Les 2 invloed van Media

Les 2 Invloed van media
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Les 2 Invloed van media

Slide 1 - Tekstslide

De vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Wat leer je in deze les?

- Dat media invloed kunnen hebben op hoe je over iets denkt.
- Dat beelden in de media niet altijd kloppen.
- Wat met een hype wordt bedoeld.

Slide 3 - Tekstslide

Theorie    Beelden in de media
Bladzijde 204

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen!
Opdracht 1
Bladzijde 205 + 206

Slide 5 - Tekstslide

Stelling
In de media worden gebeurtenissen vaak overdreven.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Gebruik jij op social media foto's met een filter?
Ja
Nee
Soms

Slide 8 - Poll

Theorie     Hypes
Bladzijde 208

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Oefenen!
Opdracht 3 
Bladzijde 209 + 210

Slide 11 - Tekstslide

Nepnieuws          Fake news
Kijkvraag bij het volgende filmpje:

Waarom maken mensen nep nieuws?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Waarom maken mensen nep nieuws?

Slide 14 - Open vraag

Quiz tijd!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Lees de uitspraak.

Welke zin past bij deze uitspraak?
A
Als een onderwerp in korte tijd veel aandacht krijgt, kan het een hype worden.
B
In de media hoor je vaak dingen die niet waar zijn.
C
Wat je in de media hoort, kan invloed hebben op hoe je ergens over denkt.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Waarom maakt Miljuschka Witzenhausen zich zorgen over gefilterde foto’s?

Omdat dit soort beelden in de media …
A
in een korte tijd veel aandacht kunnen krijgen.
B
invloed kunnen hebben op hoe je over jezelf denkt.
C
veel geld kosten.

Slide 19 - Quizvraag

In reclames zie je vaak heel gelukkige, mooie mensen.

Waarvan is dat een voorbeeld?
A
Dat beelden in de media niet altijd helemaal kloppen.
B
Dat een onderwerp in de media ineens veel aandacht kan krijgen.
C
Dat media je heel gelukkig kunnen maken.

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Welke zin past bij de situatie?

De informatie die Koen in de media leest …
A
heeft invloed op hoe hij over dingen denkt.
B
is meestal een hype die zo voorbij is.
C
lijkt belangrijk omdat het veel aandacht krijgt.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een hype?
A
Een beeld in de media dat niet klopt.
B
Een middel om informatie te versturen en te ontvangen.
C
Een onderwerp dat in een korte tijd veel aandacht krijgt in de media.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een hype?
A
Duizenden mensen hebben een filmpje van een dansend hondje gedeeld op Facebook.
B
Een meisje ziet op televisie beelden van dunne vrouwen en denkt dat iedereen er zo uit hoort te zien.
C
In het journaal wordt gezegd dat veel Nederlanders naar het strand zijn geweest.

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Waarom is het Deense kinderliedje een voorbeeld van een hype?
A
Omdat het invloed heeft op hoe je over jezelf denkt.
B
Omdat het in korte tijd veel aandacht krijgt.
C
Omdat het ervoor zorgt dat je met mensen in contact bent.

Slide 26 - Quizvraag

Wat heb jij geleerd in deze les?

Slide 27 - Tekstslide

Volgende week:
Les 3 Mediawijsheid

Slide 28 - Tekstslide