Projectmanagement / SCRUM 24/25

Projectmanagement / SCRUM
Antje Roestenburg
a.roestenburg@minkema.nl
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Projectmanagement / SCRUM
Antje Roestenburg
a.roestenburg@minkema.nl

Slide 1 - Tekstslide

ICT projecten zijn ingewikkeld...

Slide 2 - Tekstslide

‘How projects really work’

Slide 3 - Tekstslide

Systeemontwikkeling
Projectmanagement

Wensen van de klant

Uitvoering door ontwikkelaars

Slide 4 - Tekstslide

Projectmanagement
Projectmanagement is het proces van het organiseren, plannen, coördineren en beheren van middelen (zoals tijd, geld, mensen en materialen) om een
specifiek doel te bereiken binnen een bepaalde periode.

Slide 5 - Tekstslide

Projectdoel:
Specifieke resultaat dat je wilt bereiken (meetbaar en duidelijk).
Planning:
Maken van tijdslijn en identificeren van nodige stappen om het projectdoel te bereiken.
Teamwerk:
Samenwerking is essentieel. Taken en verantwoordelijkheden verdelen helpt om efficiënter te werken.
Monitoring en Controle:
Voortgang volgen en indien nodig aanpassingen maken.
Communicatie:
Duidelijke communicatie binnen het team en met belanghebbendenover verantwoordelijkheden en status van het project.

Slide 6 - Tekstslide

Watervalmethode
  • Fasen die elkaar opvolgen
  • Vooraf veel duidelijkheid
  • Gevaar: in een (te) laat stadium pas zichtbaar dat het de verkeerde kant op gaat

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Watervalmodel is inflexibel
  • Alle eisen moeten vooraf bekend zijn en dat is in de praktijk heel lastig
  • nschatten van benodigde tijd is vooraf erg lastig
  • Je wilt dat de klant tussentijds feedback kan geven en daar is geen ruimte voor. Ontwerp staat al vast
  • Hoe verder je in het project zit, hoe lastiger het is wijzigingen in het ontwerp aan te brengen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Agile methoden
Agile = lenig, behendig
Eindproduct splitsen in deelproducten
Meest gebruikte methode: Scrum

Slide 11 - Tekstslide

Agile methoden

Slide 12 - Tekstslide

Scrum
  • ‘Scrum’ komt uit de rugbysport
  • Ontwikkelteam met verschillende specialisten
  • Je werkt in periodes van ongeveer drie weken (een sprint)
  • Aan het einde van zo’n periode is een deelproduct klaar
  • De teamleden houden elkaar voortdurend op de hoogte
  • Met post-its en elke dag een korte bijeenkomst

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Scrumteam
  • Multidisciplinair
  • Programmeurs, grafisch ontwerpers, interface-ontwerpers, testers, …
  • Ongeveer zeven personen
  • Je werkt met elkaar in dezelfde ruimte
  • Samen verantwoordelijk

Slide 16 - Tekstslide

Bijzondere rollen
Scrum Master
Zorgt ervoor dat het team goed kan functioneren

Product Owner
Vertegenwoordigt de belangen van de klant
Neemt belangrijke beslissingen

Slide 17 - Tekstslide

Product Backlog
De Product Owner verzamelt requirements (eisen)
  • Functionele requirements
  • Niet-functionele requirements

Deze komen op een lijst: de Product Backlog
  • Wat er moet gebeuren, niet hoe

Slide 18 - Tekstslide

Sprint
  • Een periode van drie weken
  • Kick-off
  • Planning: work-items
  • Voortgang bijhouden op een scrumbord
  • Daily scrum, stand-up meeting
    Wat heb ik bereikt?
    Wat ga ik bereiken?
    Wat blokkeert me?

Slide 19 - Tekstslide

Scrumbord
Work items indelen

Slide 20 - Tekstslide

Het einde van de sprint
Sprint review
Retrospective
(Wat ging er goed, minder goed?)

Slide 21 - Tekstslide

Lesmateriaal
Fundament:
A1: Scrum (hoofdstuk 1 t/m 4)

Slide 22 - Tekstslide

Vragen
???

Slide 23 - Tekstslide