Les 5 - Decubitus, informatie over palliatieve zorg, Wet zorg en dwang

 Studiebegeleiding ZPO
Les 5: Decubitus/ palliatieve zorg/Wet zorg en dwang

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

 Studiebegeleiding ZPO
Les 5: Decubitus/ palliatieve zorg/Wet zorg en dwang

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 5 Studiebegeleiding ZPO

1. Voorbereiding/Vragen vooraf?
2. Decubitus
3. Palliatieve zorg
4. Wet zorg en dwang

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Voorbereiding/vragen vooraf?

Hoe ben je voorbereid op deze middag?
“Voor deze workshops/les wordt de applicatie LessonUp gebruikt. Deze app download je op basis van vrijwilligheid op je eigen privé-device. Door het downloaden van de applicatie maak je het mogelijk om beperkte persoonsgegevens ( lees: jouw naam en antwoorden) uit te wisselen met de docent van SVRZ gedurende deze les. Hierop is de AVG van toepassing.”

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decubitus
1. Wat is decubitus?
2. Welke zorgvragers lopen het risico op decubitus?
3. Wat zijn de preventieve maatregelen?
4. Welke behandelingen zijn er?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decubitus

Decubitus wordt ook wel doorliggen genoemd. 
                             = ernstige beschadiging van de huid als gevolg van:                            
  • langdurige druk- of schuifkrachten,  voorbeeld?
  • verminderde bloedvoorziening in een bepaald deel van het lichaam, voorbeeld?
  • Incontinentie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is er verschil tussen decubitus
en incontinentie decubitus?
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Decubitus of incontinentie decubitus

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risicoplekken 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 4 stadia kenmerken:
I Niet-wegdrukbare roodheid bij intacte huid.
II Blaar.
III Verlies volledige huidlaag, maar bot, pezen en spieren liggen niet bloot.
IV Verlies volledige weefsellaag; bot, pees of spier zichtbaar.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A
B
C
D
E

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke zorgvragers lopen risico?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wie loopt vooral risico op het krijgen van een decubituswond?
  • Mensen die bed- of rolstoelgebonden zijn, weinig bewegen.
  • Mensen met een slechte algemene conditie.
  • Ouderen (omdat hun huid kwetsbaarder is)
  • Zorgvragers met slechte voedingsconditie.
.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

preventie

wisselen van houding
goede voedingstoestand (diëtiste)
druk verhogende en schuifkracht verhogende factoren vermijden
goede huidverzorging

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
Decubituszorg wordt altijd door arts of wondverpleegkundige                                                                                                   voorgeschreven.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decubitus

Sites:
https://www.zorgvoorbeter.nl/thema-s/huidletsel/decubitus
https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/decubitus

Zijn er nog vragen?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg
Wat is palliatieve zorg?

Palliatie = verzachting van het lijden.


Palliatieve zorg is: ‘Leven toevoegen aan de dagen, niet dagen aan het leven’ (Cicely Saunders).

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreekt men van de palliatieve fase?

Slide 17 - Woordweb

Wanneer een aandoening zo ver gevorderd is dat deze niet meer te genezen is spreekt men vaak over een palliatief beleid (ook wel bekend als ‘uitbehandeld’). Dit betekent dat de zorg vanaf dat moment zich zal richten op het comfort van leven in plaats van genezen.
Palliatieve zorg
Palliatieve zorg is zorg die gegeven wordt aan cliënten wanneer er geen genezing van een ziekte meer mogelijk is. Dan kun je denken aan: 
- Kanker (wanneer deze niet meer te genezen is) 
- Dementie
- COPD
- Hartfalen 

Ziekten waar mensen niet van kunnen genezen. Met deze ziekten kun je nog wel weken, maanden of zelfs jaren leven.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg
Palliatieve zorg richt zich op een zo goed mogelijke kwaliteit van leven. 
Terminale zorg richt zich op een goede kwaliteit van sterven. (wanneer het overlijden op korte termijn (3 maanden of minder) wordt verwacht)


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg
  • Behandeling gericht op klachten (lichamelijk, psychisch, sociaal, spiritueel)
  • Behandeling in de terminale fase
  • Palliatieve zorg is niet hetzelfde als palliatieve sedatie.
  • Nazorg

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg
Sites:
Palliaweb
IKNL
over palliatieve zorg


Zijn er nog vragen?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1)Wat regelt de WZD?
A
regelt dat iemand onvrijwillig wordt verzorgd
B
regelt de rechten bij onvrijwillige opname
C
Oxazepam valt onder de WZD
D
beschermt mensen met bijv dementie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2) Wie stelt vast of iemand onder de WZD valt
A
het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg)
B
de Huisarts
C
de Geriater
D
de Psychiater

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3) Het uitgangspunt van de WZD is:
A
Nee, tenzij....
B
Nooit beperkingen inzetten
C
Ja, mits...
D
Volg het stappenplan

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4) Wat is de verantwoordelijkheid van de zorgverantwoordelijke in de WZD?
A
Opstellen zorgplan
B
Uitvoeren zorgplan
C
Checken of WZD goed uitgevoerd wordt
D
Evalueren zorgplan

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5) Wat moet in het zorgplan opgenomen worden volgens de WZD?
A
alle gegeven zorg
B
de vrijwillige zorg
C
alle gegevens van de cliënt.
D
de onvrijwillige zorg

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6) Zijn onderstaande stellingen over de WZD juist of onjuist?

I : De WZD geldt voor instellingen
II : De WZD geldt voor de thuissituatie, logeeropvang en kleinschalig wonen


A
I is juist
B
II is juist
C
I en II zijn juist
D
I en II zijn onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7) Mevrouw de Boer (ze heeft dementie) wordt aan de tafel gereden in haar rolstoel en de stoel wordt op de rem gezet door zorgverlener.
Valt dit onder WZD?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Als zorgvrager zich toch verzet dan kan dit gezien worden als beperking van de vrijheid om het eigen leven in te richten. Het stappenplan moet worden doorlopen.
8) Welke disciplines zijn betrokken bij de wet zorg en dwang?
A
Arts, psycholoog, bewoner en/of vertegenwoordiger, wzd-functionaris, zorgverantwoordelijke.
B
Arts, verpleegkundige, psycholoog
C
Arts, verpleegkundige en bewoner.
D
Arts, fysiotherapeut, verpleegkundige en bewoner.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WZD
Sites:
Dwang in de zorg
Vilans
CIZ
WZD op JIP



Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden
Vragen?
Volgende les:
10 december 13.00 - 15.30 uur
Onderwerpen: Omgaan met onbegrepen gedrag.
Ter voorbereiding - Een casus waarbij je te maken had met onbegrepen gedrag.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies