3.5 Het buurtprofiel


3.5 Het buurtprofiel








H3 stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving
H4
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les


3.5 Het buurtprofiel








H3 stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving
H4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je weet wat de vier woningkenmerken zijn en met welke termen je deze kunt omschrijven.
  • Je weet wat de vijf bewonerskenmerken zijn en met welke termen je deze kunt omschrijven.
  • Je begrijpt hoe kenmerken van woningen en bewoners samenhangen.
  • Je kunt onderzoek doen naar stedelijke vraagstukken op buurt- of wijkniveau.

Slide 2 - Tekstslide

Stad -> wijk -> buurt

Slide 3 - Tekstslide

Welke onderdelen zitten in een buurtprofiel?

Slide 4 - Tekstslide

1. Woningkenmerken:
  • ouderdom
  • eigendom
  • woningtype
  • staat van onderhoud
2. Bewonerskenmerken:
  • Grootte huishouden
  • Etniciteit
  • Inkomen
  • Gezinsfase
  • Leeftijd bewoners
3. Kenmerken van de woonomgeving

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Maak een buurtprofiel van je eigen buurt.

Gebruik : 
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wijken_en_buurten_in_Duiven
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wijken_en_buurten_in_Westervoort

Klaar? Maak opdracht 
1, 4 & 6

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de samenhang tussen woning- en bewonerskenmerken?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Link

Welk buurtprofiel hoort bij welke wijk?
Buurtprofiel B
bouwperiode vanaf 1880
Buurtprofiel A bouwperiode vanaf 1880
Buurtprofiel Rotterdam

Slide 9 - Tekstslide








                       (volgende les)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Woningkenmerken

  • ouderdom
  • eigendom
  • woningtype
  • staat van onderhoud

Slide 13 - Tekstslide

Bewoners
kenmerken

  • Grootte huishouden
  • Etniciteit
  • Inkomen
  • Gezinsfase
  • Leeftijd bewoners

Slide 14 - Tekstslide

Woningkenmerken:
±1910, woningbouwcorporatie, etagewoningen, goed onderhouden.

Bewonerskenmerken:
Kleine huishoudens, veel allochtonen, laag inkomen, veel alleenstaanden.

Slide 15 - Tekstslide

Woningkenmerken:
Jaren 60, corporatie, galerijflat, vaak redelijk goed onderhouden.

Bewonerskenmerken:
Ruime flats: grotere huishoudens met kinderen, veel allochtonen, laag-midden inkomen.

Slide 16 - Tekstslide

Woningkenmerken:
Na 1990, koop en ± 30% sociale huur, rijtjes / appartementen, vrijstaand, goed onderhouden, want nieuw. 

Bewonerskenmerken:
Gemiddeld grotere huishoudens, hogere inkomens, autochtonen, gezinnen met kinderen.


Slide 17 - Tekstslide

Woningkenmerken/bewonerskenmerken
Oudere, goedkopere, slecht onderhouden huurwoningen (flatwijken, vooroorlogse wijken) -> arme mensen (niet-westerse allochtonen, alleenstaande ouders, ouderen)

duurdere, goed onderhouden koopwoningen (jaren '30, vinex, monumentale stadswoningen -> hoger inkomen (gezinnen met kinderen en autochtonen)


Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten

Maak 
Hoofdstuk 3
§5

Opdr. 1 t/m 6

Slide 19 - Tekstslide