Romaanse en Gotische Architectuur

Romaanse en Gotische Architectuur
Romaanse en Gotische architectuur
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Romaanse en Gotische Architectuur
Romaanse en Gotische architectuur

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je de kenmerken van de Romaanse en Gotische architectuur beschrijven
  • Aan het einde van de les kun je het verschil tussen de Romaanse en Gotische stijl uitleggen
  • Aan het einde van de les begrijp je de invloed van de kloosterorden op de architectuur
  • Aan het einde van de les kun je het belang van licht in de Gotische architectuur uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over Romaanse en Gotische architectuur?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Romaanse architectuur
  • Romaans is afkomstig van Romeins: dit soortbouwwerken leken in bouwwijze en stijl veel op de Romeinse bouwkunst
  • Plattegrond

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romaanse architectuur
  • Zware, massieve, gesloten bouw
  • Gebruik van verschillende soorten gewelven
Tongewelf
Kruisgraatgewelf
vlakke houten plafonds

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gotische architectuur
  • Opkomst van nieuwe bouwprincipes zoals skeletbouw

- Steden groeien -> behoefte aan grote kerken.
- Stad wil rijkdom en macht laten zien -> kathedraal  geschikt.
- De bisschop wilde een kerk (cathedra = zetel van bisschop) 
die bij zijn status paste. 

kruisribgewelf
steunberen
luchtbogen
pijlers

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gotische architectuur
  • Plattegrond

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gotische architectuur
  • Gebruik van licht 

dankzij de skeletbouw kon abt Suger (van de abdijkerk St. Denis) hoger bouwen en hadden de muren geen dragende functie meer. De muren kon je vervangen door grote glas-in-loodramen. Het goddelijke werd gesymboliseerd door het licht; Goddelijk licht

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

'Schoonheid'
  • Goddelijk openbaring dmv licht
  • kleur (bijvoorbeeld blauwe plafonds met gouden sterren om te benadrukken dat een kathedraal een afspiegeling was van het 'hemelse Jeruzalem')
  • geometrische ordening (te zien in traceerwerk én symmetrie in het gebouw)

Maaswerk, traceerwerk of tracering is de stenen versiering in geometrische patronen in het boogveld van gotische vensters en nissen


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van kloosterorden op architectuur
  • Sterke invloed van de Benedictijner traditie. Hier ligt de oorsprong van de Romaanse stijl. Benedictus van Nursia was een monnik die nederigheid, soberheid en gehoorzaamheid predikte. Zijn lijfspreuk was 'bid en werk'. Ze studeerden en zonderden zich af. Hier past de massieve en gesloten bouw erg goed bij.
  • Bernardus van Clairvaux (oprichter Cistercïenzer orde) had in Gotiek kritiek op de decoraties in Romaanse kerkbouw (in kerk van Vézelay). Mensen zouden tijd verspillen door de verwondering over de beeldhouwwerken ipv zich te richten op God. Bernardus wil weer terug naar de eenvoud en soberheid als reactie op de weelde en rijkdom van het klooster in Cluny.
  • Abt Suger van de abdijkerk in St Denis gaat de skeletbouw gebruiken in 1137 waardoor het Goddelijk licht de kerk in kan komen.



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
  • Romaanse architectuur: zware, massieve, gesloten bouw met gebruik van verschillende soorten gewelven en rondbogen
  • Gotische architectuur: ontstond in de 12e eeuw, gekenmerkt door skeletbouw en licht en spitsbogen
  • Skeletbouw: bouwprincipe waarbij zwaartekracht via ribben wordt afgevoerd voor meer open en lichter ogende bouwwerken
  • Abt Suger: speelde belangrijke rol in de ontwikkeling van de Gotische architectuur
  • Bernardus van Clairvaux: kritiek op extravagante decoraties in Romaanse architectuur, pleitte voor eenvoud en zuiverheid

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
4
Apsis
koor
kooromgang
straalkapellen
vieringtoren
dwarsschip/transept
middenschip
zijbeuk
voorportaal
(narthex)

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

steunbeer, een gemetselde muurverzwaring om de zijwaartse druk van de kap en eventuele gewelven op te vangen
kruisribgewelf, een gewelf waarbij de kruising van de tongewelven met ribben zijn gemaakt. De ribben hebben een dragende functie.
lichtbeuk, door deze rij vensters valt het licht, dat het schip verlicht
triforium, de smalle gang die onderlangs de vensters van de lichtbeuk loopt / een arcade waarachter zich een loopruimte bevindt
arcade, een reeks van achtereenvolgende bogen die rusten op kolommen
luchtboog, een boog tussen muren en steunbeer om de horizontale krachten over te brengen
kapiteel, bekroning van een pijler
basement, voet van een zuil 
pijler, een steunpilaar
pinakel, spits toelopende, slanke, torenvormige bekroning, vooral bij de steunberen van luchtbogen dient de pinakel ter verzwaring (meer massa betekent beter steunen)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zou je meer over willen weten?

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.