Opvoeding is het begeleiden van kinderen in zijn of haar ontwikkeling tot een zelfstandig volwassen persoon.
te weten:
Democratische opvoedstijl
Autoritaire opvoedstijl
Laisser-Faire opvoedstijl
Verwaarlozende opvoedstijl
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Opvoeding is het begeleiden van kinderen in zijn of haar ontwikkeling tot een zelfstandig volwassen persoon.
te weten:
Democratische opvoedstijl
Autoritaire opvoedstijl
Laisser-Faire opvoedstijl
Verwaarlozende opvoedstijl
Slide 1 - Tekstslide
Welke stijl hoort niet bij een opvoedingsstijl?
A
Democatische
B
Geografische
C
Laisser-faire
D
Autoritaire
Slide 2 - Quizvraag
wkj 3
Opvoeding.
Slide 3 - Tekstslide
De ............ opvoedingsstijl stelt kinderen centraal. kies het goede antwoord.
A
Verwaarlozende
B
Autoritaire
C
Laisser-faire
D
Democratische
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Video
Kinderen worden niet uitgedaagd zelf te bedenken wat hij/zij wil. Een eigen mening wordt niet toegestaan. Bij welk van de onderstaande woorden hoort dit?
A
Democratische
B
Laisser-faire
C
Autoritaire
D
verwaarlozende
Slide 6 - Quizvraag
Laisser-faire is Frans voor "laat begaan".
kenmerken van deze opvoedstijl zijn:
Opvoeders:
Stellen weinig regels en grenzen
Bieden geen structuur en duidelijkheid
geven weinig controle, veel vrijheid
geven liefde.
Slide 7 - Tekstslide
Wat kan een gevolg zijn van de Laisser-faire opvoedstijl? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
kinderen worden verwend en krijgen weinig feedback.
B
Kinderen kunnen moeilijk rekening houden met anderen.
C
Kinderen mogen bijna niets van opvoeders.
D
Er zijn weinig conflicten tussen kinderen en opvoeders.
Slide 8 - Quizvraag
-Opvoeders hebben: - geen band met hun kind - voeden eigenlijk niet op - houden geen rekening met de interesses en behoeften van kind.
Bij welke stijl horen deze kenmerken?
A
Laisser-Faire
B
Democratische
C
Verwaarlozende
D
Autoritaire
Slide 9 - Quizvraag
Waarin verschilt de opvoeding van Nederlandse kinderen met die van buitenlandse kinderen?
Slide 10 - Open vraag
Wat vindt je belangrijk in het leven? Welk woord past hierbij?