1TK2 - 03-03

Ga vast rustig op je plek zitten, je laptop heb je nog niet nodig.
Vak: Frans
Docent: meneer Groenen (GRP)

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Ga vast rustig op je plek zitten, je laptop heb je nog niet nodig.
Vak: Frans
Docent: meneer Groenen (GRP)

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we vorige les gedaan?
  • Overzicht: welke toetsen komen eraan (na de vakantie)?
  • Herhaling: Franse cijfers 20-69
  • Klassikaal: 26a
  • Sleepvraag over cijfers
  • Oefenen met spreken (voor mondeling)
  • Korte uitleg ontkenning + maken opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Overzicht: welke toetsen komen eraan?
  • Herhaling: Franse cijfers 20-69
  • Werkwoorden op -er
  • Korte uitleg ontkenning + maken opdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Welke toetsen komen eraan?
Toets                                          Weging    Inhoud
SO schrijfvaardigheid       2x               - werkwoorden op -er + de ontkenning

MO spreekvaardigheid     1x                - om de kaart vragen, iets bestellen

SO lees- en                            2x                - tijdschriftartikel over  winkelen luistervaardigheid                                   begrijpen
                                                                         - gesprek over uit eten gaan begrijpen
                                                                      

Slide 4 - Tekstslide

SO schrijfvaardigheid (telt 2x mee)
Wanneer? dinsdag 11 maart, 4e uur
Wat moet je kennen? de werkwoorden op -er en de ontkenning
Voorbeelden: 
De juiste vorm van werkwoorden op -er:
Tu (regarder).... la vidéo -> tu regardes la vidéo 
De ontkenning:
Il aime le foot (hij houdt van voetbal) -> il n'aime pas le foot


Slide 5 - Tekstslide

Tellen in het Frans: 20-69
  • Vanaf 20 tot 69: je zegt in het Frans eerst het tiental, daarna komt het tweede cijfer van het getal. 
  • Bijvoorbeeld: zeventien wordt “dix-sept” en zevenentwintig wordt "vingt-sept"
  • Als het tweede cijfer “1” is, dan schrijf je “-et-un” achter het getal. Bijvoorbeeld: "eenentwintig" wordt "vingt-et-un". 
  • De tientallen:

20 = vingt
30 = trente
40 = quarante
50 = cinquante
60 = soixante

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoorden
Wat is ook alweer een 'werkwoord'?
  • Een werkwoord is een woord dat zegt wat iemand doet of wat er gebeurt.
  • Voorbeelden in het Nederlands: 
  • lopen, eten, slapen


Slide 7 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden in het Frans
  • Regelmatig werkwoord = wordt volgens regels vervoegd
  • De meeste Franse werkwoorden eindigen op de letters-er. Voorbeeld van een werkwoord dat eindigt op -er = donner
  • Als je -er van het werkwoord afhaalt, houdt je de stam over. Achter de stam zet je de uitgang. 
  • De stam van donner is dus donn.



Slide 8 - Tekstslide

donner = geven
Als je de letters-er van donner hebt afgehaald, houd je de stam over -> donn. Daarna plak je er de uitgang achter.
                uitgang      donner                         geven
je            -e                  je donne                     ik geef
tu            -es               tu donnes                  jij geeft
il elle      -e                 il/elle donne             hij / zij geeft
on            -e                 on donne                   wij geven
nous       -ons           nous donnons         wij geven
vous        -ez             vous donnez              jullie geven / u geeft
ils/elles  -ent          ils/elles donnent     zij geven

Slide 9 - Tekstslide

Hoe vind je de stam van een regelmatig werkwoord op -er?
A
Door er -er achter te plakken
B
Door er -ons vanaf te halen
C
Door er -er vanaf te halen

Slide 10 - Quizvraag

Hoe zeg je 'u/jullie geeft/geven' in het Frans?
A
tu donnes
B
nous donnons
C
vous donnez
D
ils donnent

Slide 11 - Quizvraag

De stam van donner (geven) is donn. Hoe zeg je 'hij (= il) geeft'?
A
il donnes
B
il donne
C
il donnent

Slide 12 - Quizvraag

Uitleg ontkenning
Wat is de ontkenning in het Nederlands?
Een ontkenning is een zinnetje of woord waarmee je zegt dat iets niet zo is.
Hoe maak je een zin ontkennend in het Nederlands?
✅ Ik begrijp het.
❌ Ik begrijp het niet.

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg ontkenning in het Frans
In het Frans maak je een zin ontkennend met nepas.
1. De regel: je zet ne vóór de persoonsvorm en pas er direct achter.
Voorbeeld:
✅ Je parle français. (= Ik spreek Frans.)
❌ Je ne parle pas français. (= Ik spreek geen Frans.)
Let op: als het werkwoord met een klinker begint, verandert ne in n’!
✅ Il aime le foot. (= Hij houdt van voetbal.)
❌ Il n’aime pas le foot. (= Hij houdt niet van voetbal.)

Slide 14 - Tekstslide

Maken Grandes Lignes hoofdstuk 2, 
onderdeel H

30b: lees de uitleg
30c: vink de 3 ontkennende zinnen aan
30d: vertaal de zinnen naar het Nederlands
31a: lees de uitleg
31b: kies het juiste antwoord
31c: vink de persoonsvorm aan
31d: lees de uitleg
31e: lees de tekst & antwoord in het Nederlands
32a: maak 5 zinnen met het schema
32b: maak de zinnen ontkennend. Bijvoorbeeld: Je regarde la carte. -> Je ne regarde pas la carte
Klaar? Woordjes van F leren met SlimStampen/van papier of Frans oefenen met Duolingo


Slide 15 - Tekstslide

Wat hebben we deze les gedaan?
  • Overzicht: welke toetsen komen eraan
  • Herhaling: Franse cijfers 20-69
  • Werkwoorden op -er
  • Korte uitleg ontkenning + maken opdrachten

Slide 16 - Tekstslide