Ma 25 maart bezitsvorm

 Spelling bezitsvorm
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Spelling bezitsvorm

Slide 1 - Tekstslide

Namen+s (bezitsvorm)

Slide 2 - Tekstslide

Vul de bezitsvorm in.

(oma) armband

Slide 3 - Open vraag

Vul de bezitsvorm in.

(Lies) broer

Slide 4 - Open vraag

Vul de bezitsvorm in.

(Sara) fiets

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Link

bezitsvorm 
De schoenen van mijn vader




mijn vaders schoenen
(bezitsvorm) 

Slide 7 - Tekstslide

maak een bezitsvorm
de gouden plaat van Marco Borsato

Slide 8 - Open vraag

maak een bezitsvorm:
de sigaar van opa

Slide 9 - Open vraag

Schrijf de correcte bezitsvorm op
De laptop van Lukas

Slide 10 - Open vraag

maak een bezitsvorm
De jas van Els

Slide 11 - Open vraag

Wat is de bezitsvorm van tante?
.......... nieuwe jurk.

Slide 12 - Open vraag

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Leah) pony

Slide 13 - Open vraag

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Carré) garderobe

Slide 14 - Open vraag

Maak een bezitsvorm:
de telefoon van mijn broer

Slide 15 - Open vraag

bezitsvorm
papa's handdoek
mijn broers rapport
mijn zusjes kleding
bas' fiets

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf in de bezitsvorm
de auto van Mieke

Slide 17 - Open vraag

Kies de juiste bezitsvorm
A
Tülay's telefoon
B
Tülays telefoon

Slide 18 - Quizvraag

Kies de juiste bezitsvorm
A
Ferres pennenzak
B
Ferre's pennenzak

Slide 19 - Quizvraag

Huiswerk voor di 26 mrt
Maken opdracht 4 t/m 9
Je weet hoe je een bezitsvorm moet schrijven:
De fiets van oma = oma's fiets
De broer van Max = Max' broer
De kleren van Sarah = Sarahs kleren.
Eindigt het zelfstandig naamwoord op een : a, i, o, u, of y dan zet je een ' voor de s. Je noemt de komma een apostrof.
Getallen. Wanneer schrijf je cijfers en wanneer schrijf je letters? Getallen schrijf je meestal helemaal uit in teksten.
Dictee op school

Slide 20 - Tekstslide