Ouder worden, verstandelijke beperking en autisme

Ouder wordende mens
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ouder wordende mens

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan...

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderingen in het lichaam

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ouder wordend lichaam
Door de afname van elastine (eiwit voor de elasticiteit van de huid) en collageen (bindweefsel)wordt de huid minder elastisch, dunner en ontstaan rimpels. ​
Wondjes genezen langzamer. ​
Bij het ouder worden treedt atrofieop. Atrofie is het dunner worden van de spieren.​

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behoeften 
  • Lichamelijk​
  • Mentaal​
  • Sociale participatie​
  • Wonen en leven



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behoeften
Ouderen willen controle over hun leven uitoefenen. Ze willen zelf bepalen hoe te leven, zo goed en zo kwaad als het kan. Keuzevrijheid en zich kunnen redden zijn daarin twee belangrijke componenten. Tenslotte willen ze graag zichzelf kunnen zijn, ook als ze met nieuwe mensen of groepen te maken krijgen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

   Verstandelijk beperkt

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Categorieën verstandelijke beperkingen
Categorieën verstandelijke beperkingen
  • Licht verstandelijke beperking ( LVB)
  • Matig verstandelijke beperking
  • Ernstig verstandelijke beperking
  • Ernstig meervoudige beperking ( EMB)

Slide 8 - Tekstslide

Opfrissen.
Welke categorieën van een verstandelijke beperking zijn er ook al weer?
De studenten zelf na laten denken.

Wat valt onder de verstandelijk gehandicaptenzorg?
In de gehandicaptenzorg worden mensen met een verstandelijke beperking ondersteund. De beperking kan  zowel verstandelijk én lichamelijk zijn. Er zijn ook vaak bijkomende problemen zoals stoornissen, aandoeningen, gedragsproblematiek, verslaving, schuldproblemen en problemen in de thuissituatie. De ondersteuning verschilt daarom per cliënt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een stoornis of beperking ?
Stoornis: Is een orgaan of een functie van het lichaam of psyche die  ontbreekt, een afwijking vertoont of beschadigd is.
Voorbeeld?

Slide 10 - Tekstslide

ADHD
Borderline
Depressie
eetstoornis
angst 
paniek 
autisme
Stoornis of Beperking

Beperking: is het gevolg van een stoornis of ziekte, je bent vaak                                                             beperkt door de stoornis

                                                Voorbeeld?
 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handicap

Handicap: hetzelfde als een beperking, de woorden worden vaak afwisselend gebruikt als men hetzelfde bedoelt

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ken je een oorzaak van een verstandelijke beperking?

Slide 13 - Woordweb

Tijdens de zwangerschap kan er iets mis gaan met de foetus

Tijdens de geboorte of vlak daarna, bijvoorbeeld door zuurstof tekort

Chromosoom afwijking

oorzaken verstandelijke beperking
oorzaken voor de geboorte (prenataal)
bv syndroom van down ( chromosomen )
oorzaken tijdens de geboorte (perinataal)
bv zuurstoftekort
oorzaken kort na de geboorte (postnataal).
bv hersenvliesontsteking

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken verstandelijke beperking

Slide 15 - Tekstslide

Tijdens de zwangerschap kan er iets mis gaan met de foetus
Tijdens de geboorte of vlak daarna, bijvoorbeeld door zuurstof tekort
Chromosoom afwijking

Gemiddeld IQ
 Het gemiddelde IQ van de Nederlandse bevolking is  100. 
Een IQ tussen de 85 en 115 punten wordt als "normaal" beschouwd.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie behoort tot de doelgroep ´ouderen´ in de gehandicaptenzorg?
Tot de doelgroep ouderen rekenen we iemand met matige verstandelijke beperkingen vanaf gemiddeld 50 jaar. 

Voor mensen met het syndroom van Down en mensen met een ernstige verstandelijke beperking ligt deze leeftijd echter al op 40 jaar. 

Bij mensen met een licht verstandelijke beperking begint de veroudering rond de leeftijd van 65. Het verouderingsproces van deze groep lijkt veel op dat van mensen met een normale begaafdheid. 

Slide 17 - Tekstslide

Wie behoren tot deze doelgroep?
Benoemen wat op dia staat.
Waarom zou het ouder worden bij sommige doelgroepen eerder inzetten?
• Medicatie
• Leefstijl
• Ziektes zoals oa epilepsie
• Genetische aanleg
Vijftig-plussers met een verstandelijke beperking zijn wat betreft de combinatie van aandoeningen en het medicijnengebruik, te vergelijken met Nederlandse verpleeghuisbewoners, die gemiddeld 25 tot 30 jaar ouder zijn. 47% heeft vier of meer chronische ziekten en 40% gebruikt permanent vijf tot meer medicijnen. Het karakter hiervan is merendeels anders dan bij normale kwetsbare ouderen

Veel voorkomende gezondheidsproblemen en risicofactoren zijn:
depressie 
weinig bewegen en vallen 
pijn
slaapproblemen
eenzaamheid
dementie
slechthorendheid / slecht zien            
diabetes
mondzorg/ moeilijk slikken
moeilijk praten

Extra info
https://www.vgn.nl/gezondheidsproblemen-en-risicofactoren-bij-ouderen-met-verstandelijke-beperkingen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AUTISME

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is autisme
Autisme of ASS kun je aan de buitenkant niet zien.  
Het zit in je hoofd en heeft invloed op de
informatieverwerking en daarmee op het 
dagelijks functioneren.
Normaal: informatie wordt aan elkaar gekoppeld en verwerkt.
Er volgt een reactie.
Autisme: losse informatie wordt verwerkt.
Er volgt een andere reactie.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van autisme; tegenwoordig één paraplu onder de noemer autisme. 
  • Autisme Spectrum Stoornis (ASS) 

4x vaker bij jongens dan bij meisjes
30% heeft een verstandelijke beperking
Verschillende vormen manieren: spectrum

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van autisme; tegenwoordig één paraplu onder de noemer autisme. 
  • Autisme Spectrum Stoornis (ASS) 

Oorzaak: genetisch/ omgeving (triggers, voeding/ gedrag tijdens zwangerschap, toxische stoffen)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen autisme
Klassiek Autisme; 1e vorm die beschreven werd 

Moeite met vrienden maken, moeite met gezichtsuitdrukkingen en communicatie
Herhalende patronen in gedrag
Lang naar iets kunnen staren of mee bezig zijn
1 specifieke interesse

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van autisme
Asperger
Hoge intelligentie
Vaak in 1 ding heel goed
Wijs taalgebruik
Moeilijk in communicatie, leren hier trucjes voor

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkelverwerking: 
Overgevoelig of juist onder gevoelig

Bekijk het volgende filmpje over deze prikkelverwerking. 
Een jongetje met Autisme. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgangsvormen: 

 - Balans en structuur; zorg voor een niet te druk programma. 

 - Duidelijke instructies

 - Moeite met fysiek contact

-  Sociale omgangsvormen aanleren

-  Rituele en handelingen om angst te bezweren

 - Vermijd het woord “”moeten””



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies