 28 - Quizvraag
Van welke botten heeft deze persoon last (roodgekleurde botten)
A
bekkengordel
B
borstwervels
C
halswervels
D
lendenwervels
Slide 29 - Quizvraag
Bot 2 is een:
A
Kuitbeen
B
Scheenbeen
C
dijbeen
Slide 30 - Quizvraag
als deze stof uit het bot verdwijnt, dan wordt het bot veel te buigzaam
A
kalk
B
lijmstof
C
water
D
bloed
Slide 31 - Quizvraag
Welke botblessure zie je hier?
A
Botbreuk
B
Ontwrichting
C
Verstuiking
Slide 32 - Quizvraag
Eén bot in deze arm is blauw gekleurd. Welk bot is dat?
A
opperarmbeen
B
handwortelbeentjes
C
ellepijp
D
spaakbeen
Slide 33 - Quizvraag
De botten van een bejaarde hebben meer kalkzouten dan de botten van een baby.