In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
THEMA: CONSTRUCTIE
Slide 1 - Tekstslide
Thema: Constructie
Slide 2 - Tekstslide
Constructie
= is een voorwerp dat bestaat uit meerdere onderdelen
Slide 3 - Tekstslide
Als je zelf een constructie maakt wat is een belangrijk aandachtspunt?
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Video
Een constructie moet stevig en stabiel zijn!
Er zijn drie aspecten die zorgen voor de stevigheid
1. Vorm
2. Materiaal
3. Verbindingstechniek
Slide 6 - Tekstslide
Vormen en Profielen
Slide 7 - Tekstslide
Welke vorm komt het meeste voor?
Slide 8 - Tekstslide
Driehoeken en bogen!
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Driehoeken
opdracht
Slide 11 - Tekstslide
Driehoek
De stevigste vorm in constructies is de driehoek.
De driehoek is vormvast je kan hem dus heel moeilijk vervormen.
De krachten zijn goed verdeeld over de drie hoeken en lijnen.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Boogvorm
Een andere vorm die grote krachten kan opvangen is de boogvorm. Deze vorm zorgt ervoor dat inwerkende krachten gelijkmatig verdeeld worden.
De druk van bovenaf verdeeld over alle steunpunten.
Slide 14 - Tekstslide
Profielen
opdracht 7 pag 8
Slide 15 - Tekstslide
Profielen
Bij het maken van een constructie speelt gewicht van de gebruikte materialen een belangrijke rol. Profielen zijn stroken of balken met een bepaalde vorm die een constructie licht en sterk maken.
Meest gebruikte profielen:
Slide 16 - Tekstslide
Die vorm zorgt ervoor dat de constructie minder zwaar is en toch sterk. De vorm maakt immers dat profielen minder doorbuigen.
Slide 17 - Tekstslide
Maak in werkboek:
opdracht 8 opdracht 9 --> enkel besluit op pag 9
Slide 18 - Tekstslide
Krachten vs. Constructie
Slide 19 - Tekstslide
Welke krachten zijn belangrijk bij het bouwen van constructies?
Slide 20 - Woordweb
Maak in werkboek:
opdracht 3 pag 3
Constructies en krachten: pag 92 in opzoekwerkboek
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Maak in werkboek:
opdracht 1 en 2 pag 4 opdracht 5 pag 6 opdracht 6 --> enkel g en i pag 7 onderaan opdracht 8 opdracht 9 --> enkel besluit op pag 9
Slide 26 - Tekstslide
Kunnen hoge gebouwen gemaakt worden die tegen aardbevingen kunnen?
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Video
Slide 29 - Video
Een speciale, maar effectieve manier om krachten op te vangen bij hoge gebouwen, is het gebruik van een grote massa,dempers en veren.
Slide 30 - Tekstslide
Proefje: sterkte van een blik
opdracht 10 pag 9
Slide 31 - Tekstslide
Door de cilindervorm van het blik (O-profiel) wordt de drukkracht verdeeld en kan het een zwaarder gewicht behouden.
Maar als er een tik wordt gegeven vanuit de zijkant dan wordt de verdeling onderbroken en gaat het blikje de drukkracht niet meer behouden.
Slide 32 - Tekstslide
Maak in werkboek:
opdracht 12 pagina 13 opdracht 14 pagina 13
opdracht 15 en 17 pag 14
opdracht 18 pag 15
Slide 33 - Tekstslide
3.3 Stabiliteit
Slide 34 - Tekstslide
Herinner je de marshmellow challenge nog?
Slide 35 - Tekstslide
Wat zorgde ervoor dat je een hoge toren kon maken zonder de marshmallow te laten vallen?
Slide 36 - Woordweb
Het oppervlak waarop een constructie staat (= contactoppervlak) speelt een rol in het opvangen van inwerkende krachten
Groter contactoppervlak
Kleinere druk
Slide 37 - Tekstslide
Maak p. 268 onderaan
Slide 38 - Tekstslide
3.4 Soorten Materialen
Slide 39 - Tekstslide
Zie Bijlage A:
p. 275
Slide 40 - Tekstslide
Natuurlijke materialen = oorsprong van de natuur (planten en dieren) , Niets aan bewerkt
Kunstmatige materialen = Gemaakt /Bewerkt door de mens
Slide 41 - Tekstslide
Trek snel een foto van iets dat uit een kunstmatig materiaal bestaat
Slide 42 - Open vraag
Trek snel een foto van iets dat uit een natuurlijk materiaal bestaat
Slide 43 - Open vraag
Wat merk je op?
We maken weinig gebruik nog van natuurlijk materiaal omdat ze niet lang kunnen gebruikt worden en omdat het ook niet milieuvriendelijk is (zoals bv: rubber of leder)
Slide 44 - Tekstslide
Maak tot p. 270 bovenaan
Slide 45 - Tekstslide
Herhaling
Slide 46 - Tekstslide
Hoe kleiner het contactoppervlak, hoe groter de oppervlaktedruk die de constructie uitoefent.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 47 - Quizvraag
Een manier om krachten op te vangen bij hoge gebouwen
A
Kleine massa
B
Dempers
C
Kleine bouwen
D
Rechthoekig bouwen
Slide 48 - Quizvraag
Als er een wervelwind tegen een gebouw komt dan is er sprake van
A
Trekkracht
B
Drukkracht
C
Torsiekracht
D
Buigkracht
Slide 49 - Quizvraag
Welke vorm is het stevigst?
A
Een vierhoek
B
Een ruit
C
Een cirkel
D
Een driehoek
Slide 50 - Quizvraag
Welk profiel heeft een blik?
A
Een T-profiel
B
Een H-profiel
C
Een O-profiel
D
Een U-profiel
Slide 51 - Quizvraag
Welke categorie hoort WEL thuis bij de kunstmatige materialen?