1TK2 - 10-03

Ga vast rustig op je plek zitten, je laptop heb je nog niet nodig.
Vak: Frans
Docent: meneer Groenen (GRP)

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Ga vast rustig op je plek zitten, je laptop heb je nog niet nodig.
Vak: Frans
Docent: meneer Groenen (GRP)

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we vorige les gedaan?
  • Overzicht: welke toetsen komen eraan?
  • Herhaling: Franse cijfers 20-69
  • Werkwoorden op -er, quizvragen
  • Maken opdrachtenblaadje werkwoorden op -er
  • Korte uitleg ontkenning + maken opdrachten
  • Blooket

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • SO schrijfvaardigheid: maandag 17 maart
  • Liedje: Claude - C'est la vie
  • Ontkenning: uitleg 
  • Grandes Lignes: onderdeel H van hoofdstuk 2
  • Blooket

Slide 3 - Tekstslide

SO schrijfvaardigheid (telt 2x mee) 
Wanneer? maandag 17 maart, 1e uur
Wat moet je kennen? de werkwoorden op -er en de ontkenning
Voorbeelden: 
De juiste vorm van werkwoorden op -er:
Tu (regarder).... la vidéo -> tu regardes la vidéo 
De ontkenning:
Il aime le foot (hij houdt van voetbal) -> il n'aime pas le foot


Slide 4 - Tekstslide

Claude - C'est la vie 
Claude: “C’est La Vie is een eerbetoon aan een ouder en voor mij is dat mijn moeder. Zij heeft mij als kleine jongen en gedurende mijn hele jeugd meegegeven om het positieve te zien in de dingen die je meemaakt in het leven, ook als je tegenslag ervaart. Het leven is niet altijd makkelijk; it goes up, it goes down, and around and around, maar C’est La Vie!”

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden songtekst Claude - C'est la vie
1. leven = vie                                  
2. klein = petit
3. drie = trois
4. wonder = miracle

Slide 6 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden in het Frans
  • Regelmatig werkwoord = wordt volgens regels vervoegd
  • De meeste Franse werkwoorden eindigen op de letters-er. Voorbeeld van een werkwoord dat eindigt op -er = donner
  • Als je -er van het werkwoord afhaalt, houdt je de stam over. Achter de stam zet je de uitgang. 
  • De stam van donner is dus donn.



Slide 7 - Tekstslide

donner = geven
Als je de letters-er van donner hebt afgehaald, houd je de stam over -> donn. Daarna plak je er de uitgang achter.
                uitgang      donner                         geven
je            -e                  je donne                     ik geef
tu            -es               tu donnes                  jij geeft
il elle      -e                 il/elle donne             hij / zij geeft
on            -e                 on donne                   wij geven
nous       -ons           nous donnons         wij geven
vous        -ez             vous donnez              jullie geven / u geeft
ils/elles  -ent          ils/elles donnent     zij geven

Slide 8 - Tekstslide

De stam van donner (geven) is donn. Hoe zeg je 'wij (= nous) geven'?
A
nous donnons
B
nous donnent
C
nous donnez
D
nous donne

Slide 9 - Quizvraag

De stam van donner (geven) is donn. Hoe zeg je 'zij (= elle) geeft'?
A
elle donnes
B
elle donnent
C
elle donne
D
elle donnez

Slide 10 - Quizvraag

Uitleg ontkenning in het Frans
In het Frans maak je een zin ontkennend met nepas.
1. De regel: je zet ne vóór de persoonsvorm en pas er direct achter.
Voorbeeld:
✅ Je parle français. (= Ik spreek Frans.)
❌ Je ne parle pas français. (= Ik spreek geen Frans.)
Let op: als het werkwoord met een klinker begint, verandert ne in n’!
✅ Il aime le foot. (= Hij houdt van voetbal.)
❌ Il n’aime pas le foot. (= Hij houdt niet van voetbal.)

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg ontkenning
Wat is de ontkenning in het Nederlands?
Een ontkenning is een zinnetje of woord waarmee je zegt dat iets niet zo is.
Hoe maak je een zin ontkennend in het Nederlands?
✅ Ik begrijp het.
❌ Ik begrijp het niet.

Slide 12 - Tekstslide

Maken Grandes Lignes hoofdstuk 2, 
onderdeel H

31a: lees de uitleg
31b: kies het juiste antwoord
31c: vink de persoonsvorm aan
31d: lees de uitleg
31e: lees de tekst & antwoord in het Nederlands
32a: maak 5 zinnen met het schema
32b: maak de zinnen ontkennend. Bijvoorbeeld: Je regarde la carte. -> Je ne regarde pas la carte

Klaar? Woordjes van F leren met SlimStampen/van papier of Frans oefenen met Duolingo


Slide 13 - Tekstslide

Wat hebben we deze les gedaan?
  • SO schrijfvaardigheid: maandag 17 maart
  • Liedje: Claude - C'est la vie
  • Oefenen met spreken: voor mondeling
  • Ontkenning: uitleg 
  • Grandes Lignes: onderdeel H van hoofdstuk 2
  • Blooket

Slide 14 - Tekstslide