Ec. bekeken 4TL: 2.3

Hoofdstuk 2
Werkloos
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2
Werkloos

Slide 1 - Tekstslide

Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
frictie werkloosheid

Slide 2 - Quizvraag

Van welk soort werkloosheid is sprake?
"Tijdens perioden van crisis...."
A
regionale werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
conjuncturele werkloosheid

Slide 3 - Quizvraag

Welke vorm van werkloosheid krijg je wanneer bedrijven zich naar het buitenland verplaatsen?
A
frictiewerkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
structurele werkloosheid

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer je een bepaalde periode in het jaar niet kunt werken noem je deze werkloosheid ...
A
structurele werkloosheid
B
seizoenswerkloosheid
C
verborgen werkloosheid
D
conjuncturele werkloosheid

Slide 5 - Quizvraag

Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Is er hier sprake van conjuncturele werkloosheid?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Bij een groeiende economie stijgt de werkloosheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Welke soorten werkloosheid zijn er? Probeer ze allemaal te noemen.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Waar gaan we het over hebben vandaag?

Slide 12 - Tekstslide

H2.3: de concurrentiepositie

Slide 13 - Tekstslide

§3 de concurrentiepositie
Concurrentie = strijden om de beste plek op de markt

Wanneer je als bedrijf deze positie wilt versterken kan je verschillende maatregelen nemen:
  • Lager loon
  • Moderne machines
  • Verlening van de bedrijfstijd (= goed voor werkgelegenheid)
  • arbeidsduurverkorting

Slide 14 - Tekstslide

§3 de concurrentiepositie
Kostprijs = kosten die gemaakt worden om het product te kunnen produceren.

Berekening: inkoopprijs per product + bedrijfskosten per product = kostprijs

Wanneer de kostprijs zo laag mogelijk blijft versterkt dit de concurrentiepositie van een bedrijf

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 16 - Tekstslide

5 min pauze
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Maak van H2.3

  • Opdracht 6 t/m 12
  • RT 2.3 (blz 78) 

Slide 18 - Tekstslide