In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Herhaling Franse Revolutie
Slide 1 - Tekstslide
Gebruik de bron
Hoe heet het gebouw dat je op de afbeelding ziet?
Slide 2 - Open vraag
Gebruik de bron
Bij welke stand horen de mensen die het gebouw aanvallen?
Slide 3 - Open vraag
"De manier van terechtstellen die ik heb uitgevonden, is zo zachtzinnig dat, als men niet verwachtte te sterven, men niet anders kon zeggen dan dat men slechts een koele wind in de nek meende te voelen."
→ Over welk apparaat gaat deze uitspraak?
Slide 4 - Open vraag
In 1789 riep de Franse koning Lodewijk XVI de Staten-Generaal bij elkaar. Door het absolutisme was dit de eerste keer in 175 jaar. De koning had geld nodig en eiste dat van de drie standen. Deze standen zagen dat echter niet zitten: ze hadden allemaal hun eigen klachten en wilden deze aan de koning duidelijk maken.
→ Noem één klacht van de boeren.
Slide 5 - Open vraag
→ Waarom hoefde de Franse koning de Staten-Generaal tijdens het absolutisme nooit bij elkaar te roepen?
Slide 6 - Open vraag
Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.
Een groep burgers maakt bekend dat zij zonder de eerste en tweede stand gaan vergaderen.
De Bastille wordt aangevallen: de Franse Revolutie is begonnen.
De derde stand wil dat ook edelen en geestelijken belasting gaan betalen.
De edelen en de geestelijken stemmen tegen en er verandert dus niets.
De koning roept een vergadering van de drie standen bij elkaar.
Slide 7 - Sleepvraag
Je ziet een Franse spotprent uit 1789. Welke uitspraak over de tekening is waar?
Gebruik de bron
A
De onderste man, die krom loopt, hoort bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat het goed is om de derde stand hard te laten werken.
B
De onderste man, die krom loopt, hoort bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand wordt uitgebuit door de eerste en de tweede stand.
C
De bovenste twee mensen horen bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand lui is en harder zou moeten werken.
D
De bovenste twee mensen horen bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand bestaat uit verstandige mensen die anderen voor zich laten werken.