Je leert verwijswoorden op de goede manier gebruiken.
Slide 3 - Tekstslide
Instructiefilmpje
Slide 4 - Tekstslide
Verwijswoorden
De verwijswoorden me, mij en mijn lijken erg op elkaar. Je moet daarom goed weten wanneer je welk verwijswoord gebruikt. Dit geldt ook voor de verwijswoorden je, jou en jouw.
Slide 5 - Tekstslide
..
Zo gebruik
je ze:
Slide 6 - Tekstslide
Even oefenen.....
Slide 7 - Tekstslide
Vul het juiste verwijswoord in.
De gemeenteraad heeft drie uur vergaderd over de plaats van het nieuwe gemeentehuis: uiteindelijk heeft .........
niet tot een besluit kunnen komen.
Slide 8 - Tekstslide
Vul het juiste verwijswoord in.
Rotterdam heeft .............
grote drugsprobleem nog niet opgelost.
Slide 9 - Tekstslide
Vul het juiste verwijswoord in.
De huren van kamers zijn de laatste jaren zo gestegen dat
............... voor mensen met een minimumloon bijna niet meer te betalen zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Vul het juiste verwijswoord in.
Jaloezie heeft altijd bestaan, want ...........
is een aangeboren karaktertrek in de mens.
Slide 11 - Tekstslide
Vul het juiste verwijswoord in.
Als je een product koopt en ............
gaat stuk, heb je recht op garantie.
Slide 12 - Tekstslide
Vul het juiste verwijswoord in.
De jeugd vindt dat er te weinig rekening wordt gehouden met
............. wensen.
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag op blz. 220
- Maak opdracht 1 t/m 6. Kijk je werk na.
- Klaar? Even lezen, tekenen, puzzelen of verder online oefenen.