Economisch bekeken - H3.3 Concurrentiepositie (K) en H3.3 Concurrentiepositie (B)



3.3 Concurrentiepositie (K)
3.2 Concurrentiepositie (B)


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les



3.3 Concurrentiepositie (K)
3.2 Concurrentiepositie (B)


Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

EXAMENOPGAVE
timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide



3.3 Concurrentiepositie (K)
3.2 Concurrentiepositie (B)


Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Je zag net een filmpje over Schiphol. Op Schiphol is veel concurrentie. Hieronder enkele feitjes:
  • 104 luchtvaartmaatschappijen;
  • gemiddeld 67.500 passagiers per dag waarvan
     70% alleen maar overstapt op Schiphol;
  • 68.000 medewerkers;
  • 700 andere bedrijven actief, zoals winkels,
     beveiligingsbedrijven, bedrijven die
     grondpersoneel leveren, cateringbedrijven,
     brandstofbedrijven en afhandelingsbedrijven.

Noem een voorbeeld van 2 bedrijven die concurreren op Schiphol. Wat voor gevolgen heeft dit en voor wie? Licht je antwoord toe. Er zijn oneindig veel goede antwoorden, je hoeft slechts één te noemen.
VRAAG

Slide 6 - Tekstslide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen wat wel en niet helpt om de concurrentiepositie van een bedrijf te verbeteren.
  • uitleggen hoe de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven invloed heeft op de
     werkgelegenheid.
  • uitleggen wat het begrip concurrentiepositie, bedrijfstijd en arbeidsduurverkorting (adv)
     betekenen.

Wat gaan we leren?

Slide 7 - Tekstslide

  • De concurrentiepositie is
     de positie van een bedrijf of
     producent in de strijd om de
     gunst van de klant.
  • De winnaars krijgen steeds
     meer klanten en de
     verliezers raken steeds meer
     klanten kwijt.
Concurrentiepositie

Slide 8 - Tekstslide

Concurrentie is van alle tijden!

Slide 9 - Tekstslide

Concurrentiepo
Je kunt jouw concurrentiepositie verbeteren door te concurreren op:
  • Prijs
  • Kwaliteit
  • Service

Hoe beter jouw concurrentiepositie is, hoe hoger je afzet (aantal stuks dat je verkoopt) zal zijn.
Op welke manieren kunnen je concurreren?

Slide 10 - Tekstslide

  • Vraag: Wat was ook al weer het verschil
     tussen mechaniseren en automatiseren?
  • Antwoord: Bij mechaniseren wordt
     apparatuur gebruikt, waardoor het werk
     sneller gaat of makkelijker wordt en bij
     automatiseren wordt werk van mensen
     vervangen door apparatuur.
  • Door mechaniseren daalt de kostprijs per
      product en hierbij wordt de
      concurrentiepositie sterker.
Mechaniseren en automatiseren

Slide 11 - Tekstslide

  • Bedrijfstijd is de tijd dat er door een bedrijf wordt geproduceerd.
  • Vraag 1: Als de bedrijfstijd van ons bedrijf
     uitgebreid wordt met 10 uur per week wat is
     daar dan voor nodig?
  • Antwoord 1: Er is meer personeel nodig,
     dus stijgt de werkgelegenheid.
  • Vraag 2: Wat voor invloed heeft dat op de
     kostprijs?
  • Antwoord 2: De kostprijs daalt dan (zie
      afbeelding)
Bedrijfstijd (werktijdverlening)

Slide 12 - Tekstslide

  • Arbeidsduurverkorting betekent de
     vermindering van het aantal arbeidsuren
     per werknemer.
  • Vraag: Wat gebeurd er met de
     werkgelegenheid?
  • Antwoord: De werkgelegenheid neemt toe,
     want er zijn meer mensen nodig om
     hetzelfde werk te doen.
  • Vraag: Wat gebeurt er met de kostprijs?
  • Antwoord: Deze blijft gelijk, want de totale
     loonkosten blijven gelijk.


Arbeidsduurverkorting
(Hogeschool Utrecht, April 2023)

Slide 13 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 14 - Tekstslide

OPDRACHTEN
  • Basis: Maak opgaven 1 t/m 31 op bladzijde 64 t/m
     66 van werkboek 4A! 
     Kader: Maak opgaven 1 t/m 12 op bladzijde 84 t/m
     87 van werkboek 4A!
  • Klaar? Dan heb je geen huiswerk voor de volgende les!






timer
7:00
Rood = Zelfstandig en stil werken. 
Geel = Fluisteren en overleggen toegestaan
Groen = Praten

Slide 15 - Tekstslide

EXAMENOPGAVE
timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les:
  • Basis: Maak opgaven 1 t/m 31 op bladzijde
      64 t/m 66 van werkboek 4A!
  • Kader: Maak opgaven 1 t/m 12 op bladzijde
      84 t/m 87 van werkboek 4A!
Huiswerk

Slide 17 - Tekstslide

Bedankt en fijne dag!

Slide 18 - Tekstslide