In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
3K H7 tm 7.2
Slide 1 - Tekstslide
Oppervlakte =
A
12cm2
B
20cm2
C
10cm2
D
24cm2
Slide 2 - Quizvraag
Oppervlakte?
A
17 x 11 = 187
B
15 x 17 : 2 = 127,5
C
17 x 15 = 255
D
17 x 11 : 2 = 93,5
Slide 3 - Quizvraag
Bereken de oppervlakte van driehoek DEF. De oppervlakte :
A
0.5 x 6 x 4 = 12 cm2
B
0.5 x 0.5 x 6 x 4 = 6 cm2
C
6 x 4 = 24 cm2
D
5 x 3 = 15 cm
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de oppervlakte?
A
42 x 30
B
42 x 24
C
42 x 24 : 2
D
30 x 24
Slide 5 - Quizvraag
bij het omrekenen met oppervlakte maten moet je per stap..
A
delen door 10
B
delen door 100
C
delen of vermenigvuldigen met 10
D
delen of vermenigvuldigen met 100
Slide 6 - Quizvraag
inhoud = oppervlakte grondvlak : 3
A
niet waar
B
waar
Slide 7 - Quizvraag
inhoud = oppervlakte grondvlak x hoogte : 3
A
waar
B
niet waar
C
straal x straal x pi x hoogte : 3
D
lengte x breedte x hoogte
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de totale oppervlakte en inhoud van deze balk?
A
Oppervlakte: 26 m2
Inhoud: 24 m3
B
Oppervlakte: 52 m2
Inhoud: 24 m3
C
Oppervlakte: 52 m2
Inhoud: 16 m3
D
Oppervlakte: 40 m2
Inhoud: 18 m3
Slide 9 - Quizvraag
Bereken de inhoud van het blikje (de oppervlakte is 78,5 cm²)
A
471 cm3
B
943 cm3
Slide 10 - Quizvraag
Bereken
de inhoud:
Wat is de bodem?
Bereken de oppervlakte van de bodem.
Wat is de hoogte?
Doe dit keer de oppervlakte van de bodem.
A
5 x 6 : 2 x 10 = 150
B
5 x 6 x 10 = 600
C
5 + 6 + 10 = 21
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen oppervlakte en inhoud?
A
Oppervlakte moet je omrekenen en inhoud niet
B
Oppervlakte is 2d en inhoud is 3d
C
Oppervlakte is 2 zijden vermenigvuldigen en inhoud 4 zijden
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de inhoud van deze piramide?
inhoud piramide = 1/3 x oppervlakte grondvlak x hoogte
A
2160 m3
B
1080 m3
C
720 m3
D
1311 m3
Slide 13 - Quizvraag
Waar of niet? de oppervlakte van een ruimtefiguur kan je berekenen a.d.h.v. de uitslag van die figuur
A
Niet waar
B
Waar
Slide 14 - Quizvraag
Hoe bereken de oppervlakte van een ruimtefiguur?
A
lengte x hoogte x breedte
B
oppervlakte zijde x 4
C
oppervlakte van alle grensvlakken optellen
D
zijde x hoogte x 2
Slide 15 - Quizvraag
De oppervlakte van de foto is 15 cm Bereken de oppervlakte van de vergroting: De foto wordt vergroot met factor 6. oppervlakte vergroting = vergrotingsfactor x oppervlakte orig.
2
2
A
90
B
51
C
5,40
D
540
Slide 16 - Quizvraag
Hoe bereken je de oppervlakte van de vergroting?
A
opp.vergroting=k×opp.origineel
B
opp.vergroting=k2×opp.origineel
C
opp.vergroting=k:opp.origineel
D
opp.vergroting=k2:opp.origineel
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de oppervlakte van de vergroting?
A
450 cm2
B
30 cm2
C
45 cm2
D
1350 cm2
Slide 18 - Quizvraag
De foto wordt vergroot met vergrotingsfactor 6. Wat is de oppervlakte van de vergroting?
A
2,5cm2
B
90cm2
C
540cm2
D
Ik heb geen idee
Slide 19 - Quizvraag
Een kubus wordt vergroot met factor 4. De inhoud van de vergrootte figuur wordt dan...................zo groot