grammar herhaling ch 1 en 2

Grammar week
ch 1 en 2
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammar week
ch 1 en 2

Slide 1 - Tekstslide

Yes/No questions
  • antwoord Yes (+) of No (-)
  • herhaal het onderwerp als persoonlijk voornaamwoord (I, you, she, he, it, we, they). Let op: als er you in de vraag staat komt er I in het antwoord! 
  • herhaal het werkwoord. Let op: als er you in de vraag staat kan het werkwoord veranderen.
  • zet n't achter het werkwoord als het antwoord NO was.

Slide 2 - Tekstslide

Can Peter play the piano?
A
Yes, Peter does.
B
Yes, Peter can.
C
Yes, he does.
D
Yes, he can.

Slide 3 - Quizvraag

Does Susan have a brother?
A
No, Susan doesn't.
B
No, she doesn't.
C
No, Susan does.
D
No, she does.

Slide 4 - Quizvraag

Are you good at English?
A
Yes, you are.
B
Yes, i am.
C
Yes, I am.
D
No, she isn't.

Slide 5 - Quizvraag

Do your parents like your grades? (+)

Slide 6 - Open vraag

Will Sue get a puppy for her birthday? (-)

Slide 7 - Open vraag

Have you ever been to London? (+)

Slide 8 - Open vraag

Can/could/to be allowed to
- Can/Could gebruik je om te vragen of iets mag of kan
- Could is beleefder dan can
- to be allowed to gebruik je om te vragen of iets mag volgens de regels of wet.



Am I allowed to...
Are you/we/they allowed to...
Is he/she/it allowed to...

Slide 9 - Tekstslide

____ ask you a question?
A
Can I
B
Could I
C
Am I allowed to

Slide 10 - Quizvraag

____ please fill in this form?
A
Can you
B
Could you
C
Are you allowed to

Slide 11 - Quizvraag

____ to drink alcohol yet?
A
Can Susan
B
Could Susan
C
Is Susan allowed to

Slide 12 - Quizvraag

____ to take pictures at a museum?
A
Can you
B
Could you
C
Are you allowed

Slide 13 - Quizvraag

Future: will / to be going to / present simple
  • will + heel werkwoord
  • to be (am-are-is) going to + heel werkwoord 
  • geen verschil in betekenis bij deze mogelijkheden (ookal denkt het boek daar anders over....)
  • present simple (shit-regel) bij afgesproken tijden: openings- en sluitingstijden, aankomst- en vertrektijden, start- en eindtijden.

Slide 14 - Tekstslide

Susan ____ to her grandparents next weekend.
A
will go
B
is going
C
goes

Slide 15 - Quizvraag

We _____ our exams next year.
A
will pass
B
are going to pass
C
pass

Slide 16 - Quizvraag

The supermarket ___ at 8 o'clock tomorrow.
A
will open
B
is going to open
C
opens

Slide 17 - Quizvraag

The plane to New York ___ in 10 minutes.
A
will depart
B
is going to depart
C
departs

Slide 18 - Quizvraag

vragend maken

Slide 19 - Tekstslide

maak vragend:
We must go now.

Slide 20 - Open vraag

We kissed the frog.

Slide 21 - Open vraag

We fell down.

Slide 22 - Open vraag

She likes me.

Slide 23 - Open vraag

We dance alot.

Slide 24 - Open vraag

They love each other.

Slide 25 - Open vraag

maak ontkennend

Slide 26 - Tekstslide

ontk : I walked to school.
A
I walked not to school
B
I didn't walked to school
C
I didn't walk to school

Slide 27 - Quizvraag

maak ontk: She left the house.

Slide 28 - Open vraag

We strangled the snake.

Slide 29 - Open vraag

moeten
must:kan niet anders
to have to: bevel
should: advies(zou moeten)

Slide 30 - Tekstslide

vul in:
We......... eat .
A
should
B
must
C
have to

Slide 31 - Quizvraag

My mother said: You ........... finish your meal.
A
should
B
have to
C
has to
D
must

Slide 32 - Quizvraag

When you want to pass(overgaan)
you ........ work harder.
A
must
B
have to
C
should

Slide 33 - Quizvraag

When you have a question left..raise your finger!!!!

Slide 34 - Tekstslide