In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Programm:
Herzlichen Wilkommen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
1. je kunt een tekst over een reis door Duitsland begrijpen
Slide 2 - Tekstslide
2e week huiswerk niet op orde
OVERLEG MENTOR/DO 1E UUR TUNKEN TENZIJ
Sehen-Wortschatz-Hören-Grammatik- Lesen
Ismail -Joeri
Tessa Luca K
Nick Dylan
Haily Kenso
savannah Josue
Mikao
Slide 3 - Tekstslide
Donderdag controle Schreiben + Lesen H
Repetitie K3 op 1 april. Ook lees en luisterdeel.
Je moet woorden en grammatica kunnen toepassen.
vandaag opfrissen Grammatik
Slide 4 - Tekstslide
??????
Slide 5 - Tekstslide
Modale Werkwoorden
Slide 6 - Tekstslide
Duitse modale werkwoorden
Slide 7 - Woordweb
MODALE HULPWERKWOORDEN
dürfen
können
mögen
möchten
müssen
sollen
wollen
wissen
mogen, toestemming hebben
kunnen, in staat zijn tot
houden van, lusten
graag (zouden) willen
moeten (noodzaak)
moeten (wil van een ander)
willen
weten
Slide 8 - Tekstslide
muziekopdracht
44/45/46b klaar? ga verder met je muziekopdracht of met opdrachten die je nog af moet maken
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Er ________ das Buch nicht finden.
A
könn
B
Könnt
C
kann
D
kannt
Slide 11 - Quizvraag
_________ du das Buch nicht finden?
A
könnt
B
könnst
C
kannt
D
kannst
Slide 12 - Quizvraag
Er________ gleich seine Hausaufgaben machen.
A
willt
B
wollt
C
will
D
woll
Slide 13 - Quizvraag
wat doe je als er geen ich, er of wir in de zin staat maar een zelfstandig naamwoord zoals: Mein Freund, die Polizistin of meine Freunde?? bij welke uitgang of uitgangen kijk je dan?
Slide 14 - Open vraag
Die Lehrerin sagt, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
sollt
B
müsst
Slide 15 - Quizvraag
Hausaufgaben _______ gemacht werden!
A
sollen
B
müssen
Slide 16 - Quizvraag
Modalverben verleden tijd
Slide 17 - Tekstslide
je ziet zo een schema met werkwoorden in de verleden tijd.
Iedereen kan straks een antwoord geven op de vraag:
wat moet je weten over deze werkwoorden in de verleden tijd?
hoe leer je ze? regels?ezelsbrug?
Slide 18 - Tekstslide
Modale werkwoorden verleden tijd
(können)
ich
konn-te
du
konn- test
er/sie/es
konn-te
wir
konn- ten
ihr
konn - tet
sie/Sie
konn - ten
Slide 19 - Tekstslide
Modalverben im Präteritum
Slide 20 - Tekstslide
Wat valt op aan de uitgangen in de verleden tijd? Tips/ezelsbrug? Hoe leer je ze goed?
Slide 21 - Tekstslide
Er ________ das Buch nicht finden.
A
konn
B
Könn
C
konnte
D
könnte
Slide 22 - Quizvraag
Die Lehrerin sagte, ihr _______ die Hausaufgaben machen!