Step 14 : Perfect questions

Never have I ever .....

present perfect - past simple
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2,3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Never have I ever .....

present perfect - past simple

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling


                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

Wat is dan het voltooid deelwoord?
Er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 3 - Tekstslide

           
             Regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 4 - Tekstslide

           
             Onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 5 - Tekstslide

I ............(never to steal) something

Slide 6 - Open vraag

Ontkenningen maken in de present perfect
Zet not achter have/ has
VB
  • He has eaten in a restaurant
  • He has not eaten in a restaurant.

Slide 7 - Tekstslide

Vragen maken in de present perfect
Zet have/ has aan het begin van de zin
vb
  • He has eaten at a restaurant
  • Has he eaten at a restaurant?

Slide 8 - Tekstslide

Present Perfect
Wordt gebruikt als iets in het verleden is gebeurd en nu nog bezig. Resultaat nog merkbaar

Slide 9 - Tekstslide

Als je wilt vertellen over ervaringen.  
Ervaringen
Is in het verleden begonnen en nog niet afgelopen
dus present perfect

Slide 10 - Tekstslide

Before/ lately /up till now / for / for how long / just 
already / never / ever / since / so far / yet. 
Signaalwoorden :
(als deze woorden in de zin staan moet je meestal de present perfect gebruiken)

Slide 11 - Tekstslide

He .........................(to come) home and is in the living room since 14:00.

A
simple past : came
B
present perfect : has come

Slide 12 - Quizvraag

They ...........(buy) their car two years ago
A
simple past : bought
B
present perfect : have bought

Slide 13 - Quizvraag

I ..............(see / not) anyone yet.
A
simple past : didn't see
B
present perfect : haven't seen

Slide 14 - Quizvraag

James ...................(find)
your ring in the garden yesterday.
A
simple past : found
B
present perfect : have found

Slide 15 - Quizvraag

We ............(prepare / already) dinner.

A
simple past : already prepared
B
present perfect : have already prepared

Slide 16 - Quizvraag

Mary .................(win) the lottery last year.
A
simple past : won
B
present perfect : has won

Slide 17 - Quizvraag

Is het op dit moment aan de gang? 
Ja
present perfect

Nee
Gaat het over ervaringen tot nu toe? 
Ja
present perfect

Nee
Is het resultaat van de actie nu merkbaar?
Ja
present perfect

Nee
past simple!

Slide 18 - Tekstslide

Vragen maken in de present perfect - interrogative sentences :
Zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • He has eaten at a restaurant
  • Has he eaten at a restaurant?
  • They have talked to the man
  • Have they talked to the man?

Slide 19 - Tekstslide

Make an interrogative sentence using the next words + perfect simple :
they / dance

Slide 20 - Open vraag

Make an interrogative sentence using the next words + perfect simple :
she + buy + a car

Slide 21 - Open vraag

Make an interrogative sentence using the next words + perfect simple :
he / go / to school?

Slide 22 - Open vraag