Paragraaf 4.2 Regionale verschillen

Welkom allemaal!
  • Laptop op tafel, graag dichtlaten
  • Pak je aantekeningenschrift

    Wacht rustig tot de les begint 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
  • Laptop op tafel, graag dichtlaten
  • Pak je aantekeningenschrift

    Wacht rustig tot de les begint 

Slide 1 - Tekstslide

4.2  Regionale verschillen

Slide 2 - Tekstslide

4.1 Bevolkingsgroei in Nederland
Hoofdstuk 4: Bevolking en ruimte
4.2  Regionale verschillen
4.3 De verstedelijking van Nederland
4.4 De Randstad
Deelvraag = Waar in Nederland groeit de bevolking, waar neemt die af en wat zijn de gevolgen daarvan voor de inrichting?
4.5 Bronnen: Strijd om de ruimte

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2
Aan het einde van de les:
  • Kun je de spreiding van gebieden met bevolkingsgroei en bevolkingskrimp beschrijven en verklaren.
  • Kun je voorbeelden geven van herinrichting in gebieden met bevolkingsgroei.
  • Kun je de gevolgen van bevolkingskrimp benoemen.
  • Kun je de begrippen verzorgingsgebied, reikwijdte en drempelwaarde gebruiken.
  • Kun je voorbeelden geven van herinrichting in gebieden met bevolkingskrimp.

Tijdens de uitleg:
 ben je stil,
steek je je hand op als je mee wilt doen
 maak je aantekeningen

Slide 4 - Tekstslide

Populaire steden
  • Binnen Nederland zijn grote verschillen in  bevolkingsgroei.

  • De 4 grote steden en de meeste middelgrote steden blijven groeien.
  • Redenen : veel werk, studies, veel voorzieningen.

  • Gebieden waar de bevolking groeit noem je:  groeigebieden / groeiregio’s.

Maak aantekeningen!

Slide 5 - Tekstslide

Voordelen groeiregio's / groeigebieden:

  • Gemeenten krijgen meer belastinginkomsten.
  • Bedrijven kunnen meer goed opgeleide werknemers krijgen.
  • Voorzieningen krijgen meer bezoekers en klanten.


Maak aantekeningen!

Slide 6 - Tekstslide

Nadelen groeiregio's / groeigebieden:

  • Tekort aan woningen.
  • Druk op wegen.
  • Wachtlijst voor voorzieningen.


Maak aantekeningen!

Slide 7 - Tekstslide

  • De groeigebieden moeten blijven bouwen om de bevolkingsgroei aan te kunnen.

  • Dit doen ze door:

  • Aan de rand van steden komt uitbreiding.
  • Herinrichting.
  • Meer woningen, voorzieningen en werk. 
  • Verbetering van infrastructuur.


Maak aantekeningen!
Leegstaande gebouwen worden opnieuw ingericht. Dit was een leegstaand fabriek, nu veel restaurants.

Slide 8 - Tekstslide

Krimpgebieden
  • Nederland heeft ook gebieden met waar de bevolking afneemt: bevolkingskrimp.

  • Deze gebieden noem je krimpgebieden / krimpregio’s

  • Vraag: Waar trekken mensen weg? Waar gaan ze heen? Wie trekt weg? Wie blijven over?

Maak aantekeningen!

Slide 9 - Tekstslide

Krimpgebieden
  • Oorzaak krimp:
  • Jongeren trekken weg omdat er in deze gebieden geen werk, geen studiemogelijkheden of voldoende voorzieningen zijn.
  • Gevolgen:
  • Ouderen blijven over ( vergrijzing).
  • Voorzieningen verdwijnen.





Maak aantekeningen!

Slide 10 - Tekstslide

Krimpgebieden
  • Verzorgingsgebied = het gebied waar de klanten van een voorziening vandaan komen.

  •  Drempelwaarde = het minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan.
Maak aantekeningen!

Slide 11 - Tekstslide

Reikwijdte: De maximale afstand die mensen willen afleggen om van een voorziening gebruik te maken.
Reikwijdte toegenomen door toegenomen autobezit.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Herinrichting
  • Andere soorten woningen nodig: Aangepaste woningen voor ouderen.
  •  Meer verzorgingshuizen
  • Meer personeel in de zorg nodig
  • Vaak veel voorzieningen in 1 gebouw om te zorgen dat ze niet verdwijnen.
Maak aantekeningen!

Slide 14 - Tekstslide

Vragen?

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Ga naar SOM Today
Leermiddelen
Aardrijkskunde
4 vmbo kgt
Ga naar 4.2 Regionale verschillen

Zelfstandig werken aan de opdrachten:
1 t/m 9 + 11

Slide 16 - Tekstslide

HERHALING
Paragraaf 4.2 Regionale verschillen 

Slide 17 - Tekstslide

sleep de begrippen naar de juist plek in de kaart
Krimpgebied
groeigebied

Slide 18 - Sleepvraag

Waar blijven de groeigebieden in Nederland groeien?

Slide 19 - Open vraag

Noem 2 voordelen van een groeigebied?

Slide 20 - Open vraag

Noem 2 nadelen van een groeigebied

Slide 21 - Open vraag

Wat zijn krimpgebieden?

Slide 22 - Open vraag

Wie en waarom trekken vooral weg uit krimpgebieden?

Slide 23 - Open vraag

Noem 2 gevolgen voor deze krimpgebieden

Slide 24 - Open vraag

Een verzorgingsgebied is het gebied waar de klanten van een voorziening vandaan komen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Wat is reikwijdte?
A
Afstand tot voorzieningen
B
Afstand die klanten willen afleggen voor de voorzieningen
C
Hoe ver weg de klanten wonen
D
Het gebied waar de voorziening verantwoordelijk voor is

Slide 26 - Quizvraag

Drempelwaarde is het minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te verdwijnen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Welke van deze voorzieningen heeft de grootste reikwijdte?
A
Bioscoop
B
Bijenkorf
C
Efteling
D
Jumbo Supermarkt

Slide 28 - Quizvraag

Welke van deze voorzieningen heeft de laagste drempelwaarde?
A
Bijenkorf
B
Luchthaven Schiphol
C
Bonhoeffer College
D
Museon Den Haag

Slide 29 - Quizvraag

Anloo is een drop van de gemeente Aa en Hunze. Welke verband bestaat er tussen de bevolkingsdichtheid en de nabijheid van de voorziening?

Slide 30 - Open vraag

Waardoor is de reikwijdte toegenomen in Nederland?

Slide 31 - Open vraag

Noem 2 gevolgen van de daling van het geboortecijfer na 1950

Slide 32 - Open vraag

Geef 2 oorzaken waardoor er in Nederland vergrijzing is

Slide 33 - Open vraag

Geef 2 oorzaken voor ontgroening in Nederland

Slide 34 - Open vraag

Welke 4 migrantengroepen kwamen na 1960 naar Nederland?

Slide 35 - Open vraag