2V inval

1.5 Welk woord hoort er niet bij
De Val van Antwerpen- de Unie van Utrecht- eenheid in de Republiek- Watergeuzen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

1.5 Welk woord hoort er niet bij
De Val van Antwerpen- de Unie van Utrecht- eenheid in de Republiek- Watergeuzen

Slide 1 - Tekstslide

1.6 Welke zinnen zijn juist /onjuist

  1. Na de dood van Willem van Oranje volgde Maurits hem op als koning
  2. Maurits trainde zijn soldaten in het opvolgen van duidelijke bevelen
  3.  Na de vrede van Munster begon de gouden eeuw

Slide 2 - Tekstslide

1500-1600 Tijd van de ontdekkers en hervormers
1600-1700 Tijd van de regenten en vorsten

Slide 3 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij deze betekenis: "Plaats waar ingekochte producten worden opgeslagen om vanwaaruit weer te worden verhandeld"
A
Oostzeegebied
B
Handelskapitalisme
C
Beurs
D
Stapelmarkt

Slide 4 - Quizvraag

Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 5 - Quizvraag

Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 6 - Quizvraag

Hoe werd Nederland tijdens de 17de eeuw genoemd?
A
De gouden eeuw
B
Holland
C
De Nederlanden
D
De Republiek

Slide 7 - Quizvraag

Over welke gewesten gaat deze paragraaf ?
A
Zeeland en Holland
B
Noord en zuid-holland
C
Utrecht en Holland
D
Alle 7 gewesten van de Republiek

Slide 8 - Quizvraag

Laatste vraag..............
Welk woord past bij deze
afbeelding?
A
Nijverheid
B
handelskapitalisme
C
moedernegotie
D
gouden eeuw

Slide 9 - Quizvraag

Paragraaf 3 Handel met gebieden overzee (?)





Leerdoel= Weten hoe de Nederlanders handelden met Azie, Afrika en Amerika.
Wereldeconomie 

Slide 10 - Tekstslide

Probleem!
  • Steeds meer Nederlandse bedrijven (voorcompagnieën) gaan naar Indië varen.

  • Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen Nederlanders onderling

  • De prijs van de specerijen daalt hierdoor snel, de winst dus ook

Slide 11 - Tekstslide

Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
  • Nederlandse regering (Staten-Generaal) grijpt in.
  • Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf.
  • Hierdoor gaan ze concurrentie tegen en kunnen de winsten ook gebruikt worden in de oorlog tegen Spanje
  • Veel Zeeuwen en Hollanders inversteren geld (aandelen)

Slide 12 - Tekstslide

Doel: monopolie op de specerijenhandel ten oosten van Kaap de Goede Hoop

Slide 13 - Tekstslide

Hoe?
  • Uitschakelen van concurrenten
  • Bouwen van handelsposten
  • Opbouwen handelsnetwerk in Azië

  • Rechten VOC:  
  • handelsmonopolie op Oost-Indië 
  • forten bouwen 
  • verdragen sluiten 
  • oorlogen voeren

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

1621 oprichting WIC

Slide 16 - Tekstslide

De WIC 
  • Doel: handelsmonopolie en kaapvaart (oorlog tegen Spanje)


  • De WIC handelde voornamelijk in slaven en suiker


  • De WIC had gebieden in West-Afrika, de Nederlandse Antillen en Suriname in handen.

Slide 17 - Tekstslide

Driehoekshandel

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

Voorbereiding toets: Stel jezelf een doel wanneer je tijd krijgt om te leren
  • aan de slag; proeftoets, vragen stellen, flitskaarten,etc...... 
  • Indien je onderdelen uit de proeftoets slecht hebt gemaakt of moeilijk vindt. Ga je gericht oefenen
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide