* Moniek heeft een hoge bloeddruk. Objectief gezien is Moniek niet gezond, maar ze heeft nergens last van. Ze voelt zich gezond. Haar welbevinden is prima in orde.
* Het welbevinden van Dirk (4) is niet zo goed. Hij klaagt telkens over buikpijn. Er zijn geen objectieve symptomen, er is niets te vinden, maar Dirk voelt zich helemaal niet gezond.