3.4 Napoleon verovert Europa

Sleepvraag: ken je de drie standen?
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Adel
Boeren, burgers
Geestelijk-heid
1 / 40
volgende
Slide 1: Sleepvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Sleepvraag: ken je de drie standen?
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Adel
Boeren, burgers
Geestelijk-heid

Slide 1 - Sleepvraag

De Franse bevolking was ontevreden in 1789. Welke reden hoort er NIET bij?
A
hoge belastingen voor de derde stand
B
hoge graanprijzen en duur brood
C
de derde stand had geen inspraak
D
chaos en oorlog door de revolutie

Slide 2 - Quizvraag

Waarom kwam er ruzie over de manier van stemmen in de Staten-Generaal?
A
Men stemde per stand en niet per persoon
B
Men stemde per persoon en niet per stand
C
Niemand mocht stemmen van de koning
D
De stem van de 1e stand telde dubbel

Slide 3 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met de Nationale Vergadering?
A
De derde stand vormde dit nieuwe parlement
B
De Franse Staten-Generaal
C
De groep die de nieuwe grondwet moest maken
D
Een parlement van de 1e en 2e stand

Slide 4 - Quizvraag

Welke gebeurtenis uit de Franse Revolutie zie je op de afbeelding?
A
De sluiting van de Staten-Generaal
B
De bestorming van Versailles
C
De bestorming van de Bastille
D
De onthoofding van Lodewijk XVI

Slide 5 - Quizvraag

Over het verloop van de Franse Revolutie
2e fase
radicaal
1e fase
gematigd
De Terreur
Nieuwe grondwet
Standensamenleving afgeschaft
Robespierre

Slide 6 - Sleepvraag

Wat hoort niet bij de eerste fase (gematigd)?
A
Nationale Vergadering
B
grondwet
C
koning onthoofd
D
bestorming Bastille

Slide 7 - Quizvraag

Hoe komt de Verlichting terug in deze fase? (2 goede antwoorden)
A
Rijke burgers mogen voortaan meebeslissen
B
De koning heeft geen enkele macht meer
C
Slavernij wordt afgeschaft
D
Privileges van de 1e en 2e stand worden afgeschaft via grondrechten

Slide 8 - Quizvraag

Waarom waren de vorsten van Oostenrijk en Pruisen bezorgd over de revolutie in Frankrijk?
A
Ze zijn bang dat de Franse koning wordt afgezet
B
Ze zijn bang voor een opstand in hun land
C
Ze zijn tegen de Verlichtingsideeën van de revolutie
D
Ze willen niet in oorlog raken met Frankrijk

Slide 9 - Quizvraag

Zet de woorden op de juiste plek
1. In 1789 kwamen de vertegenwoordigers van de drie standen bijeen bij de koning in [..........1..........].

2. Na een ruzie met de [..........2..........] en [..........3..........] stand hielden de burgers van de [..........4..........] stand een aparte vergadering die ze de Nationale Vergadering noemden.

3. De Nationale Vergadering wilde een [..........5..........] en wilde de [..........6..........] van de koning inperken.

4. De Nationale Vergadering schafte de [..........7..........] van de eerste en tweede stand af.
Versailles
eerste
tweede
derde
grondwet
macht
privileges

Slide 10 - Sleepvraag

3.4 Napoleon verovert Europa

Slide 11 - Tekstslide

3.4 Napoleon verovert Europa - Onderwerpen en leerdoelen
  • Het bestuur van Napoleon
    je kunt enkele belangrijke eigenschappen noemen van het bestuur door Napoleon
  • De veroveringen van Napoleon
    je kunt beschrijven hoe Napoleon een Europees rijk veroverde en dat ook weer verloor
  • Napoleon in Nederland
    je kunt uitleggen welke gevolgen Napoleons bestuur voor NL had

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de Bataafse Revolutie?
A
een democratische revolutie met steun van Pruisen
B
een democratische revolutie met steun van Frankrijk
C
Een opstand tegen de Bataafse koning
D
Een opstand tegen de Franse koning

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer begon de Bataafse Revolutie?
A
1790
B
1795
C
1800
D
1805

Slide 14 - Quizvraag

Wat was het begin van de Bataafse Revolutie?
A
Lodewijk Napoleon wordt gekroond tot koning
B
Willem V vlucht naar Engeland
C
Het einde van de Engels-Nederlandse oorlog
D
Vrijkorpsen verklaarde de oorlog aan het leger van Willem V

Slide 15 - Quizvraag

De Bataafse Revolutie begint wanneer....
A
De regenten de macht afstaan aan de patriotten
B
Napoleon Nederland binnenvalt
C
Nederland een eenheidsstaat wordt
D
Willem V koning van Nederland wordt

Slide 16 - Quizvraag

Bij de Bataafse Revolutie...
A
...kregen we een nieuwe grondwet.
B
...mocht iedereen meebeslissen.
C
...werd een Nederlandse koning afgezet.
D
...werden we geholpen door de Fransen.

Slide 17 - Quizvraag

Wat veranderde er in de Bataafse Revolutie van 1795 NIET?
A
De Staten-Generaal hief zichzelf op
B
Er werd een verklaring van de rechten van de mens afgekondigd
C
Rijke burgers droegen hun macht over aan regenten
D
Willem V vluchtte naar Engeland

Slide 18 - Quizvraag

Wie steunden de Bataafse Revolutie
A
De Russen
B
De Pruisen
C
De Fransen
D
De Engelsen

Slide 19 - Quizvraag

Wie had voor de Bataafse Revolutie de macht in de Republiek?
A
De regenten en de stadhouder
B
De stadhouder
C
De regenten en de raadspensionaris
D
De stadhouder en het volk

Slide 20 - Quizvraag

Wat was geen gevolg van de Bataafse Revolutie?
A
Een grondwet
B
Democratische verkiezingen
C
De vlucht van de stadhouder
D
Een nieuwe stadhouder: Willem V

Slide 21 - Quizvraag

Einde Robbespiere
  • Na de dood van Robbespiere werd het bestuur in FR gematigd (?)
  • Maar de ellende was nog niet voorbij
    -Er was oorlog met: Oostenrijk, Pruisen, Spanje en Groot-Brittannië
  • Ook was voedsel enorm duur
     Én ging de belasting omhoog
  • Ook waren de Fransen het oneens met elkaar!
    -Sommige wilden weer een koning

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Robbespiere belandde onder de guillotine

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Generaal Napoleon
In de periode na Robbespiere was er chaos in Frankrijk
  • Een succesvolle generaal ging hier verandering in brengen: Napoleon
  • Napoleon was succesvol op het slagveld
    -Soldaten waren loyaal aan hemdus niet aan de regering
    -Hij zzag zijn leger als persoonlijk eigendom
    -De regering in Frankrijk liet hem zijn gang gaan (?)
    -Ook had hij veel connecties in Parijs

Slide 26 - Tekstslide

Staatsgreep
  • In 1799 greep Napoleon de macht
  • Hiermee beïndigde hij de Franse Revolutie
  • Napoleon werd de dictator van Frankrijk
  • Mensen hadden minder inspraak
  • Toch was hij populair
    -Dit kwam door zijn overwinningen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Veranderingen onder Napoleon
  • Burgers hadden minder inspraak
  • Wél dezelfde wetten en grondrechten voor burgers
    -Vrijheid van meningsuiting, godsdienst
  • De standenmaatschappij bleef afgeschaft
  • Code Napoléon

Slide 30 - Tekstslide

Het Europese rijk van Napoleon + Continentaal stelsel

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Einde Napoleon
  • Na de nederlaag in Rusland (1812) werd Napoleon verslagen (1813)
  • Hij werd verbannen naar Elba
  • Hij wist te ontsnappen, in Frankrijk bouwde hij een nieuw leger op

Slide 34 - Tekstslide

Einde Napoleon
  • Napoleon werd nogmaals verslagen, deze keer in Waterloo
  • Hij werd definitief verbannen
     Deze keer naar Sint-Helena
  • Hier stierf hij in 1821

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Napoleon in Nederland
  • In 1806 maakte Napoleon van Nederland een koninkrijk
  • De broer van Napoleon werd de nieuwe koning (Lodewijk Napoleon)
  • Napoleon vond dat zijn broer maar weinig deed om het continentale stelsel te handhaven
  • Vanuit Nederland werd er namelijk veel naar Groot-Brittanië gesmokkeld

Slide 37 - Tekstslide

Lodewijk Napoleon

Slide 38 - Tekstslide

Napoleon in Nederland
  • In 1810 nam Napoleon Nederland over van zijn broer
  • Nederland werd een provincie van het Franse keizerrijk
  • Vanaf 1810 golden Franse wetten ook in NL
  • De burgerlijke stand werd ingevoerd
     -hierop stonden gegevens van alle burgers + achternamen
  • Kinderen kregen verplicht Frans op school
  • En mannen moesten in het leger van Napoleon dienen

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video