Herhaling tijdvak 7 (Havo 2)

Tijdvak 7 (herhaling)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tijdvak 7 (herhaling)

Slide 1 - Tekstslide

Hoe noemen we tijdvak 7? Tijd van ...

Slide 2 - Open vraag

Standensamenleving KA28
Sinds de middeleeuwen was Frankrijk verdeeld in een standensamenleving. Je kwam via je geboorte in een stand en kwam hier niet uit. De eerste stand is de geestelijkheid, de tweede de adel en de derde de burgerij. De verschillen tussen de standen waren groot. De eerste twee standen hadden privilleges en hoefden soms geen belasting te betalen of hadden een eigen rechtbank. De derde stand moest werken voor de eerste twee standen en hadden geen privilleges. De belasting was voor iedereen gelijk, waardoor dit veel druk legde op de derde stand die veel minder geld had. 

Slide 3 - Tekstslide

Ancien Régima KA28
Lodewijk XVI was de koning van Frankrijk en had alle macht in handen. Hij regeerde vanuit zijn paleis en kreeg hulp van de geestelijken en adel. Deze manier van besturen wordt het ancien régime genoemd. Frankrijk dreigde failliet te gaan en Lodwijk wilde hierom meer belastingen vragen aan het volk. Hiervoor had hij steun nodig van de drie standen via de Staten-Generaal. Tijdens deze bijeenkomst ontstond ruzie. 

Slide 4 - Tekstslide

De Verlichting KA27
Wetenschappers hadden vele uitvindingen gedaan. Dit zorgde voor nieuwe kennis en mensen gingen meer vertrouwen in het menselijke verstand. Deze manier van denken wordt 'verlicht' genoemd. Deze tijd heet de Verlichting. Men ging meer nadenken over de samenleving.  Zo vond Lock dat het volk de macht most hebben en Rousseau wilde een democratie. Montesqieu wilde machtsmisbruik stoppen door een scheiding der machten in te voeren. Hierbij kwam een wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. De vorsten waren tegen deze ideeën en gebruikten censuur op bepaalde teksten. Toch werden deze verspreid onder het volk.

Slide 5 - Tekstslide

Begin Franse revolutie KA30
De Franse koning had geld nodig en wilde dit bespreken in de Staten-Genraal. Hij had een voorstel gedaan en de standen kwamen hiervoor bijeen. De derde stand was hierin onderbedeeld, omdat er maar weinig aanwezig waren in verhouding tot het volk. De derde stand eiste dat er per hoofd werd gestemd en niet per stand. Omdat dit niet lukt verlaat de derde stand de vergadering en stichtten  zij de Nationale Vergadering. Zij spraken af een grondwet te maken met de rechten en plichten  van de burgers en een nieuw bestuur. De koning stuurde een leger en boze burgers bestormden de Bastille (gevangenis). 

Slide 6 - Tekstslide

Franse revolutie KA30
Uit angst erkende de koning de Nationale Vergadering en de Franse Revolutie begon. De opstand sloeg snel over naar het platteland. In 1789 maakte de Nationale Vergadering een Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger. Daarin stonden dat alle Franse burgers dezelfde rechten hebben. In 1791 kwam er een niewe grondwet waarin rijke burgers stemrecht kregen. De absolute macht van de koning was over.

Slide 7 - Tekstslide

Radicale revolutie KA30
Veel edelen gingen ook meedoen aan de opstand. De koning probeerde met zijn gezin te vluctten. Hij werd gearresteerd en veroordeeld voor landverraad. Hij werd in 1793 onthoofd en Frankrijk werd een Republiek. Er kwam geen overeenstemming over een nieuw bestuur. De radicalen pakten toen de macht. Onder Robespierre werden alle tegenstanders uitgeschakeld. Dit schrikbewind noemen we de Terreur. 

Slide 8 - Tekstslide

Napoleon KA30
In 1794 kwam een einde aan de terreur door de onthoofding van Robespierre. Het Directoire, bestaande uit rijke burgers, had nu de macht. Het Directoire had veel problemen en kon dit niet aan. Een man maakte hier gebruik van; Napoleon Bonaparte. In 1799 greep hij de macht via een staatsgreep. Burgers dachten inspraak te krijgen maar Napoleon vestigde een dictatuur. Hij maakte nieuwe wetten en veroverde veel land. In 1804 kroonde hij zichzelf tot keizer. In nieuwe grondrechten werden vrijheden van burgers vastgelegd en er kwamen nieuwe wetboeken. Napoleon verloor in 1813 een oorlog en werd verbannen. In 1815 werd hij volledig verslagen.

Slide 9 - Tekstslide

Bataafse Republiek KA30
Ideeën van de Franse Revolutie bereikten ook de Republiek. Een groep burgers die ontevreden waren met het bestuur van de Republiek waren de patriotten. Zij wilden inspraak en grondrechten.In 1787 namen zij een aantal stedsn over, maar de opstand mislukte en velen vluchtten naar Frankrijk. In 1795 kwamen de Patriotten terug de Republiek in met Franse hulp. Stadhouder Willem V vluctte en het bestuur werd overgenomen. Zij maakten een nieuwe grondwet met het voorbeeld van de Franse. Overal in de Republiek kwamen dezelfde wetten en rechten. De Republiek werd een eenheidsstaat. Deze verandering heet de Bataafse Revolutie.

Slide 10 - Tekstslide

Franse tijd KA30
De Bataafse Republiek bestond niet lang. Napoleon verwachtte meer samenwerking, omdat Frankrijk de patriotten had geholpen. In 1806 werd Lodewijk Napoleon de koning van de Republiek. Hij was goed voor de Republiek en werkte niet genoeg samen met Napoleon. In 1810 werd het land onderdeel van het Franse Keizerrijk. De burgers moesten veel belasting betalen en meehelpen in de oorlogen. Alle burgers moesten opgeven waar zij woonen en wat hun achternaam was, in de burgerlijke stand. In 1813 werd Napoleon verslagen en de zoon van de gevluchtte stadhouder kwam terug uit Engeland. Hij werd Koning Willem I en Nederland was een koninkrijk. 

Slide 11 - Tekstslide

Begrippen
Ancien Régime, Bataafse Revolutie, Burgerlijke stand, Censuur, Dictator, Eenheidsstaat, Franse Revolutie, Gematigden, Grondrecht, Grondwet, Patriotten, Privillege, Publieke opinie, Radicalen, Scheiding der machten, Standensamenleving, Terreur en Verlichting 

Slide 12 - Tekstslide