3hv 23 mrt

Repetitie op: 7 April
vandaag nog 1x aandacht voor de grammatica
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Repetitie op: 7 April
vandaag nog 1x aandacht voor de grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Modale Werkwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Duitse modale werkwoorden

Slide 3 - Woordweb

MODALE HULPWERKWOORDEN
dürfen
können
mögen
      möchten
müssen
sollen
wollen
wissen



mogen, toestemming hebben
kunnen, in staat zijn tot
houden van, lusten
         graag (zouden) willen
moeten (noodzaak)
moeten (wil van een ander)
willen
weten


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Er ________ das Buch nicht finden.
A
könn
B
Könnt
C
kann
D
kannt

Slide 6 - Quizvraag

_________ du das Buch nicht finden?
A
könnt
B
könnst
C
kannt
D
kannst

Slide 7 - Quizvraag

Er________ gleich seine Hausaufgaben machen.
A
willt
B
wollt
C
will
D
woll

Slide 8 - Quizvraag

wat doe je als er geen ich, er of wir in de zin staat maar een zelfstandig naamwoord zoals:
Mein Freund, die Polizistin of meine Freunde??
bij welke uitgang of uitgangen kijk je dan?

Slide 9 - Open vraag

Die Lehrerin sagt, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
sollt
B
müsst

Slide 10 - Quizvraag

Hausaufgaben _______ gemacht werden!
A
sollen
B
müssen

Slide 11 - Quizvraag

Modalverben verleden tijd

Slide 12 - Tekstslide

je ziet zo een schema met werkwoorden in de verleden tijd.
Iedereen kan straks een antwoord geven op de vraag:

wat moet je weten over deze werkwoorden in de verleden tijd?
hoe leer je ze? regels?ezelsbrug?  

Slide 13 - Tekstslide

Modale werkwoorden verleden tijd


(können)
ich
konn-te
du
konn- test 
er/sie/es
konn-te
wir
konn- ten
ihr
konn - tet 
sie/Sie
konn - ten

Slide 14 - Tekstslide

Modalverben im Präteritum

Slide 15 - Tekstslide

Wat valt op aan de uitgangen in de verleden tijd? Tips/ezelsbrug? Hoe leer je ze goed?  

Slide 16 - Tekstslide

Er ________ das Buch nicht finden.
A
konn
B
Könn
C
konnte
D
könnte

Slide 17 - Quizvraag

Die Lehrerin sagte, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
solltet
B
musstet
C
sollet
D
müsset

Slide 18 - Quizvraag

Hausaufgaben _______ gemacht werden!
A
müssten
B
müten
C
mussten
D
muten

Slide 19 - Quizvraag

kijk even goed naar de volgende dia

Slide 20 - Tekstslide

Lustige Straßenschilder?
warum lustig?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Was stimmt nicht ?
(wat klopt niet)

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide

Gehweg

betekent:
A
stoep
B
ga weg
C
weg waarop je kunt lopen

Slide 26 - Quizvraag

5

Slide 27 - Video

00:28
was ist schräg?
A
Das Haus
B
die Straße
C
der Fotograf

Slide 28 - Quizvraag

00:49
wo führt die Treppe hin?

Slide 29 - Woordweb

01:10
was hast du gesehen?
A
Bart
B
Haare

Slide 30 - Quizvraag

01:59
Körper oder Wüste?
A
Körper
B
Wüste

Slide 31 - Quizvraag

02:08
Wieviel Vögel hast
du gesehen?

Slide 32 - Woordweb

Havo:   Mache die Aufgabe Lesen H: Straßenschilder
VWO:  Mache die Aufgabe Lesen H: Unterwegs

straks vragen we iemand om de antwoorden van 41C
voor te lezen.
 iedereen kan straks uitleggen wat onderstaand bord in de stad Mannheim betekent.
Klaar?  Check of je alle opdrachten van K3 af hebt. ga verder met je presentatie. 

Slide 33 - Tekstslide

top 5 Straßennahmen NL

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Du siehst die ZDF/LOGO Samstag  Nachrichten          10 Minuten  
Maak bij ieder nieuwsitem aantekeningen:  Wie, Waar , Wat??

Slide 37 - Tekstslide

Ein Spiel:
we beginnen links boven en werken met de klok mee 

ich stehe in der Nacht auf.   schrijf het nummer op dat bij de beschrijving past. schrijf eerst alle nummers op een blaadje  

Slide 38 - Tekstslide