Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
24.2 - partir / sortir herhaling
Salut!
1 / 48
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
48 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Salut!
Slide 1 - Tekstslide
avoir
Elle...
A
a
B
as
C
ai
D
avons
Slide 2 - Quizvraag
avoir
J'
A
a
B
avons
C
ai
D
ont
Slide 3 - Quizvraag
avoir
Nous ...
Slide 4 - Open vraag
avoir
Tu...
Slide 5 - Open vraag
Danser
Pierre ...
A
danses
B
dansons
C
dansez
D
danse
Slide 6 - Quizvraag
Manger
Vous ...
A
mangeons
B
mangez
C
mangent
D
mange
Slide 7 - Quizvraag
Parler
Nous...
A
parle
B
parlez
C
parlent
D
parlons
Slide 8 - Quizvraag
Aider
Elles ...
Slide 9 - Open vraag
Regarder
Tu...
Slide 10 - Open vraag
Aimer
J'....
Slide 11 - Open vraag
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
êtes
est
es
sont
suis
sommes
Slide 12 - Sleepvraag
Vous (être)
schrijf ook het onderwerp op
Slide 13 - Open vraag
Je (être)
Slide 14 - Open vraag
Jacques (être)
Slide 15 - Open vraag
On (être)
Slide 16 - Open vraag
Jean et Thomas (être)
Slide 17 - Open vraag
Nu met sortir...
Slide 18 - Tekstslide
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
sortez
sort
sors
sortent
sors
sortons
Slide 19 - Sleepvraag
Je (sortir) avec mes copains. On va au discothèque.
Slide 20 - Open vraag
Le nouveau album de Dua Lipa (sortir) demain!
Slide 21 - Open vraag
Je (sortir) avec Nadia. C’est ma copine maintenant.
Slide 22 - Open vraag
Il (sortir, passé composé). Maintenant, il est dehors (= buiten)
Slide 23 - Open vraag
Passé composé
Présent
J'ai mangé
il parle
Ils ont acheté
je téléphone
vous avez dansé
nous écoutons
vous regardez
Tamara a marché
nous avons trouvé
on cherche
Elisa rencontre
tu as raconté
Slide 24 - Sleepvraag
Le passé composé
De passé composé is de voltooid tegenwoordige tijd:
ik heb gekeken j'ai regardé
jij hebt gekeken tu as regardé
Ik ben gevallen Je suis tombé
Hij is gegaan il est allé
Mais.. Comment ça se fait, le passé composé?
Slide 25 - Tekstslide
A.1 Le passé composé met avoir
Hulpwerkwoord
+
voltooid deelwoord:
stap 1: stam = heel ww - er
stap 2: stam + é
avoir
j'
ai
tu
as
il / elle / on
a
nous
avons
vous
avez
ils / elles
ont
march
march
é
Il a marché
Slide 26 - Tekstslide
A.3 Le passé composé met avoir
Hulpwerkwoord
+
voltooid deelwoord:
stam = heel ww -r
avoir
j'
ai
tu
as
il / elle / on
a
nous
avons
vous
avez
ils / elles
ont
fini
J'ai fini
Slide 27 - Tekstslide
A.2 Le passé composé met avoir
Hulpwerkwoord
+
voltooid deelwoord:
stap 1: stam = heel ww - re
stap 2: stam + u
avoir
j'
ai
tu
as
il / elle / on
a
nous
avons
vous
avez
ils / elles
ont
perd
perd
u
elle a perdu
Slide 28 - Tekstslide
Let op!!
De volgende voltooid deelwoorden moet je uit je hoofd leren:
Je hulpwerkwoord blijft wel avoir.
Bijv:
Ik heb
een cadeau
gehad
=
J'ai eu
un cadeau
avoir = eu
être = été
faire = fait
Slide 29 - Tekstslide
Hoeveel werkwoorden heb je ALTIJD nodig bij het maken van een passé composé?
A
een
B
twee
C
drie
D
passé composé? huh?
Slide 30 - Quizvraag
Waarom is: Je dansé fout?
Wat ontbreekt er?
Slide 31 - Open vraag
Elle_________ (danser) avec sa soeur.
A
dansé
B
a dansé
C
avez danser
D
ai dansé
Slide 32 - Quizvraag
Hij heeft gepraat
A
Il a parlé
B
Ils ont parlé
C
Elle a parlé
D
Nous avons parlé
Slide 33 - Quizvraag
Tu (écouter) in de passé composé:
A
as écouté
B
a écouté
C
ont écouté
D
e écouté
Slide 34 - Quizvraag
Zet het werkwoord chanter in de passé composé. Tu-vorm
Slide 35 - Woordweb
B.1 Le passé composé met être
Hulpwerkwoord
+
voltooid deelwoord:
stap 1: stam = heel ww - er
stap 2: stam + é
être
je
suis
tu
e
s
il / elle / on
est
nous
sommes
vous
êtes
ils / elles
sont
tomb
tomb
é
Il est tombé
Slide 36 - Tekstslide
B.2 Le passé composé met être
Hulpwerkwoord
+
voltooid deelwoord:
stap 1: stam = heel ww - re
stap 2: stam + u
être
je
suis
tu
e
s
il / elle / on
est
nous
sommes
vous
êtes
ils / elles
sont
descend
descend
u
Il est descendu
Slide 37 - Tekstslide
Deze werkwoorden hebben être als hulpww in de pc
Slide 38 - Tekstslide
IK BEN VERTROKKEN
passé composé
A
je suis parti
B
tu es parti
C
j'ai parti
D
il a parti
Slide 39 - Quizvraag
Passé Composé
Kies de juiste vorm:
sortir: Je
A
J'ai sorti
B
Je suis sorti
C
Je sortis
D
Je sortissent
Slide 40 - Quizvraag
Kies de juiste vorm
A
Je suis tombé.
B
J'ai tombé.
C
J'est tombé.
D
J'ai tombé.
Slide 41 - Quizvraag
Mon père ... (tomber).
A
tombé
B
a tombé
C
est tombé
D
est tombés
Slide 42 - Quizvraag
Il aime sa copine.
Phrase complète au Passé Composé...
Slide 43 - Open vraag
Ben (rester) à la maison.
(rester = blijven)
seulement les verbes...
Slide 44 - Open vraag
Elle (tomber) de l'escalier.
(tomber = vallen)
seulement les verbes...
Slide 45 - Open vraag
Elles (retourner) vers 16h.
(retourner = teruggaan)
seulement les verbes...
Slide 46 - Open vraag
avoir
Vous ...
A
avons
B
avez
C
ont
D
as
Slide 47 - Quizvraag
AU REVOIR!!
Slide 48 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
20.2- herhaling pouvoir + vouloir + sortir + partir + reg. ww op er
Mei 2024
- Les met
50 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Herhaling passé composé met avoir en être
Juni 2023
- Les met
29 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
3 havo passé composé met avoir en être
April 2022
- Les met
28 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
passe compose
Oktober 2022
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Klas 2 , passé composé met avoir en être
Oktober 2022
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Klas 2 , passé composé met avoir en être
November 2022
- Les met
29 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Klas 2 , passé composé met avoir en être
April 2023
- Les met
33 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Chapitre 7 - passé composé met avoir en être
Juni 2022
- Les met
36 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2