wk 03: les 2 - 39 Spreektaal en schrijftaal

Donderdag 19 januari - 2A
  • 10 minuten stillezen
  • 39 Spreektaal, schrijftaal en jargon
  • Aan de slag!

Moeilijke woorden overhoren













timer
10:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Donderdag 19 januari - 2A
  • 10 minuten stillezen
  • 39 Spreektaal, schrijftaal en jargon
  • Aan de slag!

Moeilijke woorden overhoren













timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

De vorige les heb je geleerd...
...om een betoog te schrijven a.d.h.v. een schrijfplan.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je leren...
...wat schrijftaal en spreektaal is.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Aan de slag!
  • Lees blz. 158
  • Maak opdr. 1 + 4
  • Klaar? Drillster 25, 39 (SOM, Leermiddelen, KERN)

Slide 5 - Tekstslide

alpaca
A
invoegen, tussen iets anders plaatsen
B
gebruiken
C
beledigen, kwetsen
D
kameelachtig zoogdier met wollen vacht

Slide 6 - Quizvraag

bezigen
A
invoegen, tussen iets anders plaatsen
B
gebruiken
C
beledigen, kwetsen
D
kameelachtig zoogdier met wollen vacht

Slide 7 - Quizvraag

een aanzet geven
A
demonstratie, evenement
B
onfatsoenlijk, ongepast
C
actie ondernemen waardoor iets begint
D
kleine zoetigheden bij de koffie

Slide 8 - Quizvraag

friandises
A
demonstratie, evenement
B
onfatsoenlijk, ongepast
C
actie ondernemen waardoor iets begint
D
kleine zoetigheden bij de koffie

Slide 9 - Quizvraag

inlassen
A
invoegen, tussen iets anders plaatsen
B
gebruiken
C
beledigen, kwetsen
D
kameelachtig zoogdier met wollen vacht

Slide 10 - Quizvraag

manifestatie
A
demonstratie, evenement
B
onfatsoenlijk, ongepast
C
actie ondernemen waardoor iets begint
D
kleine zoetigheden bij de koffie

Slide 11 - Quizvraag

onvertogen
A
demonstratie, evenement
B
onfatsoenlijk, ongepast
C
actie ondernemen waardoor iets begint
D
kleine zoetigheden bij de koffie

Slide 12 - Quizvraag

voor het hoofd stoten
A
invoegen, tussen iets anders plaatsen
B
gebruiken
C
beledigen, kwetsen
D
kameelachtig zoogdier met wollen vacht

Slide 13 - Quizvraag

cirkelredenering
A
redenering waarbij het standpunt zelf als argument wordt gebruikt
B
opmerking, kritiek
C
ondergang, verdwijning
D
terwijl je wacht op...

Slide 14 - Quizvraag

in afwachting van...
A
redenering waarbij het standpunt zelf als argument wordt gebruikt
B
opmerking, kritiek
C
ondergang, verdwijning
D
terwijl je wacht op...

Slide 15 - Quizvraag

commentaar
A
alleen uitgaand van de feiten
B
opmerking, kritiek
C
ondergang, verdwijning
D
terwijl je wacht op...

Slide 16 - Quizvraag

objectief
A
alleen uitgaand van de feiten
B
opmerking, kritiek
C
ondergang, verdwijning
D
terwijl je wacht op...

Slide 17 - Quizvraag

teloorgang
A
alleen uitgaand van de feiten
B
opmerking, kritiek
C
ondergang, verdwijning
D
terwijl je wacht op...

Slide 18 - Quizvraag