2.3 Handel met gebieden overzee

Paragraaf 3 Handel met gebieden overzee





Leerdoel= Weten hoe de Nederlanders handelden met Azie, Afrika en Amerika.
Wereldeconomie 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3 Handel met gebieden overzee





Leerdoel= Weten hoe de Nederlanders handelden met Azie, Afrika en Amerika.
Wereldeconomie 

Slide 1 - Tekstslide

Probleem!
  • Steeds meer Nederlandse bedrijven (voorcompagnieën) gaan naar Indië varen.

  • Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen Nederlanders onderling

  • De prijs van de specerijen daalt hierdoor snel, de winst dus ook

Slide 2 - Tekstslide

Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
  • Nederlandse regering (Staten-Generaal) grijpt in.
  • Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf.
  • Hierdoor gaan ze concurrentie tegen en kunnen de winsten ook gebruikt worden in de oorlog tegen Spanje
  • Veel Zeeuwen en Hollanders inversteren geld (aandelen)

Slide 3 - Tekstslide

Doel: monopolie op de specerijenhandel ten oosten van Kaap de Goede Hoop

Slide 4 - Tekstslide

Hoe?
  • Uitschakelen van concurrenten
  • Bouwen van handelsposten
  • Opbouwen handelsnetwerk in Azië

  • Rechten VOC:  
  • handelsmonopolie op Oost-Indië 
  • forten bouwen 
  • verdragen sluiten 
  • oorlogen voeren

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

1621 oprichting WIC

Slide 7 - Tekstslide

De WIC 
  • Doel: handelsmonopolie en kaapvaart (oorlog tegen Spanje)


  • De WIC handelde voornamelijk in slaven en suiker


  • De WIC had gebieden in West-Afrika, de Nederlandse Antillen en Suriname in handen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Driehoekshandel

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Aan de slag
  • lees par 2.3
  • maak par 2.2 en 2.3
  • bereid de toets voor
  • Bekijk de ontdekkingsplaten
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Teken:
  1. Het logo van de VOC
  2. Het logo van de WIC
  3. de driehoekshandel waarbij zowel de producten als de continenten zichtbaar zijn
  4. Kruidnagel, anijs en vanille

Slide 14 - Tekstslide

Welke (tijds)volgorde is juist?
A
VOC - WIC - Oostzeehandel
B
Oostzeehandel - VOC - WIC
C
Oostzeehandel - WIC - VOC
D
VOC - Oostzeehandel - WIC

Slide 15 - Quizvraag

WIC is opgericht in
A
1702
B
1602
C
1721
D
1621

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het grootste verschil tussen de V.O.C. en de W.I.C.?
A
De WIC deed aan slavenhandel
B
De VOC deed aan kaapvaart
C
De WIC ging richting het Oosten
D
De VOC werd later opgericht dan de WIC

Slide 17 - Quizvraag

Bestudeer de bron.
De schepen in de bron zijn van de...
A
VOC
B
WIC

Slide 18 - Quizvraag


De VOC verhandelde vooral
A
Slaven
B
Aardappels
C
Kruiden
D
Maïs

Slide 19 - Quizvraag

In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1601
B
1602
C
1701
D
1702

Slide 20 - Quizvraag


VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video